ECLI:NL:OGEAA:2023:208

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
AUA202002190
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding

In deze bodemzaak, uitgesproken door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 januari 2023, betreft het de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen twee ex-partners na hun echtscheiding. De echtscheiding werd uitgesproken op 10 november 2014, en de beschikking werd op 22 december 2014 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De te verdelen gemeenschap omvat een woning, de verkoopopbrengst van een Pick-Up en een ander voertuig. De woning is belast met een hypotheek van Afl. 55.414,42 per 17 oktober 2022. Na de echtscheiding hebben beide partijen in de woning gewoond, waarbij de eiseres de hypotheeklasten en de gedaagde de kosten voor water en elektriciteit heeft betaald.

De eiseres vordert een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis voor de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De gedaagde voert verweer tegen de voorgestelde verdeling. Tijdens de comparitie van partijen zijn afspraken gemaakt over de toedeling van de woning aan de eiseres, onder de voorwaarde dat zij een (bank)financiering kan verkrijgen. Indien dit niet lukt, zal de woning aan een derde worden verkocht. De partijen hebben ook afspraken gemaakt over de taxatie van de woning en de verdeling van de overige goederen.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de woning aan de eiseres kan worden toegedeeld, mits zij binnen zes maanden een financiering verkrijgt. De notariskosten en overdrachtsbelasting komen voor rekening van de eiseres. Daarnaast moet de eiseres een vergoeding van Afl. 19.786,-- aan de gedaagde betalen wegens overbedeling. Indien de eiseres geen financiering kan verkrijgen, zal de woning worden verkocht, waarbij de kosten van de makelaar door beide partijen gezamenlijk worden gedragen. Het vonnis is uitgesproken door rechter J.A. van Voorthuizen en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 11 januari 2023 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. nr. AUA202002190
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonend te Aruba,
eiseres,
hierna: [eiseres],
gemachtigde: mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
[naam gedaagde],
wonend te Aruba,
gedaagde,
hierna: [gedaagde],
gemachtigde: mr. H.G. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 24 februari 2021;
- de comparitie van partijen, gehouden op 9 mei 2022;
- de e-mail van 30 november 2022 van de gemachtigde van [eiseres] met productie (taxatierapport);
- de voortzetting van de comparitie van partijen, gehouden op 15 december 2022, ter gelegenheid waarvan de gemachtigde van [eiseres] een productie en een notitie heeft overgelegd.
1.2.
Vonnis is bij vervroeging bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1.
Bij beschikking van dit gerecht van 10 november 2014 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en, onder meer, de verdeling van de gemeenschap waarin partijen zijn gehuwd bevolen.
2.2.
Op 22 december 2014 is de echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.3.
De te verdelen huwelijksgoederengemeenschap bestaat uit de woning aan de [adres woning] te Aruba (de woning), de verkoopopbrengst van een Pick-Up, merk [merk 1] (bouwjaar 2012) en een [merk 2] (bouwjaar 2005).
2.4.
Op de woning rust een hypotheekrecht ten gunste van FCCA. De hypotheekschuld bedraagt per 17 oktober 2022 Afl. 55.414,42.
2.5.
Partijen zijn na de echtscheiding in de woning blijven wonen. [eiseres] heeft sindsdien de gezamenlijk hypotheeklasten voor haar rekening genomen en [gedaagde] de gezamenlijk kosten voor water en elektriciteit.

