ECLI:NL:OGEAA:2023:173

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
30 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202300029
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbeidsconflict tussen werknemer en werkgevers over loon en arbeidsvoorwaarden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de verzoeker, een werknemer van M&S en MLS, een verzoek ingediend tegen zijn werkgevers wegens achterstallig loon en geschillen over de arbeidsvoorwaarden. De werknemer, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.B.A. Coffie, heeft gesteld dat zijn werkgevers eenzijdig zijn salaris hebben verlaagd en dat zij niet hebben voldaan aan hun betalingsverplichtingen. De werkgevers, vertegenwoordigd door mr. K. de l'Isle, hebben het verzoek betwist en verzocht om afwijzing van de vordering.

De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 18 april 2023, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De werknemer heeft onder andere verzocht om betaling van een bedrag van Afl. 10.947,43 bruto, alsook om overlegging van financiële bewijsstukken door de werkgevers. De werkgevers hebben op hun beurt een zelfstandig verzoek ingediend, waarin zij de werknemer hebben verzocht om vertrouwelijke bedrijfsinformatie te vernietigen en hem te verbieden om zaken te doen met hun klanten.

Na beoordeling van de feiten en de argumenten van beide partijen heeft het Gerecht geoordeeld dat de werkgevers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het betalen van een deel van het achterstallige loon en de commissie aan de werknemer. De vordering van de werknemer is gedeeltelijk toegewezen, terwijl de vorderingen van de werkgevers zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth op 22 augustus 2023.

Uitspraak

Beschikking van 22 augustus 2023
Behorend bij AUA202300029 EJ
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoeker],
wonend in Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
tegen:
de naamloze vennootschappen
1.S.E.L. MADURO & SONS (ARUBA) N.V.,
2.MADURO MOVING SERVICES N.V. H.O.D.N. MADURO LOGISTIC SERVICES,
beide gevestigd in Aruba,
hierna ook te noemen: M&S en MLS,
verweerders,
gemachtigde: de advocaat mr. K. de l'Isle.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift, tevens inhoudende een zelfstandig verzoek, met producties;
- de producties van partijen;
- de pleitnota’s van partijen;
- de mondelinge behandeling van 18 april 2023, waar zijn verschenen verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd, en verweerders, vertegenwoordigd door hun gemachtigde voornoemd, en hun bestuurder [naam bestuurder].
1.2
Na afloop van de zitting hebben partijen getracht tot een minnelijke regeling te komen. Ter rolzitting van 30 mei 2023 heeft mr. Coffie het Gerecht bericht dat geen minnelijke regeling is bereikt.
1.3
Beschikking is daarna bepaald op heden.
2. DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1 [
verzoeker] is op 1 december 2015 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden van M&S, in de functie van “
Sales & Logistics Manager”, laatstelijk tegen een maandelijks salaris van Afl. 5.096,- plus commissie. Op gegeven moment is [verzoeker] feitelijk te werk gesteld bij MLS, een dochterbedrijf van M&S. Sindsdien fungeert M&S als formele werkgever van [verzoeker]; het salaris wordt door MLS betaald.
2.2
In de arbeidsovereenkomst staat het volgende vermeld:
“(…) [verzoeker] will receive a Car Allowance of Awg. 250.= per month effective December 1st, 2015.
 (…) [ (…) [verzoeker] will receive a Representation Allowance of Awg. 150.= per month effective December 1st, 2015.
 (…) [ (…) [verzoeker] will receive a Commission Income calculated as follows:
 (…) [ Sales Commission:
- 3% of commission income between Awg. 0 – Awg. 42,000
5% of commission income between Awg. 42,001 and up
- All Income, commissions, fees related to handling, transportation, custom documentation etc. generated from [buitenlandse principaal 1], [buitenlandse principaal 2] and/or other foreign representations, which are managed by (…) [verzoeker].
- Every month an advance of Awg. 1,200.= will be paid, to be offset against the commission earned.
This offset will be done every three months.
 Both Parties agree that no overtime will be paid and that [verzoeker] is not allowed to join the Union.
(…)
 Each year on December 10th, [verzoeker] will receive a Christmas Bonus equal to one month pay at base rate.”
2.3
Met ingang van 1 oktober 2021 hebben M&S en MLS de wijze van berekening van commissie gewijzigd.
