ECLI:NL:OGEAA:2023:147

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202301623
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de bestuurder van een vereniging in kort geding met betrekking tot geschillen over stemrecht en bestuursverantwoordelijkheden

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben eisers, bestaande uit twee appartementseigenaren en een Trust, een kort geding aangespannen tegen de bestuurder van de Vereniging van Eigenaars van een appartementencomplex. De eisers vorderden onder andere de schorsing van de bestuurder, [gedaagde 2], en vroegen om een aantal voorzieningen met betrekking tot de bestuursverantwoordelijkheden en het stemrecht binnen de Vereniging. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 10 mei 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 juni 2023. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat er onvrede bestond over de gang van zaken binnen de Vereniging, met beschuldigingen van misbruik van meerderheidsmacht door [gedaagde 2] en zijn echtgenote, [gedaagde 3].

De eisers voerden aan dat de bestuurder zijn positie misbruikte en dat er sprake was van tegenstrijdige belangen, vooral gezien het feit dat [gedaagde 2] als eigenaar van meerdere appartementen een meerderheidsstem had. De gedaagden, daarentegen, stelden dat de stemverhoudingen legitiem waren en dat er geen sprake was van misbruik. Het Gerecht oordeelde dat de vorderingen van de eisers onvoldoende spoedeisend waren, vooral omdat [gedaagde 2] zich bereid had verklaard af te treden als bestuurder. Het Gerecht wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op Afl. 1.500,-. De uitspraak werd gedaan op 28 juni 2023.

Uitspraak

Vonnis van 28 juni 2023
Behorend bij K.G. nr. AUA202301623
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.[Naam eiser 1],

