ECLI:NL:OGEAA:2023:240

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
AUA202201146
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vaststelling van eigendom door natrekking van een trailer op een perceel grond

In deze bodemzaak heeft eiseres, een eigenaar van een perceel grond in Aruba, primair gesteld dat zij door natrekking eigenaar is geworden van een trailer die op haar perceel was geplaatst door gedaagden, die het perceel in 2010 huurden. Eiseres heeft aangevoerd dat de trailer door de elektra en de aanbouw zodanig met het perceel verbonden is dat het een intrinsiek onderdeel van het perceel is geworden. Gedaagden hebben in 2012 de huur opgezegd en het perceel verlaten, waarbij zij de trailer achterlieten. Eiseres heeft het perceel in 2013 weer in gebruik genomen en verhuurd aan een derde partij, die door gedaagden in een eerdere procedure is veroordeeld om de trailer te ontruimen.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een inleidend verzoekschrift en conclusies van antwoord en repliek. Eiseres vorderde dat het Gerecht zou verklaren dat zij door natrekking eigenaar is geworden van de trailer, dan wel dat zij een retentierecht heeft vanwege een huurschuld van gedaagden. Gedaagden voerden verweer en stelden dat de vordering afgewezen moest worden.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres inderdaad door natrekking eigenaar is geworden van de trailer, omdat deze duurzaam met het perceel is verenigd. Het Gerecht heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 5 april 2023 door rechter T.A.M. Tijhuis.

Uitspraak

Vonnis van 5 april 2023
Behorend bij A.R. no. AUA202201146
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende te Aruba,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Emerencia,
tegen:

1.[naam gedaagde 1],

2.
[naam gedaagde 2],
beiden wonende te Aruba,
gedaagde 1,
hierna te noemen: ieder voor zich [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en gezamenlijk [gedaagde 1] c.s.,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift, met producties, van 19 april 2022;
- de conclusie van antwoord, met een productie, van 15 juni 2022;
- de conclusie van repliek, met producties, van 23 november 2022;
- de akte van niet-dienen van 22 februari 2023.
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden, alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden, staat onder meer het volgende tussen partijen vast.
2.2 [
eiseres] is eigenaar van een perceel grond gelegen aan de [straat] te [stad] in Aruba.
2.3
In 2010 heeft [eiseres] dit perceel verhuurd aan [gedaagde 1] c.s. tegen een huur van Afl. 500,- per maand. [gedaagde 1] c.s. dreven op het perceel een eetgelegenheid. Op het perceel hadden zij een trailer geplaatst.
2.4
In november 2012 hebben [gedaagde 1] c.s. voor het laatst de huur betaald. Zij hebben het perceel, met achterlating van de trailer, verlaten.
2.5
In mei 2013 heeft [eiseres] het perceel weer in gebruik genomen en het perceel, met daarop de trailer, verhuurd aan [naam huurder] (hierna: [huurder]).
2.6
Bij brief van 16 juli 2015 hebben [gedaagde 1] c.s. aan [eiseres] bericht dat zij de trailer van [eiseres] terug wilden krijgen, dan wel dat [eiseres] voor het gebruik van de trailer een vergoeding aan hen is verschuldigd.
2.7
Bij op vordering van [gedaagde 1] c.s. tegen [huurder] gewezen verstekvonnis van 16 maart 2022 is voor recht verklaard dat [huurder] de trailer zonder recht en/of titel heeft betrokken en aldaar commerciële activiteiten verricht en daarmee onrechtmatig handelt jegens [gedaagde 1] c.s. Tevens is [huurder] veroordeeld de trailer binnen 14 dagen na betekening van dat vonnis te ontruimen en ter vrije beschikking te stellen van [gedaagde 1] c.s.
2.8
Na daartoe gekregen verlof, heeft [eiseres] beslag op de trailer laten leggen.