2.4
Bij e-mailbericht van 22 juni 2022 heeft de statutair directeur van MLS, [naam statutair directeur], [verzoeker] onder meer als volgt bericht:
“Momenteel is het voorschotbedrag per maand voor je commissie te hoog en wordt dit per maand niet gehaald. Op dit moment heb je een achterstand van AWG 2,666 opgelopen tot en met mei 2022 aan teveel ontvangen voorschotten gebaseerd op je verdiende commissie.
Om de opgelopen achterstand in te halen, willen we vanaf juni 2022 het voorschotbedrag voorlopig gaan verlagen naar AWG 750 per maand. Mocht er in de toekomst dit weer gaan toenemen, dan zal het voorschotbedrag weer worden aangepast.”
2.5
Bij e-mail van 24 juni 2022 heeft [verzoeker] daarop als volgt gereageerd:
“(…) I would like to inform you that I don’t agree with the email send below. You can’t touch with my commission advance if I don’t agree first and especially if not ALL the incomes of MLS are specified properly on the reports that (…) is providing. (…).”
2.6
Bij brief van 8 augustus 2022 heeft [verzoeker] M&S en MLS bericht dat hij niet akkoord gaat met de eenzijdige wijziging van zijn arbeidsvoorwaarden en heeft hij M&S en MLS gesommeerd onder meer het aan [verzoeker] verschuldigd salaris plus emolumenten vanaf oktober 2021 te betalen, het in de toekomst verschuldigd salaris op de correcte wijze te berekenen en om alle bewijsstukken, waaronder alle facturen vanaf nummer [factuurnummer], te overleggen.
2.7
Bij e-mailbericht van 6 september 2022 heeft Elens [verzoeker] onder meer bericht dat geen sprake is van wijziging van zijn arbeidsvoorwaarden.
2.8
Met ingang van 27 oktober 2022 heeft [verzoeker] ontslag genomen.
2.9
Bij e-mailbericht van 2 november 2022 heeft [verzoeker] M&S en MLS gesommeerd tot betaling van het bedrag van minimaal Afl. 7.000,- en heeft hij M&S en MLS wederom gesommeerd tot betaling van het aan [verzoeker] verschuldigd salaris vanaf oktober 2021 en tot overlegging van alle bewijsstukken, waaronder alle facturen vanaf nummer [factuurnummer].
2.1
M&S en MLS hebben niet aan de sommaties voldaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in het verzoek
3.1 [
verzoeker] verzoekt het Gerecht om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. M&S en MLS hoofdelijk, des dat de een betalend de ander is gekweten, dan wel M&S en/of MLS, te veroordelen om aan [verzoeker] tegen behoorlijke kwijting te betalen het bedrag van Afl. 10.947,43 bruto, dan wel een door het Gerecht in goede justitie te bepalen gedeelte hiervan, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BWA, alsook te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf de dag der opeisbaarheid van het salaris en/of wettelijke verhoging tot de dag der voldoening;
b. M&S en MLS hoofdelijk, des dat de een betalend de ander is gekweten, dan wel M&S en/of MLS, te veroordelen om aan [verzoeker] binnen zeven dagen na betekening van de (tussen) beschikking de financiële bewijsstukken te overleggen conform art. 7:619 BWA waaruit de aan hem toekomende commissie over de periode van 1 oktober 2021 tot en met 27 oktober 2022 zal blijken, waaronder alle facturen vanaf nummer [factuurnummer] tot en met de facturen die zijn verstuurd in verband met goederen en/of diensten verleend door MLS tot en met 27 oktober 2022 en ook alle facturen die door M&S en/of MLS zijn verstuurd in verband met goederen en/of diensten verleend door M&S en/of MLS aan de Koninklijke Marine, alsook de relevante aangiften BBO, BAZV en BAVP die overeenkomen met al deze facturen;
c. M&S en MLS hoofdelijk, des dat de een betalend de ander is gekweten, dan wel M&S en/of MLS, te veroordelen om aan [verzoeker] tegen behoorlijke kwijting te betalen het verschil in het aan hem toekomende gebruikelijke salaris c.q. commissie (per maand), vermeerderd met emolumenten zoals toeslagen en bijslagen, uit voormelde arbeidsovereenkomst vanaf 1 oktober 2021 tot en met 27 oktober 2022, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BWA, alsook vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf de dag der opeisbaarheid van het salaris en/of wettelijke verhoging tot de dag der algehele voldoening. Dit voor zover nodig nadat M&S en MLS veroordeeld worden tot de verzochte overlegging van bewijsstukken.
d. althans iedere andere beslissing te nemen die het Gerecht juist voorkomt;
e. alles (voor zover mogelijk) op straffe van een dwangsom van Afl. 2.500,-- per dag of gedeelte van een dag dat M&S en MLS, althans een van hen, in gebreke met het bovenstaande moge blijven;
f. M&S en MLS hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2
Aan de vordering legt [verzoeker] ten grondslag dat M&S en MLS niet hebben voldaan aan alle betalingsverplichtingen die voor hen voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.
