ECLI:NL:OGEAA:2023:226

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
AUA202301553
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens schending van kredietkoopregels door werknemer

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, de naamloze vennootschap Unicon N.V. De werknemer was op 1 juli 2018 in dienst getreden bij Unicon als Assistant Manager. Op 20 juli 2022 ontving Unicon een klacht van een klant, [klant], over een betalingsachterstand die volgens hem niet bestond. Na onderzoek bleek dat de huurkoopovereenkomst voor een televisietoestel niet door de klant zelf was ondertekend, maar door zijn zoon. De werknemer, die als verkoopster optrad, had nagelaten de overeenkomst in de winkel in het bijzijn van de klant te laten ondertekenen, wat in strijd was met de interne regels van Unicon. Dit leidde tot haar schorsing en uiteindelijk ontslag op staande voet op 26 juli 2022. De werknemer heeft het ontslag betwist en verzocht om vernietiging van het ontslag en betaling van achterstallig loon. Het Gerecht oordeelde dat Unicon terecht op staande voet had ontslagen, omdat de werknemer een dringende reden had gegeven door de kredietkoopregels te schenden. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Beschikking van 10 oktober 2023
Behorend bij E.J. nr. AUA202301553
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoekster],
te Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
de naamloze vennootschap
UNICON N.V.,
te Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: Unicon,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 29 augustus 2023.
1.2 [
verzoekster] is ter zitting verschenen samen met haar gemachtigde. Unicon is verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door mevrouw [naam manager human resources] en de heer [naam financieel directeur] (Manager Human Resources respectievelijk Financieel Directeur van Unicon). [verzoekster] heeft naar aanleiding van het verweerschrift gerepliceerd, en dat mede aan de hand van een door haar voorgedragen en overgelegde pleitnota. Unicon heeft vervolgens gedupliceerd. Partijen hebben daarnaast vragen van het Gerecht beantwoord.
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Unicon is een bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met de kleinhandel in elektrotechnische artikelen. Klanten kunnen deze artikelen, zoals tv’s, koelkasten, wasmachines en drogers tegen contante betaling of in huurkoop kopen.
2.3 [
verzoekster] is op 1 juli 2018 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in loondienst getreden van Unicon, laatstelijk in de functie van
“Assistant Manager”, tegen een salaris van Afl. 2.783,-- bruto per maand.
2.4
Als Assistant Manager geeft [verzoekster] supervisie aan vier verkopers en een kassière in een winkel van Unicon en was zij in geval van afwezigheid van de unitmanager verantwoordelijk voor die winkel en het aldaar werkzame personeel.
2.5
Op 20 juli 2022 ontving Unicon een klacht van een klant, te weten de heer [naam klant] (hierna: [klant]), die door een incassomedewerker van Unicon was benaderd ter zake van een betalingsachterstand van Afl. 3.424,74 met betrekking tot de aankoop van een televisietoestel. Volgens de klant had hij geen televisietoestel gekocht bij Unicon, laat staan dat hij dienaangaande gelden verschuldigd zou zijn aan Unicon.
2.6
Unicon heeft voormelde klacht onderzocht. Dat onderzoek wees uit dat op 24 november 2021 een huurkoopovereenkomst zou zijn gesloten met [klant] voor de koop van een 70 inch televisietoestel (hierna: het tv-toestel). Na bestudering van de ondertekening van de huurkoopovereenkomst met het identificatiebewijs dat zich in het klantendossier van [klant] bevond, bleek dat de handtekening op de huurkoopovereenkomst niet overeenkwam met de handtekening op zijn identificatiebewijs. De handtekening op de huurkoopovereenkomst bleek die van de zoon van [klant] (hierna: de zoon) te zijn. Verder bleek uit het onderzoek dat [verzoekster] de verkoopster was van het tv-toestel. De heer [naam manager human resources] voornoemd heeft deze kwestie direct bij [verzoekster] gemeld en haar met behoud van loon op 20 juli 2022 geschorst hangende het door Unicon in te stellen verdere onderzoek. [verzoekster] heeft bij schrijven van diezelfde datum aan Unicon te kennen gegeven wat zich in dit verband volgens haar heeft voorgedaan. In die verklaring staat onder meer het volgende: “
Mi tin conocemento di nos politica de compania pa un cliente por hasi peticion pa cumpra articulo ariba crediet.”.
2.7
In geval van huurkoop dient de klant de desbetreffende overeenkomst in de winkel in het bijzijn van de hem/haar helpende werknemer van Unicon te ondertekenen, en dient de verkoper te verifiëren of de handtekening overeenkomt met de op het identificatiebewijs van de klant geplaatste handtekening. Hierna dient de verkoper de huurkoopovereenkomst aan de manager of assistant manager te laten zien voor een tweede verificatie of de handtekening op de huurkoopovereenkomst overeenkomt met die op het identificatiebewijs. Alleen als deze twee rondes voor de klant positief zijn verlopen, wordt de huurkoopovereenkomst doorgezonden naar de kredietafdeling, die dan controleert en vaststelt of de betreffende klant in aanmerking komt voor het krediet/de huurkoop. Als ook dit voor de klant positief verloopt wordt de huurkoopovereenkomst geaccordeerd en ontvangt de klant het door hem/haar in huurkoop gekochte artikel.