3.HET GESCHIL

3.1. [
eiseres] vordert -samengevat- dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de (wijze van) verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap gelast.
3.2. [
gedaagde] voert verweer tegen de door [eiseres] voorgestane (wijze van) verdeling.
3.3.
De stellingen van partijen worden indien nodig hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Tijdens de comparitie van partijen op 9 mei 2022 en de voortzetting op 15 december 2022 hebben partijen afspraken gemaakt. De woning zal worden toegedeeld aan [eiseres], onder de voorwaarde dat zij daarvoor een (bank)financiering krijgt. [eiseres] zal in dat geval wegens overbedeling aan [gedaagde] een vergoeding betalen. [eiseres] krijgt daarvoor zes maanden de tijd.
4.2.
Op gezamenlijk verzoek van partijen heeft [naam taxateur] van Aruba Living Today de woning getaxeerd. Het taxatierapport van 23 augustus 2022 is voorafgaand aan de voorzetting van de comparitie van partijen (door [eiseres]) overgelegd. De waarde van de woning in bewoonde staat wordt getaxeerd op Afl. 124.800,--. Partijen hebben tijdens de voortgezette comparitie afgesproken dat zij bij toedeling van de woning aan [eiseres] uitgaan van een waarde van de woning van Afl. 135.000,-- en een hypotheekschuld van Afl. 55.000,--.
4.3.
Indien het [eiseres] niet lukt om een (bank)financiering te krijgen, zal de woning aan een derde worden verkocht. Partijen hebben tijdens de comparitie afgesproken dat zij daarvoor gezamenlijk [naam makelaar] Arub of [naam Real Estate] zullen inschakelen en dat de ingeschakelde makelaar de vraag- en laatprijs bindend zal bepalen, met dien verstande dat als minimum laatprijs Afl. 135.000,-- zal gelden.
4.4.
Partijen zijn na de echtscheiding beide in de woning blijven wonen. [gedaagde] is op 18 juni 2022 uit de woning vertrokken. Niet in geschil is dat [eiseres] van december 2014 tot juni 2022 de hypotheeklasten (rente en aflossing) en de kosten van internet voor haar rekening heeft genomen en dat [gedaagde] de kosten van elektriciteit en water voor zijn rekening nam. Tot het vertrek van [gedaagde] uit de woning heeft die situatie dus 91 maanden geduurd. Tussen partijen is niet in geschil dat [eiseres] aan hypotheeklasten meer heeft betaald dan [gedaagde] aan kosten voor elektriciteit en water. Over de precieze bedragen verschillen zij. Op basis van de door partijen over en weer gestelde en niet voldoende betwiste bedragen gaat het gerecht ervan uit dat [eiseres] gemiddeld 800,-- per maand aan hypotheeklasten betaalde en [gedaagde] gemiddeld 400,-- aan kosten voor elektriciteit en water per maand. Dat betekent dat [eiseres] maandelijks Afl. 200,-- meer heeft bijgedragen aan gezamenlijke lasten. De kosten van internet neemt het gerecht niet mee. [gedaagde] heeft onbestreden gesteld dat hij daar geen gebruik van maakte en eigen internet heeft. Over een periode van 91 maanden betekent dit dat [eiseres] een bedrag van Afl. 18.200,-- (91 x Af. 200,-- ) meer heeft bijgedragen aan gezamenlijke lasten. Dat bedrag dient [gedaagde] aan [eiseres] te voldoen en zal worden verrekend. Voor zover [eiseres] daarnaast aanspraak maakt op een gebruiksvergoeding, wijst het gerecht die vordering af. Partijen zijn immers beiden in de woning blijven wonen.
4.5.
Tot de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap behoort een [merk 2] en een Pick-Up [merk 1]. Partijen hebben tijdens de voortzetting van de comparitie afgesproken dat de [merk 2] aan [eiseres] wordt toegedeeld. Partijen gaan uit van een waarde van Afl. 1.472,--. De helft van dit bedrag (Afl. 736,--) komt [gedaagde] toe. De Pick-Up [merk 1] is inmiddels door [gedaagde] verkocht. Partijen gaan uit van een verkoopprijs van Afl. 5.500,--. De helft van dit bedrag (Afl. 2.750,--) dient [gedaagde] aan [eiseres] te voldoen. Na verrekening komt met betrekking tot de auto’s aan [eiseres] een bedrag toe van Afl. 2014,-- .
4.6.
Gelet op het voorgaande zal het gerecht de wijze van verdeling gelasten en daarbij zoveel mogelijk aansluiten bij de afspraken die partijen tijdens de comparitie van partijen hebben gemaakt.
4.7.