3.3
M&S en MLS voeren verweer en verzoeken het Gerecht om het verzoek van [verzoeker] af te wijzen, en [verzoeker], uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de proceskosten.
in het zelfstandig verzoek
3.4
M&S en MLS verzoeken het Gerecht bij wijze van zelfstandig verzoek om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
a. [verzoeker] te bevelen om de tarievenlijst en klantinformatie van M&S en MLS, alsook alle eventuele overige vertrouwelijke bedrijfsgevoelige informatie van M&S en MLS dat nog in zijn bezit is, te wissen en/of te vernietigen;
b. [verzoeker] te bevelen om binnen twee (2) dagen nadat het Gerecht beschikking in deze zaak heeft gewezen, schriftelijk te bevestigen aan M&S en MLS dat [verzoeker] aan het bevel genoemd onder A heeft voldaan en verder geen kopieën heeft (sof of hard), althans dat die zijn vernietigd en ook nergens zijn opgeslagen, hetgeen ook geldt voor het systeem van het bedrijf van [verzoeker] ([naam VBA]);
c. [verzoeker] te bevelen om geen gebruik te maken van die informatie, op welke manier dan ook, ook niet via zijn bedrijf ([naam VBA]);
d. [verzoeker] te bevelen om binnen twee (2) dagen nadat het Gerecht beschikking in deze zaak heeft gewezen, schriftelijk te bevestigen aan M&S en MLS voor welke klanten van [verzoeker] en/of [naam VBA] [verzoeker], althans [naam VBA] deze informatie heeft gebruikt, onder overlegging aan M&S en MLS van een kopie van de stukken die aantonen hoe de informatie is gebruikt, waaronder in elk geval wordt verstaan correspondentie, offertes, bestellingen, facturen, althans de stukken die het Gerecht in deze relevant of geraden acht;
e. [verzoeker] te verbieden, direct of indirect, zaken te doen met/voor die (potentiële) klanten en principalen en voorts met/voor klanten M&S en MLS, zulks voor een periode van twee (2) jaar ingaande na de dag dat de beschikking in deze zaak is gewezen, althans voor zodanige periode dat het Gerecht geraden acht;
f. Alles onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 10.000,- per dag of gedeelte van een dag dat [verzoeker] in gebreke mocht blijven om aan de door het Gerecht in deze gegeven bevelen en verbod te voldoen; en
g. [verzoeker] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.5
M&S en MLS leggen aan hun verzoek wanprestatie en onrechtmatige daad ten grondslag.
3.6 [
verzoeker] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, strekkende tot afwijzing van het zelfstandig verzoek.

4.DE BEOORDELING

in het verzoek
gevorderde onder a.
4.1
Gezien het verzoek onder a. en het daartegen gevoerde verweer, is aan de orde de vraag of M&S en MLS aan [verzoeker] achterstallig loon verschuldigd zijn.
4.2 [
verzoeker] heeft gesteld dat dat wel het geval is, nu M&S en MLS zijn loon eenzijdig hebben verlaagd en zij bij het uitbetalen van zijn loon het door hen eenzijdig verlaagde salaris hebben toegepast dan wel M&S en MLS ten onrechte bedragen hebben verrekend met het salaris van oktober 2022. M&S en MLS hebben gemotiveerd betwist dat zij het loon van [verzoeker] eenzijdig hebben verlaagd dan wel dat zij ten onrechte bedragen hebben verrekend met het salaris van oktober 2022. Het Gerecht overweegt als volgt.
short time ad Afl. 470,71
4.3 [
verzoeker] stelt dat hij een bedrag van Afl. 470,71 minder aan salaris uitbetaald heeft gekregen. M&S en MLS betwisten niet dat dat bedrag niet aan [verzoeker] is uitbetaald. M&S en MLS stellen echter dat zij dat bedrag niet aan [verzoeker] hebben uitbetaald, omdat hij tot en met 26 oktober 2022 in dienst was, waardoor de laatste werkdagen van de maand oktober 2022 niet aan hem zijn uitbetaald.
