ECLI:NL:OGEAA:2023:166
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens verzuim in machtiging en identiteitsbewijs
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 juli 2023 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van de appellante, de Minister van Justitie en Sociale Zaken. De appellante had op 29 december 2022 pro-forma beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder, die op 17 november 2022 het bezwaarschrift van appellante ongegrond had verklaard. De appellante was niet verschenen op de zitting van 24 mei 2023, ondanks een behoorlijke oproep. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft het gerecht het onderzoek heropend en appellante in de gelegenheid gesteld om een verzuim te herstellen, namelijk het ontbreken van een geldige machtiging en identiteitsbewijs.
De appellante heeft op 25 mei 2023 gereageerd, maar heeft geen nieuwe machtiging of geldig identiteitsbewijs overgelegd. Het gerecht oordeelde dat de overgelegde machtiging(en) niet toereikend waren, vooral omdat de appellante zich op dat moment niet in Aruba bevond en haar identiteitsbewijs meer dan vier jaar geleden was verlopen. Het gerecht heeft vastgesteld dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten voor het indienen van een beroepschrift.
De rechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat de gemachtigde van appellante niet als advocaat was ingeschreven bij het Hof en dat de machtiging dus moest worden overgelegd. De appellante had de kans om het verzuim te herstellen, maar heeft dit nagelaten. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.