De woning zal, onder de voorwaarde dat zij daarvoor binnen een periode van zes maanden een (bank)financiering kan verkrijgen, aan [eiseres] worden toegedeeld. De notariskosten en overdrachtsbelasting komen in dat geval voor rekening van [eiseres]. Wegens overbedeling komt aan [gedaagde] dan een bedrag toe van Afl. 40.000,-- (135.000 - 55.000 : 2). Na verrekening met de bedragen van Afl. 18.200,-- en Afl. 2014,-- (zie 4.4. en 4.5. hierboven) resteert een door [eiseres] aan [gedaagde] te vergoeden bedrag van Afl. 19.786,--.
4.8.
Indien het [eiseres] niet lukt binnen zes maanden een financiering te krijgen, zal de woning worden verkocht. Partijen zullen gezamenlijk naar hun keuze opdracht geven aan makelaarskantoor [naam makelaar] of [naam Real Estate] om de woning te verkopen, waarbij het vaststellen van de vraag- en laatprijs bindend door de makelaar zal worden bepaald, met een minimum laatprijs van Afl. 135.000,--. Indien een van partijen niet meewerkt zal de ander worden gemachtigd om mede namens de andere partij opdracht te geven aan [naam makelaar] Aruba (dit om te voorkomen dat partijen in voorkomend geval beiden namens de andere partij aan verschillende makelaars opdracht geven). De kosten van de makelaar en andere met de verkoop gemoeide kosten, dienen partijen bij helfte te dragen. Op de verkoopopbrengst worden de hypotheekschuld (gefixeerd op Afl. 55.000,--) en alle met de verkoop gemoeide kosten, zoals die van de makelaar, in mindering gebracht. Het resterende bedrag wordt als volgt verdeeld. Aan [eiseres] komt toe de helft van het restant bedrag, vermeerderd met Afl. 20.214,-- (18.200 + 2014,--). Aan [gedaagde] komt toe de helft van het resterende bedrag verminderd met Afl. 20.214,--.
4.9.
Het gerecht zal bepalen dat partijen hun eigen proceskosten moeten voldoen. Dat is gebruikelijk in procedures waarin partijen ex-partners zijn.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
gelast de wijze van verdeling van de tussen partijen bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap als volgt:
5.1.
deelt aan de [eiseres] toe de woning gelegen te [adres woning] te Aruba (de woning), onder de voorwaarde van het verkrijgen van een (bank)financiering binnen zes maanden na de datum van het vonnis;
5.2.
bepaalt dat in het geval de woning aan [eiseres] wordt toegedeeld, de notariskosten en overdrachtsbelasting voor rekening van [eiseres] komen;
5.3.
bepaalt dat [eiseres] in het geval de woning aan haar wordt toegedeeld wegens overbedeling aan [gedaagde] een vergoeding van Afl. 19.786,-- dient te betalen;
5.4.
bepaalt dat in het geval niet wordt voldaan aan de voorwaarde in 5.1. de woning zal worden verkocht en geleverd aan een derde;
5.5.
bepaalt dat partijen in het geval de woning zal worden verkocht en geleverd aan een derde, binnen twee weken nadat aan de voorwaarde in 5.1. niet is voldaan, gezamenlijk een verkoopopdracht zullen geven aan makelaarskantoor [naam makelaar] of [naam Real Estate] tot verkoop van de woning tegen een door de makelaar bindend te bepalen vraag- en laatprijs, met een minimum laatprijs van Afl. 135.000,--.
5.6.
bepaalt dat in het geval niet binnen twee weken na aanvang van de termijn in 5.5. gezamenlijk aan [naam makelaar] of [naam Real Estate] opdracht is gegeven, [eiseres] en [gedaagde] ieder bevoegd is om opdracht te geven aan [naam makelaar] Aruba en dit vonnis in de plaats treedt van de toestemming/medewerking van respectievelijk [eiseres] of [gedaagde] bij het verstrekken van de opdracht tot verkoop;
5.7.
bepaalt dat partijen de kosten van de makelaar gezamenlijk, ieder voor de helft, dragen;
5.8.
bepaalt dat in het geval de woning aan een derde wordt verkocht en geleverd de verkoopprijs, na aftrek van de hypotheekschuld van Afl. 55.000,-- en de met de verkoop en levering gemoeide kosten, aldus wordt verdeeld dat aan [eiseres] toekomt de helft van het resterende bedrag, vermeerderd met Afl. 20.214,-- (18.200 + 2014,--). Aan [gedaagde] komt toe de helft van het resterende bedrag verminderd met Afl. 20.214,--.
5.9.
deelt aan [eiseres] toe de [merk 2];
5.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.11.
compenseert de proceskosten zo dat ieder partij de eigen kosten draagt;
5.12.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken door de rolrechter ter openbare terechtzitting van woensdag 11 januari 2023 in aanwezigheid van de griffier.