In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, ATCO Concrete Products N.V. (Apex). De werknemer had een beëindigingsovereenkomst ondertekend, maar stelde dat hij gedwaald had bij het aangaan van deze overeenkomst en dat er sprake was van misbruik van omstandigheden door Apex. De werknemer was in dienst sinds 19 december 1996 en had op 31 augustus 2022 zijn dienstverband beëindigd met een beëindigingsovereenkomst, waarbij hij een vergoeding van Afl. 35.000,- ontving. Na het ondertekenen van de overeenkomst stelde hij dat hij juridisch advies had ingewonnen en dat hij had gedwaald over zijn rechten, omdat hij recht zou hebben gehad op een hogere vergoeding van Afl. 45.000,-. Apex betwistte deze claim en stelde dat de beëindigingsovereenkomst rechtsgeldig was.
Het Gerecht oordeelde dat de beëindigingsovereenkomst rechtsgeldig tot stand was gekomen en dat er geen gronden waren voor vernietiging. De werknemer had niet aangetoond dat hij onder dwaling had gehandeld of dat er sprake was van misbruik van omstandigheden. De stelling van de werknemer dat hij onder druk was gezet om de overeenkomst binnen 24 uur te ondertekenen, werd verworpen, omdat hij zelf eerder contact had opgenomen om de overeenkomst te accepteren. Het Gerecht wees de vorderingen van de werknemer af en veroordeelde hem in de proceskosten van Apex, begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.