2.8
Nadat [verzoekster] was geschorst heeft [klant] andermaal contact opgenomen met Unicon. [klant] gaf aan dat hij de kwestie met zijn zoon had besproken. De zoon heeft hierop schriftelijk verklaard dat hij geïnteresseerd was om het tv-toestel op krediet te kopen, maar dat hij geen geld had voor de daartoe vereiste aanbetaling. De zoon verklaart verder dat [verzoekster] hem hierop heeft laten weten dat indien hij het tv-toestel op naam van zijn vader - zijnde een vaste klant van Unicon - zou kopen hij dat zonder aanbetaling kon doen. De zoon verklaart verder dat hij daarmee akkoord is gegaan, en vervolgens de op naam van zijn vader gestelde huurkoopovereenkomst in de winkel van Unicon in het bijzijn van [verzoekster] heeft ondertekend. De hier bedoelde schriftelijke verklaring van de zoon heeft Unicon op 21 juli 2022 ontvangen.
2.9
Bij brief van 26 juli 2022 heeft Unicon [verzoekster], onder vermelding van de reden daartoe, per diezelfde datum op staande voet ontslagen.
2.1
Bij aan Unicon gericht schrijven van 28 september 2022 heeft [verzoekster] de vernietigbaarheid ingeroepen van het aan haar gegeven ontslag. Unicon heeft daar niet op gereageerd.

3.HET GESCHIL

3.1 [
verzoekster] verzoekt dat het Gerecht bij beschikking uitvoervaar bij voorraad (zo het begrijpt):
a. het aan haar door Unicon op 26 juli 2022 gegeven ontslag vernietigd verklaart;
b. Unicon veroordeelt om aan [verzoekster] (door) te betalen haar loon gerekend vanaf 26 juli 2022 totdat haar arbeidsovereenkomst met Unicon rechtsgeldig is geëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging en met wettelijke rente;
c. ten opzichte van al het vorenstaande enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
d. Unicon veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Unicon voert verweer en concludeert dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, en tot veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [verzoekster] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van Unicon wordt daarom verworpen.
4.2
Het eerste lid van artikel 7:677 BW luidt als volgt: “
Ieder der partijen is bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. De partij die opzegt zonder een dringende reden of zonder onverwijlde mededeling van de dringende reden is schadeplichtig.”. De vraag die in dit geschil ter beantwoording voor ligt is of [verzoekster] een dringende reden in de zin van voormelde wettelijke bepaling heeft gegeven aan Unicon voor ontslag (op staande voet), zoals door Unicon gesteld en door [verzoekster] bestreden. Als dringende redenen voor ontslag worden volgens het eerste lid van artikel 7:678 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in beschouwing te worden genomen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd, de aard en duur van het dienstverband, de wijze waarop de werknemer tijdens het dienstverband heeft gefunctioneerd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van (1) het bestaan van een dringende reden en (2) dat sprake is van een onverwijlde opzegging van het dienstverband onder (3) onverwijlde mededeling aan de werknemer van de dringende reden liggen bij de werkgever.
4.3
Niet in geschil is tussen partijen dat Unicon [verzoekster] op 20 juli 2022 heeft geschorst voor het verrichten van onderzoek naar de gang van zaken met betrekking tot het tv-toestel, nadat zij op diezelfde datum de hiervoor onder 2.5 omschreven klacht van [klant] had ontvangen. Nadat dit onderzoek was afgerond en na ingewonnen juridisch advies heeft Unicon [verzoekster] op 26 juli 2022 onder onverwijlde mededeling van de reden daartoe op staande voet ontslagen. Naar het oordeel van het Gerecht is dat ontslag - anders dan [verzoekster] stelt - voldoende onverwijld gegeven, nu niet kan worden gezegd dat Unicon heeft gedraald ter zake van het door haar ingestelde onderzoek en het inwinnen van juridisch advies. Het verweer van [verzoekster] op dit onderdeel wordt verworpen.