4.4
Naar het oordeel van het Gerecht hebben M&S en MLS gemotiveerd onderbouwd gesteld waarom dit bedrag niet aan [verzoeker] is uitbetaald. Gelet hierop zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
benzinebonnen 2022 ad Afl. 2.500,-
4.5 [
verzoeker] stelt dat M&S en MLS het bedrag van Afl. 2.500,- ten onrechte hebben verrekend met zijn salaris van oktober 2022. Deze stelling wordt door M&S en MLS betwist. Volgens M&S en MLS heeft [verzoeker] op grond van de arbeidsovereenkomst slechts recht op een autovergoeding van Afl. 250,- per maand en een representatievergoeding van Afl. 150,-. [verzoeker] heeft echter op gegeven moment in 2022 ook benzinebonnen van Afl. 500,- aan zichzelf vergoed. Ter onderbouwing hiervan verwijzen M&S en MLS naar het door hen overgelegde overzicht van de benzinebonnen die in 2022 aan [verzoeker] zijn vergoed. M&S en MLS stellen voorts dat zij eigenlijk het bedrag van Afl. 3.000,- (in plaats van Afl. 2.500,-) moesten verrekenen met het salaris van [verzoeker] van oktober 2022.
4.6
Naar het oordeel van het Gerecht hebben M&S en MLS gemotiveerd onderbouwd gesteld waarom zij het bedrag van Afl. 2.500,- hebben verrekend met het salaris van [verzoeker]. Voor zover [verzoeker] heeft gesteld dat hij altijd benzinebonnen vergoed kreeg en dat er daarom sprake is van verworven recht, hebben M&S en MLS deze stelling gemotiveerd betwist. In het licht van die betwisting had van [verzoeker] mogen worden verwacht dat hij zijn stelling nader had onderbouwd, bijvoorbeeld door overlegging van de benzinebonnen die hij vergoed heeft gekregen dan wel de salarisslips waaruit dit zou blijken. Nu hij dit niet heeft gedaan en evenmin tegenover de toelichting van M&S en MLS iets heeft ingebracht, is het Gerecht van oordeel dat de stelling van [verzoeker] voldoende grondslag mist. Dit brengt mee dat de stelling van [verzoeker], inhoudende dat M&S en MLS ten onrechte het bedrag van Afl. 2.500,- hebben verrekend, niet komt vast te staan. Gelet op het vorenstaande zal dit onderdeel van de vordering eveneens worden afgewezen.
kerstbonus ad Afl. 4.246,60
4.7
Vast staat tussen partijen dat op grond van de arbeidsovereenkomst [verzoeker] jaarlijks recht heeft op een kerstbonus gelijk aan een basis maandsalaris. In geschil is echter of [verzoeker] recht had op een kerstbonus in het jaar 2022, nu hij op 1 december 2022 niet meer in dienst was van M&S en MLS, zoals door M&S en MLS is gesteld en door [verzoeker] is betwist. Het Gerecht overweegt als volgt.
4.8
Naar het oordeel van het Gerecht heeft [verzoeker] gemotiveerd onderbouwd gesteld dat partijen niet zijn overeengekomen dat hij recht heeft op een kerstbonus, mits hij op 1 december in dienst is van M&S en MLS De stelling van M&S en MLS dat de cao van toepassing is verklaard op [verzoeker], is door [verzoeker] gemotiveerd betwist. Dit brengt mee dat de stelling dat hij slechts recht heeft op een kerstbonus, indien hij op 1 december 2022 in dienst was van M&S en MLS, niet vast komt te staan. Nu [verzoeker] eveneens onvoldoende betwist heeft gesteld dat tot en met oktober 2022 het bedrag van Afl. 4.246,60 (10 x Afl. 424,66) is gereserveerd, zal dit onderdeel van de vordering worden toegewezen.
loan ad Afl. 215,63
4.9 [
verzoeker] stelt dat M&S en MLS nog het bedrag van Afl. 215,63 aan hem verschuldigd zijn. Deze stelling hebben M&S en MLS betwist. Volgens M&S en MLS is [verzoeker] aan M&S en MLS nog een bedrag van Afl. 2.020,13 uit hoofde van een lening verschuldigd. Ter onderbouwing hiervan verwijzen zij naar het door hen overgelegde overzicht (verweerschrift, prod. 5). Voorts stellen M&S en MLS dat zij een bedrag van Afl. 2.027,13 hebben ingehouden in plaats van Afl. 2.020,13. Dit betekent dat zij het bedrag van Afl. 7,- aan [verzoeker] terug moeten betalen, aldus M&S en MLS.
