Uitspraak
1.[Naam eiseres 1],
[Naam eiseres 2],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, hebben eiseressen, erfgenamen van wijlen de (groot)ouders, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die de (groot)ouders heeft bevoordeeld bij de verkoop van een woning. De (groot)vader en (groot)moeder zijn respectievelijk op 29 oktober 2021 en 3 juni 2017 overleden. De eiseressen vorderen terugbetaling van een geldlening van Afl. 122.551,25, die door gedaagde is erkend, en stellen dat de woning voor een te lage prijs aan gedaagde is verkocht, waardoor hun legitieme porties worden geschonden. Gedaagde heeft verweer gevoerd en erkent de vordering onder a, maar betwist de vorderingen onder b en c. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vordering onder a toewijsbaar is, omdat gedaagde in verzuim is geraakt door niet te betalen na de opzegging van de lening. De vorderingen onder b en c zijn afgewezen, omdat eiseressen niet hebben aangetoond dat er sprake is van een schenking. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 30 augustus 2023.