ECLI:NL:OGEAA:2023:152

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202301047
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om terugplaatsing in functie van conrector bij Colegio Arubano na ontheffing door SVOA

In deze zaak verzoekt de verzoekster, een docente bij de Stichting Voortgezet Onderwijs Aruba (SVOA), om terugplaatsing in haar functie als conrector bij Colegio Arubano. De verzoekster is sinds 1 oktober 2010 in dienst bij SVOA en vervulde per 1 augustus 2020 de functie van conrector. Echter, per 1 augustus 2021 is haar functie gewijzigd naar die van docente, omdat SVOA geen subsidie meer ontving voor een vierde conrector. De verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar haar verzoek is afgewezen. De zaak is behandeld op de zitting van 20 juni 2023, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De rechtbank oordeelt dat SVOA onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de verzoekster. Ondanks dat de functie van conrector niet beschikbaar is, zijn er opengevallen posities die de verzoekster had kunnen vervullen. De rechtbank concludeert dat SVOA in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld door de verzoekster uit haar functie te ontheffen zonder dat daar een noodzaak voor was. Desondanks kan de verzoekster niet worden teruggeplaatst, omdat de functie van conrector niet beschikbaar is en er geen gelijkwaardige functie binnen de organisatie bestaat. De vorderingen van de verzoekster worden afgewezen, maar de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 14 juli 2023 (bij vervroeging)
Behorend bij AUA202301047 EJ
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam verzoekster],
wonende te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Croes,
tegen:
de stichting
STICHTING VOORTGEZET ONDERWIJS ARUBA,
gevestigd te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: SVOA,
gemachtigden: de advocaten mr. V.C. Perše en mr. L.J. Pieters.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de producties van partijen;
- de pleitaantekeningen van partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 20 juni 2023.
1.2 [
verzoekster] is ter zitting verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd. SVOA is verschenen bij haar gemachtigden voornoemd, samen met mevrouw [naam voorzitter] (voorzitter van SVOA) en mevrouw [naam HR functionaris] (HR functionaris bij Colegio Arubano). Partijen hebben over en weer het woord gevoerd (mede aan de hand van overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen), op vragen van het Gerecht geantwoord en gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Beschikking is nader bepaald op vandaag.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
SVOA is een non-profit stichting met als doel het behartigen van de belangen van het voortgezet onderwijs van bijzondere scholen in Aruba, waaronder het Colegio Arubano. De kosten van de bijzondere scholen, waaronder de salariskosten voor het personeel, worden door het Land vergoed, voor zover de minister daaraan zijn goedkeuring heeft gehecht.
2.2 [
verzoekster] is sinds 1 oktober 2010 als docente in dient bij SVOA. Per 1 augustus 2020 is zij de functie van conrector bij Colegio Arubano, voor de jaarlagen havo-4 en vwo-5, gaan vervullen. Dit is een leidinggevende functie met extra taakuren en een toeslag op het salaris van 25%. In totaal zijn er vier conrectoren. [verzoekster] is als laatste in deze functie benoemd.
2.3
Bij beschikking van 23 september 2019 van de directeur van de Directie Onderwijs namens de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling, is beslist dat de toelage voor een vierde conrector niet zal worden gesubsidieerd. SVOA heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt. Bij beslissing op bezwaar van 10 augustus 2021 is haar bezwaar ongegrond verklaard.
2.4
Bij brief van 27 augustus 2021 is [verzoekster] door SVOA bericht dat zij met ingang van 1 augustus 2021 de functie van conrector niet langer zal vervullen. De brief luidt onder als volgt:
“ Onder verwijzing naar het gesprek dat op 25 augustus 2021 heeft plaatsgevonden tussen het voltallig bestuur, de rector en de conrectoren van Colegio Arubano, wens ik, namens het (…) SVOA-bestuur, het in de gesprek door het bestuur geuite overwegingen te herhalen.
(…)
- Middels schrijven van 10 augustus 2021 verklaarde de Minister van Onderwijs Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling het destijds door de Stichting Voortgezet Onderwijs Aruba ingediend bezwaar ongegrond.