4.1
Naar het oordeel van het Gerecht hebben M&S en MLS gemotiveerd onderbouwd gesteld waarom zij het bedrag van Afl. 2.027,13 hebben verrekend met het salaris van [verzoeker]. Dat [verzoeker] meer betalingen heeft verricht, is door [verzoeker] onvoldoende onderbouwd gesteld en is eveneens door M&S en MLS gemotiveerd betwist. Dit alles brengt mee dat dit onderdeel van de vordering zal worden afgewezen.
loan MLS ad Afl. 554,79
4.11
Naar het oordeel van het Gerecht hebben M&S en MLS eveneens gemotiveerd onderbouwd gesteld waarom zij dat bedrag hebben verrekend met het salaris van oktober 2022. Dit brengt mee dat dit onderdeel van de vordering eveneens zal worden afgewezen.
car en representation allowance ad Afl. 2.960,-
4.12
Niet meer in geschil is dat M&S en MLS [verzoeker] vanaf april 2021 recht had op 100% betaling van de auto- en representatievergoeding, waardoor M&S en MLS nog het bedrag van Afl. 1.520,- aan [verzoeker] verschuldigd zijn. In geschil is of [verzoeker] ook in de periode van juni 2020 tot en met maart 2021 recht had op betaling van 100% van de auto- en representatievergoeding.
4.13
M&S en MLS stellen dat dat niet het geval is, nu [verzoeker] in de periode vanaf juni 2020 tot en met maart 2021 met inhoudingen op zijn loon in het kader van Covid en de loonsubsidie heeft ingestemd, waardoor zij aan [verzoeker] in die periode minder dan 100% van de auto- en representatievergoeding hebben uitbetaald.
4.14 [
verzoeker] heeft niet betwist dat hij in voormelde periode heeft ingestemd met inhoudingen op zijn loon. [verzoeker] betwist echter dat de loonsubsidieregeling, die alleen van toepassing is op het loon van een werknemer, ook van toepassing is op de auto- en representatievergoeding. Volgens [verzoeker] zijn de auto- en representatievergoeding een kostenvergoeding, waarop de loonsubsidieregeling niet van toepassing was.
4.15
Naar het oordeel van het Gerecht heeft [verzoeker] bovenstaande stelling van M&S en MLS gemotiveerd betwist. In het licht van die betwisting had van M&S en MLS mogen worden verwacht dat zij hun stelling nader had onderbouwd. Nu zij dit niet hebben gedaan, is het Gerecht van oordeel dat de stelling van M&S en MLS voldoende grondslag mist. Dit brengt mee dat niet komt vast te staan de stelling van M&S en MLS inhoudende dat [verzoeker] in voormelde periode heeft ingestemd met inhoudingen op de auto- en representatievergoeding. Gelet op het voorgaande zal dit onderdeel van de vordering worden toegewezen.
4.16 [
verzoeker] heeft voorts betaling van wettelijke rente en wettelijke vertragingsrente verzocht. De verzochte wettelijke rente zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift tot de dag der algehele voldoening. Het Gerecht ziet in de omstandigheden van het geval en omdat tevens de wettelijke rente wordt verzocht, aanleiding de gevorderde wettelijke vertragingsrente over de kerstbonus te matigen tot telkens 12%. De wettelijke vertragingsrente over de auto- en representatievergoeding zullen worden afgewezen nu de auto- en representatievergoeding geen loon zijn als bedoeld in artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
gevorderde onder b. en c.
4.17
Ter beoordeling van het verzoek onder b. en c., dient, gelet op het gevoerde verweer, eerst de vraag te worden beantwoord hoe volgens de arbeidsovereenkomst de commissie moet worden berekend.
4.18 [
verzoeker] stelt dat partijen zijn overeengekomen dat de commissie moet worden berekend over de gehele omzet van M&S en MLS. Dit is de wijze waarop gedurende de periode vanaf zijn indiensttreding tot 1 oktober 2021 de commissie is berekend.
