Uitspraak
1.[Naam eiseres 1], hierna ook te noemen: [eiseres 1], wonende in Aruba,
[Naam eiseres 2], hierna ook te noemen: [eiseres 2], wonende in Aruba,
[Naam eiseres 3], hierna ook te noemen: [eiseres 3], wonende in Nederland,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om de verdeling van de nalatenschap van wijlen de heer [erflater], geboren op Curaçao in 1926 en overleden op Aruba op 9 juni 2011. De eisers, bestaande uit [eiseres 1], [eiseres 2] en [eiseres 3], stelden vorderingen in tegen de gedaagde, die in België woonachtig is en niet verschenen was in de procedure. De procedure volgde op een tussenvonnis van 15 december 2022, waarin eerdere overwegingen en beslissingen waren neergelegd. De eisers dienden een notariële verklaring van erfrecht in, waaruit bleek dat [eiseres 1] niet gerechtigd was tot de nalatenschap, wat leidde tot de afwijzing van haar vorderingen tegen de gedaagde.
Het Gerecht oordeelde dat de gezamenlijke erven, waaronder [eiseres 2], [eiseres 3], [gedaagde], [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2], betrokken waren bij de procedure en dat de verdeling van de nalatenschap rechtsgeldig kon plaatsvinden. De nalatenschap omvatte onroerend goed in Aruba, dat was getaxeerd op Afl. 135.000,-- en reeds was verkocht aan de heer [koper] voor Afl. 122.000,--. Het Gerecht oordeelde dat de koopsom redelijk was en dat de verdeling van de nalatenschap moest worden uitgevoerd volgens de wettelijke verdeelsleutel.
In de beslissing werd bepaald dat de kosten van de procedure ten laste van de nalatenschap zouden komen en dat de kosten tussen partijen zouden worden gecompenseerd. Het vonnis verklaarde de verdeling van de nalatenschap uitvoerbaar bij voorraad en wees de vorderingen van [eiseres 1] af, waarbij zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil waren begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 30 augustus 2023 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.