ECLI:NL:OGEAA:2023:168
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening ex artikel 54 van de Lar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf voor gezinshereniging
Op 5 juli 2023 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoekers, twee personen die in Aruba verblijven, hadden op 1 februari 2023 aanvragen ingediend voor verlenging van hun vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel gezinshereniging. Na het uitblijven van een beschikking op hun aanvragen, hebben zij op 31 mei 2023 bezwaar gemaakt en een verzoekschrift ingediend. Het verzoek is behandeld tijdens een zitting op 21 juni 2023, waarbij verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder, de Minister van Arbeid, Energie en Integratie.
De verzoekers stelden dat zij onevenredig nadeel ondervonden door het uitblijven van een beslissing op hun aanvragen, omdat zij zich zonder de verzochte verblijfsvergunningen niet konden inschrijven voor het komende schooljaar. De verweerder voerde echter aan dat de scholen in Aruba, gezien de geldende leerplicht, niet konden weigeren om verzoekers in te schrijven. De moeder van verzoekers verklaarde dat zij reeds waren ingeschreven op de scholen en dat de scholen enkel in afwachting waren van de indiening van bepaalde documenten.
De rechter oordeelde dat er geen sprake was van onevenredig nadeel, aangezien verzoekers al ingeschreven waren op de scholen. Daarom werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De rechter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en is definitief, aangezien er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.