ECLI:NL:OGEAA:2023:156

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202300583
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de Coördinator HOH Academy bij SZA na reorganisatie

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting Stichting Ziekenverpleging Aruba (SZA) en haar werknemer, de Coördinator van de HOH Academy. De werknemer, aangeduid als [verweerder], was sinds 1 juni 2021 in dienst bij SZA en had een bruto maandsalaris van Afl. 6.659,30. Na een onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van de HOH Academy, waaruit gebrekkig management bleek, heeft SZA besloten de structuur van de HOH Academy te reorganiseren, wat leidde tot het vervallen van de functie van Coördinator per 1 januari 2023. SZA heeft geen alternatieve functie aangeboden aan [verweerder] en enkel een beëindiging van het dienstverband voorgesteld.

SZA verzocht het Gerecht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van gewichtige redenen, met een ontbindingsvergoeding van Afl. 21.642,--. [verweerder] voerde verweer en vroeg om een billijke ontbindingsvergoeding indien de overeenkomst zou worden ontbonden. Het Gerecht oordeelde dat SZA niet voldoende had aangetoond dat er geen uitwisselbare functie voor [verweerder] beschikbaar was, en dat goed werkgeverschap vereiste dat SZA hem de functie van Jr. Financial Controller had moeten aanbieden, die op dat moment mogelijk vacant was.

Het Gerecht heeft het ontbindingsverzoek van SZA afgewezen, en SZA in de proceskosten veroordeeld. Indien de functie van Jr. Financial Controller niet meer vacant was, zou de arbeidsovereenkomst ontbonden worden met een ontbindingsvergoeding van Afl. 75.000,--. De beschikking biedt SZA de mogelijkheid om haar ontbindingsverzoek in te trekken tot 1 augustus 2023, anders zou de ontbinding plaatsvinden met ingang van 2 augustus 2023.

Uitspraak

Beschikking van 25 juli 2023
Behorend bij E.J. AUA202300583
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de stichting
STICHTING ZIEKENVERPLEGING ARUBA,
te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: SZA,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios,
tegen:
[Naam verweerder],
te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.K. Smit.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 15 februari 2023;
  • de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 12 april 2023.
1.2
SZA is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door de heer [naam bestuursvoorzitter] (bestuursvoorzitter SZA). [verweerder] is verschenen samen met zijn gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitnota’s, die van [verweerder] voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
SZA exploiteert het enige ziekenhuis te Aruba, het Horacio Oduber Hospital (HOH). Ter waarborging van de kwaliteit van haar dienstverlening heeft SZA een afdeling ingesteld die zich bezig houdt met de opleiding van haar werknemers en van politiële werknemers, de zogeheten HOH Academy. De HOH Academy is het opleidingscentrum van het HOH en is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de beroepsopleidingen, voortgezette verpleegkundige opleidingen, bedrijfsopleidingen, bij- en nascholingen, de acquisitie en uitvoering van contractactiviteiten “
en het adequaat uitvoeren van stage en evenementen beleid en overschrijdende contracten op het gebied van onderwijs”.
2.3 [
verweerder] is op 1 juni 2021 krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst in loondienst getreden van SZA, thans in de functie van
Coördinator HOH Academytegen een bruto maandsalaris van Afl. 6.659,30.
2.4
Op grond van zijn functie als Coördinator HOH Academy was [verweerder] verantwoordelijk voor het mede vormgeven van beleidsuitgangspunten ten behoeve van zorgopleidingen als onderdeel van het strategisch HRM-beleid in lijn met de visie en het algemene beleid van SZA. Verder was hij in dat licht verantwoordelijk voor het adviseren en ondersteunen van de Raad van Bestuur en het management bij de vaststelling en uitvoering daarvan.
2.5
Kort na 10 oktober 2022 is door een onafhankelijk onderzoeksbureau onderzoek gedaan naar het functioneren van de HOH Academy. Uit dit onderzoek is (mede) gebleken dat binnen de HOH Academy sprake was van gebrekkig management; wegens verschillende factoren ontbrak er aan een heldere management- en controlestructuur, hetgeen een negatieve invloed heeft gehad op de primaire didactische processen van de HOH Academy.
2.6
Naar aanleiding van de bevindingen van voormeld onderzoek, heeft SZA besloten om de structuur van de HOH Academy zodanig aan te passen dat er geen tweede managementlaag meer zou bestaan. Gevolg van die reorganisatie binnen de HOH Academy is dat per 1 januari 2023 de functie van Coördinator HOH Academy is komen te vervallen. De taken en werkzaamheden die voorheen door de Coördinator HOH Academy werden uitgevoerd zijn ondergebracht bij de Manager HOH Academy en het secretariaat, met dien verstande dat de stage coördinerende taken aan het secretariaat zijn toebedeeld.
2.7 [
verweerder] heeft een andere vaste baan opgezegd om bij SZA in dienst te treden. Aan [verweerder] is bij de totstandkoming van zijn arbeidsovereenkomst met SZA niet verteld dat op korte termijn een reorganisatie zou gaan plaatsvinden binnen de afdeling HOH Academy van SZA, en evenmin is hem verteld dat de functie van Coördinator HOH Academy slechts van tijdelijke aard zou kunnen zijn.
2.8
SZA heeft aan [verweerder] geen alternatieve functie binnen haar organisatie aangeboden; aan hem heeft SZA alleen een aanbod gedaan tot beëindiging van zijn dienstverband met wederzijds goedvinden, welk aanbod [verweerder] niet heeft aanvaard.

