ECLI:NL:OGEAA:2023:192

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
AUA202203465
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verdeling van onroerend goed en machtiging tot verkoop

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert de naamloze vennootschap [Naam ED] N.V. (hierna: ED) een uitspraak over de verdeling van een woning die gezamenlijk eigendom is van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De procedure is gestart met een inleidend verzoekschrift op 28 september 2022, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een conclusie van antwoord van [gedaagde 2] en een conclusie van repliek van ED. De zaak betreft een eerdere veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling aan ED, die niet is nagekomen. ED vraagt nu om de woning te gelde te maken en de wijze van verdeling te bepalen, met de mogelijkheid om een onzijdig persoon te benoemen als de gedaagden niet meewerken. [gedaagde 2] heeft verweer gevoerd, terwijl [gedaagde 1] niet is verschenen. Het Gerecht heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten om nadere inlichtingen te verkrijgen en te onderzoeken of een minnelijke regeling mogelijk is. De comparitie is gepland op 31 oktober 2023.

Uitspraak

Vonnis van 30 augustus 2023 (bij vervroeging)
Behorend bij AR nr. AUA202203465
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
[Naam ED] N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: ED,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:

1.[Naam gedaagde 1],

wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 1],
niet verschenen,
2.
[Naam gedaagde 2],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
procederend in persoon,
gedaagden.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift, met producties, van 28 september 2022;
- de conclusie van antwoord van de zijde van [gedaagde 2] van 7 december 2022;
- de wederoproeping van [gedaagde 1];
- het tegen [gedaagde 1] verleende verstek;
- de conclusie van repliek van 9 mei 2023;
- de akte niet dienen van 5 juli 2023.
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1
Bij vonnis van 16 januari 2013 van dit Gerecht (met zaaknummer AR 719/2012) is [gedaagde 1] op vordering van ED uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld tot betaling aan ED van een bedrag van Afl. 46.567,20, te vermeerderen met de wettelijke rente: over Afl. 2.500,- vanaf 17 augustus 2009, over Afl. 5.966,70 vanaf 21 augustus 2009, over Afl. 9.700,- vanaf 28 augustus 2009, over Afl. 4.750,- vanaf 19 november 2009 en over Afl. 23.650,- vanaf 16 september 2009, steeds tot aan de voldoening. Tevens is [gedaagde 1] veroordeeld in de kosten van de procedure, aan de zijde van ED begroot op Afl. 3.804,65.
Tegen het vonnis is geen beroep ingesteld.
2.2
Op 13 februari 2013 is het vonnis aan [gedaagde 1] betekend. [gedaagde 1] heeft niet aan de veroordeling voldaan.
2.3 [
gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn ieder voor de helft eigenaar van de woning gelegen aan de [adres] te Aruba (hierna: de woning).

3.HET GESCHIL

3.1
ED vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. de wijze van verdeling van de woning wordt gelast op grond van het bepaalde in artikel 3:180 BW;
b. ED wordt gemachtigd tot het te gelde maken van de woning;
c. voor het geval dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] niet meewerken aan een verdeling, voor ieder van hen een onzijdig persoon wordt benoemd die hen bij de verdeling vertegenwoordigt en daarbij hun belangen behartigt;
d. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na heden.
3.2
ED legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op grond van het vonnis van 16 januari 2013 een vordering heeft op [gedaagde 1] en dat [gedaagde 1] nalaat deze te voldoen. Teneinde haar vordering betaald te krijgen, dient de woning (die van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gezamenlijk (ieder voor de helft) is) te gelde te worden gemaakt en te worden verdeeld.
3.3 [
gedaagde 1] heeft, nu zij niet is verschenen, geen verweer gevoerd.
3.4 [
gedaagde 2] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde.
3.5
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4.BEOORDELING

4.1 [
[gedaagde 1] heeft, nu zij niet is verschenen, geen verweer gevoerd. [gedaagde 2] wel. Naar vaste jurisprudentie werken de door de wel verschenen gedaagde gevoerde verweren niet in voordeel van de niet verschenen gedaagde, tenzij sprake is van een rechtsbetrekking tussen partijen die verplicht tot een voor alle gedaagden gelijke beslissing. Daarvan is in dit geval sprake nu het gaat om de verdeling van de woning waartoe [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ieder voor de helft zijn gerechtigd.
4.2
In hetgeen [gedaagde 2] heeft aangevoerd en in de omstandigheden van dit geval, ziet het Gerecht aanleiding om (alsnog) een comparitie van partijen te bepalen teneinde nadere inlichtingen te verkrijgen en om te bezien of (op onderdelen) een minnelijke regeling kan worden bereikt.
4.3
Voor de comparitie wordt in beginsel één uur uitgetrokken. Partijen kunnen hun zaak ter comparitie vijf minuten bepleiten. Als een partij niet komt kan het Gerecht daaraan het gevolg verbinden – ook in het nadeel van die partij – dat het Gerecht passend vindt.
4.4
De partij die zich bij de comparitie op schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, moet die stukken op de derde (de voor-voorlaatste) werkdag voor de dag van de zitting in fotokopie aan zijn wederpartij en aan het Gerecht overleggen.
4.5
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip op de zitting te komen, moet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan de rechter een verzoek om uitstel indienen. Bij het verzoek om uitstel moeten ook de verhinderdata worden opgegeven van de wederpartij gedurende de drie komende maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan de rechter een gemotiveerd verzoek om uitstel doen.
4.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of treffen van een minnelijke regeling op
dinsdag 31 oktober 2023 om 14.00 uur;
5.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 augustus 2023 in aanwezigheid van de griffier.