Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
“patrol officer”, tegen een salaris van Afl. 1.815,35 bruto per maand
3.HET GESCHIL
cessantiaen schadevergoeding te betalen, in totaal ad Afl. 13.987,07;
4.DE BEOORDELING
cessantia-uitkeringte worden toegekend. De vordering tot betaling van het bedrag van Afl. 1.270,62 aan
cessantia-uitkeringwordt, als zijnde onbestreden, toegewezen.
Indien een der partijen de dienstbetrekking, al of niet met inachtneming van de voor de beëindiging geldende bepalingen, kennelijk onredelijk doet eindigen, kan de rechter steeds aan de wederpartij naar billijkheid een schadevergoeding toekennen.”. Het eerste lid van het in Aruba sinds 1 september 2021 geldende artikel 7:681 BW luidt als volgt: “
Indien een van de partijen de arbeidsovereenkomst, al of niet met inachtneming van de voor de opzegging geldende bepalingen, kennelijk onredelijk opzegt, kan de rechter steeds aan de wederpartij een schadevergoeding toekennen.”. Uit dit één en ander volgt dat vanaf 1 september 2021 in geval van kennelijk onredelijk ontslag geen wettelijke grondslag meer bestaat voor toekenning van een billijkheidsvergoeding. Vanaf die datum kan het Gerecht in geval van kennelijk onredelijk ontslag op grond van de algemene in Boek 6 BW neergelegde bepalingen ter zake van vergoeding van schade uit wanprestatie een schadevergoeding toekennen aan de wederpartij van de dienstbetrekking beëindigende partij.