- Het SVOA-bestuur heeft inmiddels besloten niet in beroep te gaan van deze ministeriele beslissing, omdat het SVOA-bestuur van mening is dat de motivatie van het advies zijdens de Bezwaarcommissie Landsverordening Administratieve Rechtspraak, op juiste gronden stoelt.
- Het advies zijdens de Bezwaarcommissie Landsverordening Administratieve Rechtspraak juncto de ministeriële beslissing van 10 augustus 2021, juncto de beslissing van het SVOA-bestuur, houdt in dat Colegio Arubano, ingaande 1 augustus 2021 met drie conrectoren zal (moeten) fungeren.
- Het bovenstaande brengt met zich (…) dat u, ingaande 1 augustus 2021, niet (meer) als conrector zult fungeren. In een vergadering voor de grote vacantie, is u reeds medegedeeld, dat u hiermee rekening diende te houden.
(…)
Gezien al het bovenstaande, doet het SVOA-bestuur u het volgende voorstel.
1. U wordt, per 1 augustus 2021, benoemd voor de periode van één (1) jaar in een functie (de naam zal nog in overleg met de directeur en de rector worden vastgesteld), waarbij uw werkzaamheden gelijkwaardig zullen zijn aan die van een conrector.
2. De bezoldiging geschiedt conform het door de Arubaanse overheid gesubsidieerde salaris, vermeerderd met 25% toelage.
3. Uiterlijk ultimo mei 2022 zal een beoordelings- en functioneringsgesprek met u (moeten) plaatsvinden en zal het bestuur een (her)evaluatie van het conrectoraat gereed moeten hebben, waarna een definitieve beslissing ten aanzien van de samenstelling van het conrectoraat en uw eventuele deelneming hierin zal worden genomen.
(…).”
[verzoekster] heeft bij ontvangst van deze brief op de brief geschreven: “
niet akkoord. Onder voorbehoud van al mijn rechten”.
2.5 [
verzoekster] is in het schooljaar 2021/2022 de functie van conrector blijven uitoefenen.
2.6
Bij brief van 28 augustus 2021 heeft [verzoekster] aan SVOA bericht dat zij zich niet kan verenigen met de inhoud van de brief van 27 augustus 2021 en dat zij niet op het in die brief geformuleerde voorstel kan ingaan, nu SVOA voornemens is wijziging aan te brengen in haar benoeming als conrector en de aan de functie verbonden voorwaarden en dit voor haar niet acceptabel is.
2.7
Op 13 september 2021 heeft een gesprek plaats gevonden tussen de voorzitter van SVOA en [verzoekster]. Besproken is onder meer dat één van de conrectoren per 1 augustus 2022 het conrectoraat moet verlaten. Naar aanleiding van dit gesprek heeft SVOA bij brief van 15 september 2021 onder meer aan [verzoekster] meegedeeld dat zij rekening dient te houden met de omstandigheid dat zij diegene zal zijn.
2.8
Bij brief van 13 december 2021 is [verzoekster] door (de toenmalige voorzitter van) SVOA medegedeeld dat zij per 1 augustus 2022 uit haar functie van conrector wordt ontheven en dat zij vanaf die datum als docente zal worden ingeroosterd. De brief luidt als volgt.
“Onder verwijzing naar diverse correspondentie en gesprekken, die met u gevoerd zijn, wil ik thans het volgende naar voren brengen.
Bij het bestuur, de directie en de schoolleiding zijn diverse klachten over u binnengekomen. Uit raadpleging van uw personeelsdossier blijkt dat deze klachten niet nieuw zijn en dat zij onderkend zijn geweest tijdens het “voortgangs- & ontwikkelingsgesprek”, dat op 1 juni 2021 heeft plaatsgevonden tussen u en de heer [naam rector], rector van Colegio Arubano. Tijdens dit gesprek bent u met de heer [naam rector] overeengekomen dat u, gedurende het schooljaar 2021-2022 door een externe deskundige “gecoached” zou worden. Deze afspraak heb ik, middels mijn brief van 27 augustus 2021, genummerd [nr], bevestigd. De coaching is inmiddels voorbij en u heeft zich niet ingeschreven hiervoor noch de sessies bijgewoond.
