Uitspraak
1.[naam gedaagde 1],
[naam gedaagde 2],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze bodemzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. P.M.E. Mohamed, een vordering ingediend tegen gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], met betrekking tot de scheiding en deling van een onroerende zaak. De onroerende zaak betreft een perceel domeingrond met daarop een woning, waarvan de eigendom gezamenlijk toebehoort aan de gedaagden en hun moeder. Eiser stelt dat de moeder haar onverdeeld aandeel in de onroerende zaak aan hem heeft verkocht, en vordert toedeling van de onroerende zaak aan hem, met een vergoeding aan de gedaagden.
De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 20 april 2022, gevolgd door conclusies van antwoord van de gedaagden in oktober 2022 en een conclusie van repliek in maart 2023. De gedaagden hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. De rechter heeft vastgesteld dat de levering van het aandeel in de onroerende zaak niet heeft plaatsgevonden, omdat dit vereist is via een notariële akte en inschrijving in de openbare registers. Hierdoor kan eiser niet als deelgenoot in de gemeenschap worden beschouwd en kan hij de verdeling niet vorderen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde 2 zijn begroot op Afl. 6.000,-. Het vonnis is uitgesproken op 7 juni 2023 door mr. T.A.M. Tijhuis in tegenwoordigheid van de griffier.