Dit wordt door M&S en MLS betwist. M&S en MLS stellen dat partijen zijn overeengekomen dat de commissie moet worden berekend over de omzet die gegenereerd is uit de partijen die genoemd zijn in de commissieregeling ([buitenlandse principaal 1] en [buitenlandse principaal 2]) en over andere nieuwe buitenlandse principalen die door [verzoeker] zijn aangebracht en die door hem worden gemanaged. Weliswaar is gedurende de periode vanaf zijn indiensttreding tot 1 oktober 2021 de commissie berekend op de door [verzoeker] voorgestane wijze, maar dat was onjuist, aldus M&S en MLS.
Tussen partijen is dan ook in geschil wat de strekking is van het bepaalde in de arbeidsovereenkomst over de berekening van commissie.
4.19
Zoals hiervoor (onder 2.2) is vermeld, is in de arbeidsovereenkomst over de berekening van commissie het volgende vermeld:
“[verzoeker] will receive a Commission Income calculated as follows:
- Sales Commission:
- 3% of commission income between Awg. 0 – Awg. 42,000
5% of commission income between Awg. 42,001 and up
- All Income, commissions, fees related to handling, transportation, custom documentation etc. generated from [buitenlandse principaal 1], [buitenlandse principaal 2] and/or other foreign representations, which are managed by (…) [verzoeker].
- Every month an advance of Awg. 1,200.= will be paid, to be offset against the commission earned.
This offset will be done every three months.”
Het Gerecht zal, gezien het geschil tussen partijen, deze passage uit de arbeidsovereenkomst moeten uitleggen. Uitleg van een overeenkomst dient volgens vaste rechtspraak te geschieden aan de hand van het zogenaamde Haviltex-criterium. Dat betekent dat het bij die uitleg aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij van belang kan zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. Daarbij zijn telkens van beslissende betekenis alle concrete omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Het Gerecht overweegt als volgt.
4.2
Vast staat dat partijen M&S en MLS vanaf de indiensttreding van [verzoeker] tot 1 oktober 2021 de commissie heeft berekend over hun gehele omzet en dat ook zodanig aan [verzoeker] heeft uitbetaald. Aldus hebben partijen gedurende een periode van bijna zes jaar uitvoering gegeven aan de arbeidsovereenkomst uitgaande van de uitleg dat de commissie berekend wordt over de gehele omzet van M&S en MLS. Dit alleen al is voldoende voor het oordeel dat deze uitleg van het bepaalde ter zake in de arbeidsovereenkomst de uitleg is die partijen daaraan kennelijk hebben toegekend en over en weer van elkaar hebben mogen verwachten. Gelet hierop, en nu vast staat dat M&S en MLS [verzoeker] met ingang van 1 oktober 2021 de commissie hebben uitbetaald, berekend over een beperkt deel van de omzet van M&S en MLS, zal de vordering onder c. worden toegewezen als na te melden.
4.21
Ten aanzien van het gevorderde onder b. overweegt het Gerecht verder als volgt.
Op grond van artikel 7:619, eerste lid, BW heeft, indien het loon voor het geheel of voor een gedeelte bestaat in een bedrag dat afhankelijk is gesteld van enig gegeven dat uit de boeken, bescheiden of andere gegevensdragers van de werkgever moet kunnen blijken, de werknemer het recht van de werkgever overlegging te verlangen van zodanige bewijsstukken, als hij nodig heeft om dat gegeven vast te kunnen stellen. De vraag hoe ver deze verplichting gaat, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval en de daarbij in redelijkheid in aanmerking te nemen belangen van partijen, met inbegrip van aard en inhoud van de gemaakte afspraken. Uitgangspunt bij de verplichting van de werkgever tot overlegging van bewijsstukken zal moeten zijn dat de werkgever in beginsel gehouden is inzage te geven van zodanige stukken als nodig is om de werknemer in kennis te stellen van de hem niet bekende en bij de werkgever aanwezige gegevens waarvan de loonberekening afhankelijk is. De werknemer moet in staat worden gesteld de loonberekening van de werkgever te controleren. De verplichting tot overlegging van stukken betekent niet dat afschriften moeten worden verstrekt, al zal dat vaak wel de meest efficiënte aanpak opleveren.