Het bovenstaande, aangevuld met het feit dat Colegio Arubano op dit moment niet is toegestaan een vierde conrector te hebben, heeft het bestuur doen beslissen u, per 1 augustus 2022, als docente in te (laten) roosteren. Voor de goede orde en ter vermijding van eventuele (toekomstige) misverstanden, wil ik duidelijk stellen dat zelfs indien Colegio Arubano in de toekomst een vierde conrector toegewezen zal krijgen, u, gezien het in de vorige alinea gestelde, niet in aanmerking zult komen om (weer) als conrector te functioneren.”
[verzoekster] heeft op deze brief niet gereageerd.
2.9
Bij brief van 28 juni 2022 heeft de (inmiddels nieuwe) voorzitter van SVOA aan [verzoekster] bericht dat het besluit dat [verzoekster] per het schooljaar 2022-2023 niet meer de functie van conrector zal vervullen van kracht blijft en dat zij per 1 augustus 2022 als docent wordt ingeroosterd.
2.1
Eind juni 2022 heeft één van de vier conrectoren van Colegio Arubano ontslag genomen, waardoor er, inclusief [verzoekster], drie conrectoren over bleven. Voor de vrij gekomen plek is een nieuwe conrector aangenomen.
2.11
In januari 2023 heeft SVOA een oproep gedaan voor opnieuw een nieuwe (derde) conrector, verantwoordelijk voor de Basiscyclus (1e en 2e leerjaar) van Colegio Arubano. [verzoekster] heeft op deze functie gesolliciteerd. Per mailbericht van 31 januari 2023 is [verzoekster] meegedeeld dat zij niet voor de functie is geselecteerd.
2.12
Bij vonnis in kort geding van dit Gerecht van 8 februari 2023 (KG AUA202300024) zijn de vordering van [verzoekster] om haar bij wege van voorlopige voorziening in haar functie als conrector bij Colegio Arubano terug te plaatsen, althans om haar een andere, gelijkwaardige functie met bijbehorende toelage van 25% aan te bieden, afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang.

3.HET VERZOEK

3.1 [
verzoekster] verzoekt het Gerecht om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) SVOA te gebieden om haar in haar functie als conrector bij het Colegio Arubano terug te plaatsten, althans
b) SVOA te gebieden aan haar een andere functie gelijkwaardig aan de functie van conrector en met dezelfde vergoeding inclusief de gebruikelijke 25% toeslag aan te bieden, althans
c) een andere in alle goede justitie te vermenen voorziening te treffen, kosten rechtens.
3.2 [
verzoekster] legt aan haar verzoek - naar het Gerecht begrijpt - ten grondslag dat SVOA in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid en met de normen van goed werkgeverschap, door haar te ontheffen uit de functie van conrector en haar terug te plaatsen in de functie van eerstegraads docente bij Colegio Arubano. Deze handelwijze is voor [verzoekster] zeer ingrijpend en onacceptabel. Niet alleen is zij in inkomen erop achteruit gegaan, ook lijdt zij door de wijziging reputatieschade. De wijziging van haar functie is niet redelijk en aanvaarding daarvan kan in het licht van de omstandigheden van het geval niet van [verzoekster] worden verwacht.
3.3
SVOA heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van het door [verzoekster] verzochte, met veroordeling van [verzoekster] in de kosten van de procedure.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beslissing van belang, in gegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Vast staat dat aan SVOA geen subsidie (meer) wordt toegekend voor een vierde conrector bij Colegio Arubano. Niet, althans onvoldoende is weersproken dat deze omstandigheid met zich brengt, dat een dergelijke vierde functie niet langer door SVOA kan worden gefinancierd. Deze omstandigheden nopen SVOA ertoe maatregelen te treffen. Ter zitting heeft SVOA verklaard dat die maatregelen ten aanzien van [verzoekster] zijn getroffen, enkel en alleen omdat SVOA ervoor heeft gekozen het ‘last in, first out’- principe te hanteren en [verzoekster] als laatste de functie van conrector is gaan vervullen. De eerder door de toenmalige voorzitter aangedragen redenen liggen volgens SVOA niet (langer) ten grondslag aan (de handhaving van) de beslissing om [verzoekster] uit haar functie van conrector te ontheffen. Het Gerecht begrijpt dat (het nieuwe bestuur van) SVOA afstand neemt van de inhoud van deze brief.