3.HET GESCHIL

3.1
SZA verzoekt het Gerecht de arbeidsovereenkomst tussen partijen met onmiddellijke ingang, danwel een door het Gerecht te bepalen ander tijdstip, te ontbinden op grond van de in haar verzoekschrift omschreven gewichtige redenen, onder toekenning aan [verweerder] van een ontbindingsvergoeding naar billijkheid gelijk aan bruto Afl. 21.642,--, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
3.2 [
verweerder] voert verweer en concludeert primair tot afwijzing van het door SZA verzochte, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens. Subsidiair, voor het geval het Gerecht zijn arbeidsovereenkomst ontbindt, concludeert [verweerder] tot toekenning aan hem van een billijke ontbindingsvergoeding, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
3.3
Voor zover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ter beoordeling ligt voor de vraag of sprake is van veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking van [verweerder] bij SZA billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. In dit verband wordt het volgende overwogen.
4.2
Het is in beginsel aan SZA om haar bedrijfsvoering naar haar believen in te richten. In dat licht mag SZA in beginsel reorganisaties doorvoeren waarvan zij vindt dat die haar bedrijfsvoering optimaliseren. Zo is SZA onder meer bevoegd om haar afdeling HOH Academy te reorganiseren zoals zij heeft gedaan, temeer omdat daar een advies van een onafhankelijk adviesbureau aan ten gronde ligt. Dat als gevolg van die reorganisatie de functie van [verweerder] per 1 januari 2023 is komen te vervallen betekent niet zonder meer dat daarmee zijn dienstverband bij SZA moet worden beëindigd. Goed werkgeverschap brengt met zich dat SZA allereerst gehouden is te onderzoeken of er ter herplaatsing van [verweerder] binnen haar organisatie sprake is van een uitwisselbare functie.
4.3 [
verweerder] heeft in dat verband gesteld dat sprake was/is van zo’n functie, te weten die van Jr. Financial Controller, die hem echter niet door SZA is aangeboden. SZA stelt in dit verband op grond van productie 6 bij haar verzoekschrift dat de meest in aanmerking komende alternatieve functie voor [verweerder] - gelet op zijn kennis en ervaring en die binnen zijn profiel kon passen - die van Jr. Financial Controller was, maar volgens SZA is die functie niet passend te achten vanwege het verschil in salaris (vide randnummer 5. van de pleitnota van SZA). De functie van Jr. Financial Controller valt onder functiegroep 55, terwijl de functie van Coördinator HOH Academy onder functiegroep 65 valt, aldus SZA. Dat betoog van SZA oordeelt het Gerecht niet overtuigend, en dat om het navolgende.
4.4 [
verweerder] heeft onbestreden gesteld dat hij als Coördinator HOH Academy binnen functiegroep 65 op het laagste salaris binnen die groep is ingeschaald, terwijl het hoogste salaris in de op de functie van Jr. Financial Controller ziende functiegroep 55 daar nog geen Afl. 100,-- onder ligt. Tegen de achtergrond van die vaststaande omstandigheid had het naar het oordeel van het Gerecht op de weg van SZA gelegen om aan [verweerder] de vraag voor te leggen of hij bereid was om in de plaats van zijn huidige functie de functie van Jr. Financial Controller te aanvaarden met een salaris van nog geen Afl. 100,-- onder zijn huidige salaris zonder salarisgroeimogelijkheden in die functie. Dit klemt temeer omdat [verweerder] ter zitting heeft verklaard dat hij met dat stapje terug in salaris en met het ontbreken van salarisgroeimogelijkheden genoegen neemt en aldus bereid is om geplaatst te worden in de functie van Jr. Financial Controller, en dat hij in die functie mogelijke voor hem betere tijden binnen SZA afwacht.
4.5
Indien en voorzover de functie van Jr. Financial Controller nog vacant is binnen SZA ziet het Gerecht geen grond voor de ontbinding van het dienstverband van [verweerder] bij SZA, omdat goed werkgeverschap in verbinding met de hiervoor omschreven verklaring van [verweerder] met zich brengt dat SZA [verweerder] dient te herplaatsen in de functie van Jr. Financial Controller in de hoogste schaal van functiegroep 55 zonder verdere salarisgroeimogelijkheden in die groep in afwachting van mogelijke betere tijden voor [verweerder] binnen SZA.
4.6.1
Indien en voorzover de functie van Jr. Financial Controller ten tijde van de uitspraak van deze beschikking niet langer vacant is binnen SZA zal het Gerecht - gelet op de omstandigheid dat het SZA volgt dat andere uitwisselbare functies niet voorhanden zijn - over gaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen, met toekenning aan [verweerder] van een ten laste van SZA komende ontbindingsvergoeding naar billijkheid. Voor de bepaling van die hoogte van die vergoeding worden alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, met name de omstandigheid dat:
-[verweerder] een andere vaste baan heeft opgezegd om in dienst te kunnen treden van SZA;
-bij de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet door SZA tegen [verweerder] is gezegd dat de afdeling HOH Academy op korte termijn zou worden gereorganiseerd, en hem evenmin is verteld dat de functie van coördinator HOH Academy van (korte) tijdelijke aard zou kunnen zijn;
-[verweerder] bij aanvang van zijn dienstverband bij SZA naar het oordeel van het Gerecht niet hoefde te verwachten of er geen rekening mee hoefde te houden dat hij anderhalf jaar later overtollig zou zijn binnen de gelederen van SZA;
-SZA niet aan [verweerder] de vraag heeft voorgelegd of hij bereid was tegen wat minder loon en zonder loongroeimogelijkheden herplaatst te worden in de functie van Jr. Financial Controller, in afwachting van voor [verweerder] betere tijden binnen SZA.
In het licht van dat alles komt het Gerecht een ontbindingsvergoeding van Afl. 75.000,-- bruto redelijk en billijk voor, met dien verstande dat een eventuele door SZA aan [verweerder] uit te keren bedrag aan cessantia in mindering strekt op die vergoeding.
4.6.2
Op de voet van het bepaalde in het negende lid van artikel 7:685 BW zal het Gerecht als na te melden een termijn stellen waarbinnen SZA haar ontbindingsverzoek - zo haar dat geraden voorkomt - kan intrekken. Indien SZA haar verzoek tijdig intrekt, zal zij in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder] worden veroordeeld. Die kosten worden tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5).
4.6.3
Indien SZA haar verzoek niet (tijdig) intrekt, brengt de aard en uitkomst van deze procedure (in verbinding met het oordeel van het Gerecht dat SZA ten opzichte van [verweerder] geen blijk heeft gegeven van goed werkgeverschap) met zich dat SZA evenzeer zal worden veroordeeld in de proceskosten van [verweerder], tot aan deze uitspraak andermaal begroot op Afl. 2.500,--.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
INDIEN DE FUNCTIE VAN JR. FINANCIAL CONTROLLER BIJ SZA PER HEDEN NOG STEEDS VACANT IS:
-wijst af het ontbindingsverzoek van SZA;
-veroordeelt SZA in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,--;
INDIEN DE FUNCTIE VAN JR. FINANCIAL CONTROLLER BIJ SZA PER HEDEN NIET MEER VACANT IS:
mogelijkheid voor SZA tot intrekking van haar ontbindingsverzoek
-stelt SZA in de gelegenheid om haar ontbindingsverzoek in te trekken middels een daartoe
uiterlijk op dinsdag 1 augustus 2023ter griffie van het Gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan [verweerder] en aan ondergetekende rechter;
-veroordeelt SZA in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde;
indien SZA haar ontbindingsverzoek niet (tijdig) intrekt
-ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van
woensdag 2 augustus 2023;
-kent ten laste van SZA aan [verweerder] toe een bruto ontbindingsvergoeding van
Afl. 75.000,-- (vijfenzeventigduizend Arubaanse florins), met dien verstande dat een eventueel door SZA aan [verweerder] uit te keren bedrag aan cessantia in mindering strekt op die vergoeding;
-veroordeelt SZA in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerder], tot aan deze uitspraak andermaal begroot op Afl. 2.500,--;
-wijst af het meer of anders door SZA verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 juli 2023 in aanwezigheid van de griffier.