In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de erflater, die op 6 januari 2014 is overleden. De erflater was in tweede echt gehuwd met de eiseres, en had uit een eerder huwelijk drie kinderen, waarvan er twee zijn overleden. De moeder van de erflater is op 7 januari 1994 overleden. De erfgenamen van de erflater zijn de eiseres en de drie kinderen, die ieder een deel van de nalatenschap toebedeeld krijgen. De partijen, bestaande uit de eiseres en de gedaagden, zijn het erover eens dat de onroerende zaken die tot de nalatenschap behoren, in beginsel verkocht moeten worden. Ze hebben afgesproken om een notaris in te schakelen voor het opstellen van een boedelbeschrijving en om afspraken te maken over de verdeling van de nalatenschap. Indien de onroerende zaken worden verkocht, zal de opbrengst onder de erfgenamen worden verdeeld, na aftrek van kosten. De zaak is op 19 april 2023 behandeld, en het Gerecht heeft de zaak naar de parkeerrol verwezen voor uitlating door partijen. In afwachting van de berichten van partijen is iedere verdere beslissing aangehouden.