4.2
Nog daargelaten het antwoord op de vragen of en in hoeverre aanvankelijk sprake was van zodanige omstandigheden dat SVOA als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorste, of dit voorstel redelijk is en of in redelijkheid van [verzoekster] kon worden gevergd dat zij aan de wijziging van haar functie zou meewerken, geldt naar het oordeel van het Gerecht dat SVOA onvoldoende met de gerechtvaardigde belangen van [verzoekster] rekening heeft gehouden en wel om de volgende reden. Nadat aan [verzoekster] was meegedeeld dat zij niet langer de functie van conrector kon vervullen omdat de vierde formatieplaats zou wegvallen, is tot tweemaal toe één van de drie resterende functies van conrector vrijgekomen. De eerste keer was zelfs toen [verzoekster] nog als conrector fungeerde (zij zou eerst per 1 augustus 2022 weer als docent worden ingeroosterd), zodat de noodzaak om [verzoekster] uit haar functie te ontheffen, althans om de uitvoering van dat besluit door te zetten, niet langer aanwezig was. Niet valt in te zien waarom SVOA deze openvallende plekken niet door [verzoekster] heeft kunnen laten vervullen, nu [verzoekster] immers, zoals SVOA als gezegd heeft verklaard, enkel uit haar functie is ontheven omdat zij als laatste als conrector was aangesteld. De ter zitting gegeven verklaring dat ook anderen een kans moeten krijgen om conrector te worden, is niet een voldoende zwaarwegende reden om aan de gerechtvaardigde belangen van [verzoekster] bij behoud van haar functie voorbij te gaan. Ditzelfde geldt voor het (door [verzoekster] bestreden) argument dat dit niet ging, omdat de roosters al waren gemaakt en [verzoekster] inmiddels als docent stond ingeroosterd. Indien en voor zover SVOA verder nog heeft bedoeld te betogen dat de openvallende posities als conrector niet volledig overeenkomen met de functie die [verzoekster] had, kan haar dit niet baten. Volgens SVOA heeft [verzoekster] op de openvallende functies kunnen solliciteren, zodat kennelijk niet van evident andere functies sprake is. Door aan de wijziging van de functie van [verzoekster] vast te houden zonder dat daarvoor (nog langer) een noodzaak en/of rechtvaardiging bestond, heeft SVOA jegens [verzoekster] niet als goed werkgever en in strijd met de redelijkheid en billijkheid gehandeld.
4.3
Het voorgaande kan [verzoekster] in deze procedure echter niet baten. [verzoekster] vordert dat zij in de functie van conrector wordt teruggeplaatst, dan wel dat haar een gelijkwaardige functie met dezelfde vergoeding inclusief de toelage van 25% wordt aangeboden. SVOA heeft echter onweersproken gesteld dat de functie van conrector niet beschikbaar is (omdat alle drie functies zijn vervuld) en een extra plek bij gebrek aan subsidiering niet kan worden gecreëerd, alsmede dat een gelijkwaardige functie binnen haar organisatie niet bestaat. Dit brengt mee dat vast staat dat SVOA niet aan een veroordeling overeenkomstig het gevorderde zal kunnen voldoen. Voor toewijzing van het gevorderde is daarom geen plaats.
4.4
De slotsom van het voorgaande is dat de vorderingen zullen worden afgewezen. In de omstandigheid dat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld (de vorderingen worden weliswaar afgewezen, maar [verzoekster] is materieel gezien niet in het ongelijk gesteld), ziet het Gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 juli 2023 in aanwezigheid van de griffier.