3.DE VORDERING

3.1 [
eiseres] vordert dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis voor recht wordt verklaard dat zij door natrekking, althans doordat de roerende zaak door bestemming onroerend is geworden, eigenaar is geworden van de trailer althans dat [eiseres] als gevolg van de huurschuld van [gedaagde 1] c.s. aan [eiseres] een rechtsgeldig beroep op een retentie- dan wel opschortingsrecht toekomt; met (hoofdelijke) veroordeling van [gedaagde 1] c.s. in de kosten van het geding, de beslagkosten daaronder begrepen.
3.2 [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij door natrekking dan wel door bestemming eigenaar van de trailer is geworden, alsmede dat [gedaagde 1] c.s. een huurschuld hebben laten ontstaan die met enige pretense vordering hunnerzijds kan worden verrekend.
3.3 [
gedaagde 1] c.s. hebben verweer gevoerd en, zo begrijpt het Gerecht, geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beslissing van belang, ingegaan.

4.DE BEOORDELING

Natrekking
4.1 [
eiseres] heeft primair gesteld dat zij door natrekking eigenaar is geworden van de trailer. Volgens [eiseres] is de trailer door de elektra en de aanbouw zodanig met het perceel verbonden, dat het een intrinsiek onderdeel van het perceel is geworden.
4.2
Tussen partijen staat vast dat [eiseres] eigenaar is van het betreffende perceel grond. Krachtens het bepaalde in artikel 5:20, lid 1 onder e BW omvat de eigendom van de grond, voor zover de wet niet anders bepaalt, gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak.
4.3
Het Gerecht begrijpt uit de stellingen van [eiseres] dat de trailer door de elektra en de aanbouw met het perceel is verbonden en naar zijn aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Gelet hierop en nu [gedaagde 1] c.s. niet hebben weersproken dat de trailer aldus met de grond is verenigd, moet het ervoor worden gehouden dat de trailer wordt nagetrokken door het perceel en dat daarom [eiseres] ook als eigenaar van de trailer moet worden aangemerkt. De gevorderde verklaring voor recht zal in die zin dan ook worden toegewezen.
4.4
Dat [huurder] als gebruiker van de trailer is veroordeeld de trailer te ontruimen, doet aan het voorgaande niet af. Dit (bij verstek gewezen) vonnis ziet op de onderlinge rechtsverhouding tussen [huurder] en [gedaagde 1] c.s.
4.5
Het (naar het Gerecht begrijpt:) in het kader van het beroep van [eiseres] op een retentierecht door [gedaagde 1] c.s. aangevoerde verjaringsverweer behoeft bij deze stand van zaken geen bespreking. Het verweer van [gedaagde 1] c.s. tot slot dat ernstig moet worden betwijfeld of [eiseres] van de onderhavige op haar naam ingestelde vordering op de hoogte is, is in het geheel niet gesubstantieerd en zal reeds om die reden worden gepasseerd.
Proceskostenveroordeling
4.6 [
gedaagde 1] c.s. zullen als de in het ongelijk te stellen partij, zoals onweersproken gevorderd: hoofdelijk, worden veroordeeld in de kosten van het geding, de beslagkosten daaronder begrepen. [gedaagde 1] c.s. hebben weliswaar aangevoerd dat de hoofdzaak niet tijdig is ingesteld en dat het beslag daarom is vervallen, maar [eiseres] heeft dit gemotiveerd weerlegd. Het Gerecht gaat er daarom vanuit dat het beslag rechtsgeldig is gelegd en nog op de trailer rust.
4.7
De proceskosten aan de zijde van [eiseres] gevallen, worden tot op heden begroot op Afl. 437,28 aan explootkosten en Afl. 2.500,- (2 punten tarief 5) aan gemachtigdensalaris. De beslagkosten worden tot op heden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 630,63 aan explootkosten en Afl. 1.250,- aan gemachtigdensalaris.
Slotsom
4.8
De slotsom van al het voorgaande is dat de stellingen van [eiseres] slagen en dat haar primaire vordering wordt toegewezen zoals hierna te vermelden.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
verklaart voor recht dat [eiseres] door natrekking eigenaar is geworden van de trailer;
5.2
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de ander is bevrijd, in de kosten van het geding aan de zijde van [eiseres] gevallen en tot op heden begroot op Afl. 437,28 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris;
5.3
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de ander is bevrijd, in de beslagkosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 630,63 aan explootkosten en Afl. 1.250,- aan gemachtigdensalaris;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 april 2023 in aanwezigheid van de griffier.