Uitspraak
International School of Aruba,
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 3 september 2021;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze bodemzaak vordert de International School of Aruba (ISA) dat het gerecht [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van Afl. 36.500,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 15 augustus 2020, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De zaak betreft onbetaald schoolgeld voor de minderjarige kinderen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2], die ingeschreven stonden bij ISA voor het schooljaar 2019-2020. De inschrijvingsformulieren zijn door [gedaagde 2] ondertekend, maar [gedaagde 1] wordt in twee formulieren vermeld als verantwoordelijk voor de betaling.
De procedure begon met een verzoekschrift op 3 september 2021, gevolgd door conclusies van antwoord, repliek en dupliek. Tijdens de zitting werd het verweer van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] besproken, waarbij [gedaagde 1] stelde dat hij geen overeenkomst met ISA had gesloten en dat [gedaagde 2] verantwoordelijk was voor de betaling. [gedaagde 2] voerde aan dat zij niet hoefde te betalen omdat de kinderen maandenlang geen fysiek onderwijs hadden ontvangen.
Het gerecht oordeelde dat het verweer van [gedaagde 1] juridisch onjuist was, aangezien hij niet had betwist dat de kinderen onderwijs hadden genoten en dat het schoolgeld onbetaald was gebleven. Het gerecht concludeerde dat ISA er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat [gedaagde 2] de inschrijvingsformulieren mede namens [gedaagde 1] ondertekende. Het verweer van [gedaagde 2] werd ook verworpen, omdat zij niet had voldaan aan de voorwaarden om haar verplichtingen op te schorten of te ontbinden. Uiteindelijk werd de vordering van ISA toegewezen, met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten.