Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
in conventie en in reconventie
3.DE UITSPRAAK
;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze bodemzaak, uitgesproken door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 maart 2023, is een verklaring voor recht gevraagd met betrekking tot de erfgrens tussen twee percelen en de gemeenschappelijke eigendom van een muur. De procedure is gestart door de eiser in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, tegen de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.G. Booi. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij eerdere tussenvonnissen zijn uitgesproken op 13 oktober 2021 en 9 februari 2022, waarin de deskundige werd benoemd om de kosten van de muur te beoordelen. De deskundige heeft bevestigd dat de kosten van de muur in 2014 Afl. 36.747,-- bedroegen. De rechter heeft geoordeeld dat de muur gemeenschappelijk eigendom is van beide partijen en dat de erfgrens op of onder de volle lengterichting van de muur ligt. De gedaagde in conventie is veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de eiser in conventie, en de verweerder in reconventie is ook veroordeeld tot betaling van de helft van de bouw- en onderhoudskosten van de muur. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.