4.22
In dit geval is het geschil tussen partijen over de hoogte van de commissie waarop [verzoeker] aanspraak heeft gelegen in de verschillende uitleg die partijen aan de arbeidsovereenkomst geven, en niet in de omstandigheid dat [verzoeker] geen inzage heeft in stukken van M&S en MLS. Met deze uitspraak (onder 4.20) is het geschil in zoverre beslecht. Voor partijen is nu dan ook duidelijk op welke wijze de commissie dient te worden berekend en uitbetaald, waartoe M&S en MLS bovendien bij deze beschikking veroordeeld worden (hierna onder 5.3). Verder is gesteld noch gebleken dat tot 1 oktober 2021, het moment waarop M&S en MLS de commissie volgens de door hen voorgestane uitleg begonnen te berekenen, enige aanleiding bestond voor twijfel aan de berekening van de commissie door M&S en MLS. Voorts gaat het om bedrijfsgevoelige informatie, en heeft [verzoeker] na zijn ontslag bij M&S en MLS een concurrerende onderneming opgericht. Onder al deze omstandigheden acht het Gerecht thans geen gronden aanwezig voor toewijzing van de vordering onder b.
in het zelfstandig verzoek
4.23
Voor zover M&S en MLS de vorderingen onder a. tot en met e. erop hebben gegrond dat [verzoeker] heeft gehandeld in strijd met goed werknemerschap, wordt als volgt overwogen. De stelling van M&S en MLS dat [verzoeker] de tarievenlijst en klanteninformatie van alle klanten van M&S en MLS naar zijn privé-email heeft gestuurd, mist naar het oordeel van het Gerecht in het licht van de gemotiveerde betwisting van [verzoeker] voldoende nadere onderbouwing. In het licht van die betwisting had van M&S en MLS mogen worden verwacht dat zij hun stelling nader hadden onderbouwd. Nu zij dat niet hebben gedaan en evenmin tegenover de stellingen van [verzoeker] iets concreets hebben ingebracht, is het Gerecht van oordeel dat aan de stelling van M&S en MLS als onvoldoende onderbouwd voorbij moet worden gegaan. In dit verband weegt nog mee dat de vorderingen niet of onvoldoende duidelijk zijn, onder meer om welke klanteninformatie dan wel overige vertrouwelijke bedrijfsgevoelige informatie het hier precies gaat.
4.24
Voor zover M&S en MLS de vorderingen onder a. tot en met e. erop hebben gegrond dat de gestelde handelingen van [verzoeker] jegens hen een onrechtmatige daad opleveren, valt dat buiten de kaders van deze procedure, die betrekking heeft op een arbeidsovereenkomst en waarin ingevolge artikel 429b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een beschikking wordt gegeven.
4.25
Al het vorenstaande brengt met zich dat de vorderingen onder a. tot en met e. zullen worden afgewezen.
4.26
Afwijzing van de hiervoor onder a. tot en met e. omschreven vorderingen van M&S en MLS brengt met zich mee dat de vordering onder f. eveneens zal worden afgewezen.
in het verzoek en het zelfstandig verzoek
4.27
In de aard, verloop en uitkomst van deze procedures ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen als na te melden.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
in het verzoek
5.1
veroordeelt M&S en MLS hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan [verzoeker] te betalen het bedrag van Afl. 4.246,60, te vermeerderen met (1) de gematigd vastgestelde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van telkens maximaal 12% en (2) met de wettelijke rente met ingang van 6 januari 2023 tot de dag der algehele voldoening;
5.2
veroordeelt M&S en MLS hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan [verzoeker] te betalen het bedrag van Afl. 2.960,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 6 januari 2023 tot de dag der algehele voldoening;
5.3
veroordeelt M&S en MLS hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan [verzoeker] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het verschil tussen de aan [verzoeker] uitbetaalde commissie gedurende de periode tussen 1 oktober 2021 en 27 oktober 2022 en de commissie over deze periode, berekend op de wijze waarop dat tot 1 oktober 2021 werd gedaan, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, alsook vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf de dag der opeisbaarheid van het salaris en/of wettelijke verhoging tot de dag der algehele voldoening;.
5.4
wijst het meer of anders verzochte af;
in het zelfstandig verzoek
5.5
wijst af het door M&S en MLS verzochte;
in het verzoek en het zelfstandig verzoek
5.6
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
5.7
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 22 augustus 2023 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 22 augustus 2023
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: E.J. nr. AUA202300029
Inhoudsindicatie: EJ. Arbeid.
Rechtsgebieden: Civiel; Arbeidsrecht.
Rechter: mr. M.E.B. de Haseth
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - enkelvoudig