4.4 [
verzoekster] stelt dat zij ten tijde van de totstandkoming van de huurkoop met betrekking tot het tv-toestel niet op de hoogte was de hiervoor onder 2.7 omschreven regels van Unicon ter zake van kopen op krediet (hierna ook: de kredietkoopregels). Die stelling is zonder nadere doch niet gegeven onderbouwing onbegrijpelijk en wordt daarom gepasseerd. In haar hiervoor onder 2.6 omschreven schriftelijke verklaring van 20 juli 2022 verklaart [verzoekster] immers dat zij op de hoogte is van de regels van Unicon ter zake van het kopen op krediet, terwijl is gesteld noch gebleken dat er ten tijde van de huurkoop van het tv-toestel dienaangaande andere of geen regels golden dan die zoals onder 2.7 omschreven. Aldus komt vast te staan dat [verzoekster] op de hoogte was van die regels, ook ten tijde van de huurkoop van het tv-toestel. Dat dit het geval is ligt zonder meer voor de hand omdat [verzoekster] als Assistant Manager supervisie gaf aan vier verkopers en een kassière in de winkel van Unicon waar zij werkzaam was. Bovendien was [verzoekster] in geval van afwezigheid van de unitmanager verantwoordelijk voor die winkel en het aldaar werkzame personeel. Niet valt in te zien dat Unicon de functie van [verzoekster] laat uitvoeren door iemand die niet op de hoogte is van onder meer essentiële voor huurkoop geldende regels van Unicon.
4.5
Als de hiervoor onder 2.8 omschreven verklaring van de zoon op waarheid berust, heeft te gelden dat [verzoekster] ontoelaatbaar in strijd heeft gehandeld met de kredietkoopregels, en (mogelijk) medepleger of medeplichtig is ter zake van het misdrijf valsheid in geschrifte. Dat ernstig verwijtbaar handelen van [verzoekster] levert - alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen - zonder meer een dringende reden op voor ontslag. Onder dergelijke omstandigheden kan van Unicon in redelijkheid niet worden gevergd het dienstverband langer te laten voortduren dan dat zij heeft gedaan.
4.6.1
Als de bij partijen genoegzaam bekende lezing van [verzoekster] met betrekking tot het voorval aangaande het tv-toestel op waarheid berust, heeft [verzoekster] evenzeer de kredietkoopregels ontoelaatbaar geschonden. Zij heeft immers in strijd met die regels de op naam van [klant] gestelde huurkoopovereenkomst niet door hem in de winkel van Unicon in het bijzijn van [verzoekster] (die in dit geval tevens de verkoopster was) laten ondertekenen. De omstandigheid dat de kredietafdeling de huurkoopovereenkomst voor akkoord heeft getekend doet daar niet aan af, omdat gesteld noch is gebleken dat die afdeling op de hoogte was van de omstandigheid dat de huurkoopovereenkomst niet in de winkel en niet in bijzijn van [verzoekster] door [klant] was ondertekend. [verzoekster] stelt in dit verband dat Unicon zéér wel kennis draagt van het feit dat het regelmatig voorkwam dat contracten werden meegenomen en later weer ondertekend werden teruggebracht, maar die door Unicon bestreden stelling mist voldoende feitelijke onderbouwing en wordt daarom gepasseerd. Gesteld noch gebleken is met name wanneer precies en met betrekking tot welke klant precies en ter zake van welke aankoop precies daarvan sprake was.
4.6.2
Door ontoelaatbaar in strijd te handelen zoals hiervoor onder 4.6.1 omschreven heeft met betrekking tot het tv-toestel kunnen gebeuren wat is gebeurd. Daardoor lijdt Unicon niet alleen financiële schade maar mogelijk ook reputatieschade, in elk geval ten opzichte van [klant], maar mogelijk ook ten opzichte van anderen. Het hier besproken verwijtbaar handelen van [verzoekster] heeft te gelden als ernstig, en levert - alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen - zonder meer eveneens een dringende reden op voor ontslag. Onder dergelijke omstandigheden kan van Unicon in redelijkheid niet worden gevergd het dienstverband van [verzoekster] langer te laten voortduren dan dat zij heeft gedaan.
4.7
Aldus heeft linksom danwel rechtsom te gelden dat [verzoekster] een dringende reden heeft gegeven aan Unicon, op grond waarvan niet kan worden gezegd dat Unicon [verzoekster] ten onrechte op staande voet heeft ontslagen. Dat betekent dat er geen grond bestaat voor toewijzing van het door [verzoekster] verzochte. De vorderingen van [verzoekster] zullen worden afgewezen.
4.8 [
verzoekster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Unicon, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-wijst af het door [verzoekster] verzochte;
-veroordeelt [verzoekster] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Unicon, tot aan deze uitspraak begroot Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2023 in aanwezigheid van de griffier.
Inhoudsindicatie
Datum uitspraak: 10 oktober 2023
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: E.J. nr. AUA202301553
Inhoudsindicatie: EJ. Arbeid. Dringende reden. De werknemer heeft in strijd met de regels de op naam van de klant gestelde huurkoopovereenkomst niet door hem in de winkel van in het bijzijn van haarzelf (die in dit geval tevens de verkoopster was) laten ondertekenen.
Rechtsgebieden: Civiel; Arbeidsrecht
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg – enkelvoudig