In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 juli 2023 uitspraak gedaan in een bezwaar van de Gouverneur van Aruba tegen een disciplinaire straf opgelegd aan een ambtenaar, klaagster, werkzaam bij het Departamento di Aduana. De Gouverneur had op 24 oktober 2022 besloten om klaagster een eenmalige inhouding van inkomen ter grootte van Afl. 500,- op te leggen wegens plichtsverzuim, nadat op 29 april 2021 een diamant ter waarde van $1.267 zoekraakte in de loods van Fedex. Klaagster had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, en het gerecht heeft de zaak op 22 mei 2023 behandeld.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift tijdig had ingediend, ondanks dat dit na de formele termijn was gebeurd. De rechter oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar bezwaar. Tijdens de behandeling van de zaak werd duidelijk dat klaagster op verzoek van een collega in de loods aanwezig was en dat de diamant niet opzettelijk was verloren. De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat klaagster zich schuldig had gemaakt aan de verweten gedragingen, en dat de Gouverneur niet had aangetoond dat klaagster plichtsverzuim had gepleegd.
Uiteindelijk verklaarde het gerecht het bezwaar gegrond, vernietigde het bestreden landsbesluit en veroordeelde de Gouverneur tot betaling van de proceskosten van klaagster. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opleggen van disciplinaire straffen aan ambtenaren en de noodzaak van voldoende bewijs voor plichtsverzuim.