2.
[Naam eiser 2],
beiden domicilie kiezende te Aruba,
hierna gezamenlijk te noemen: [eisers] c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Steward,
3. de vennootschap naar vreemd recht
[Naam vennootschap naar vreemd recht],
gevestigd te Canada, domicilie kiezende te Aruba,
hierna te noemen: de Trust
gemachtigden: de advocaten mr. L.A.J. Banis en mr. C.R.O. Richardson,
eisers,
tegen:
1. de vereniging
[Naam vereniging],
gevestigd te Aruba,
hierna te noemen: de Vereniging,
2.
[Naam gedaagde 2],
wonende te Aruba,
hierna te noemen: [gedaagde 2],
3.
[Naam gedaagde 3],
wonende te Aruba,
hierna te noemen: [gedaagde 3],
gedaagden,
gemachtigden: de advocaten mr. D.G. Illis en mr. E.M.J. Cafarzuza.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties van 10 mei 2023;
- het voorafgaand aan de mondelinge behandeling toegezonden verweer, met producties, van 12 juni 2023;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van – na uitstel op verzoek van de gemachtigde van eisers sub 1 en 2 - dinsdag 13 juni 2023.
1.2
Tijdens de mondelinge behandeling zijn namens eisers hun respectievelijke gemachtigden mr. Steward en mr. Banis verschenen. Gedaagden zijn in persoon verschenen, [gedaagde 2] zowel in persoon als in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Vereniging, bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd. Alle partijen hebben (mede aan de hand van door de gemachtigden aan het Gerecht overgelegde pleitnota’s) het woord gevoerd, vragen van het Gerecht beantwoord en op elkaars stellingen gereageerd of kunnen reageren.
1.3
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1 [
Naam V.B.A.] (hierna: [V.B.A.]) is de ontwikkelaar van het appartementencomplex gelegen te [adres] op Aruba, genaamd [naam suites]. In totaal bevinden zich 5 appartementsrechten in dit complex (met nummers 1 tot en met 5).
2.2
In de splitsingsakte van 23 september 2015 is onder meer bepaald dat de eigenaren van de appartementen van rechtswege lid zijn van de bij die akte opgerichte vereniging van eigenaars (de Vereniging), dat het totaal aantal stemmen in de algemene vergadering van de Vereniging negen stemmen bedraagt, dat de eigenaren van de appartementen met indexnummer 1, 2, 3 en 5 ieder recht hebben op één stem en dat de eigenaar van het appartementsrecht met nummer 4 recht op 5 stemmen heeft.
2.3
In de in de splitsingsakte van toepassing verklaarde Modelakte vaststelling reglement bij splitsing in appartementsrechten van 23 juli 2014 (hierna: de modelakte) is onder meer als volgt bepaald:
Artikel 1
(…)
c. “bestuur”: het bestuur van de vereniging (…) [wordt] gevormd door één of meer bestuurders;
(…)
Artikel 2
1. De eigenaars (…) moeten zich overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid jegens elkaar gedragen. Iedere eigenaar (…) dient voorts de bepalingen van het reglement (…) na te leven.
(…)
Artikel 47
1. Stemgerechtigd zijn de eigenaars.
(…)
3. een stemgerechtigde kan zijn stemrecht niet uitoefenen bij het nemen van besluiten waarbij aan hem, zijn echtgenoot (…) of aan vennootschappen waarin hij, zijn echtgenoot (…) direct of indirect een meerderheidsbelang hebben, anders dan in hun hoedanigheid van eigenaar, rechten worden toegekend of verplichtingen worden kwijtgescholden.
(…).”
2.4 [
gedaagde 2] is de directeur en achterligger van ERE en eigenaar van 2 appartementsrechten in [naam Suites] (appartementen nummer 4 en 5). [gedaagde 3] is zijn echtgenote. Zij is eigenaar van 1 appartementsrecht (appartement nummer 1).
2.5 [
eisers] c.s. hebben op 18 april 2016 een koop/aanneemovereenkomst gesloten met ERE met betrekking tot een appartement in [naam Suites] (appartement nummer 2). Dit appartementsrecht is begin 2021 aan hen geleverd.
2.6
De Trust is sinds eveneens begin 2021 eigenaar van het appartement nummer 3 in het complex. Achterligger van de [naam achterligger] (hierna: [achterligger]).
2.7
Vanaf 10 juli 2021 zijn door het bestuur van de Vereniging vergaderingen uitgeroepen en georganiseerd. Voorzitter van het bestuur is [gedaagde 2].
2.8
Op 4 januari 2022 is een algemene vergadering bijeengeroepen, alwaar over onder meer de goedkeuring van de begrotingen voor 2021 en 2022, de betaling van openstaande facturen voor diensten van de bestuurders en dienstverleners van de Vereniging (onder meer [naam onderneming], een onderneming van [gedaagde 2]) en de vaststelling van het uurtarief voor de voorzitter van de Vereniging zou worden gestemd.
2.9
Tijdens de algemene vergadering is over de geagendeerde punten gestemd en zijn de voorstellen aangenomen. [eisers] c.s. hebben zich onthouden van stemmen, omdat volgens hen geen of onvoldoende informatie was verstrekt en onduidelijk is wat de werkzaamheden van de bestuurders precies inhouden en wat dan aan hen zou zijn verschuldigd.
2.1
Op 16 januari 2023 hebben [eisers] c.s. en de Trust verzocht een ledenvergadering te houden met als doel [gedaagde 2] als voorzitter van de Vereniging te ontslaan en om een nieuwe voorzitter te benoemen.
2.11
De vergadering heeft op 5 februari 2023 plaatsgevonden. [eisers] c.s. en de Trust hebben voor beide voorstellen gestemd en [gedaagde 2] en [gedaagde 3] beiden tegen, waardoor de voorstellen niet zijn aangenomen.
2.12
Bij brief van 7 februari 2023 hebben [eisers] c.s. de Vereniging bericht dat de stemming niet correct is verlopen en dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] zich van stemmen hadden moeten onthouden, alsmede gevraagd de stemming over deze agendapunten te herzien. Aan dit verzoek is geen gehoor gegeven.
2.13
Bij brief van 5 februari 2023 hebben [eisers] c.s. aan de Vereniging hun besluit toegelicht om de betaling van de maintenance fees op te schorten. In deze brief staat onder meer als volgt:
“(…) We always paid our fees ahead of time, until we notices that the budget was spent on topics not given free from the homeowners but by the chairman individually. We therefor paused our payments until our request to remove the chairman is dealt with in a homeowner voting. There was a voting held om February 5th and strange enough the chairman himself was taking part in the voting which is clearly not a legal process.”
2.14
Bij brief van 22 februari 2023 is namens [achterligger] aan [gedaagde 2] als voorzitter van de Vereniging bericht dat de eigenaren niet zijnde [gedaagde 2] en [gedaagde 3], ontevreden zijn over zijn functioneren als voorzitter, dat [achterligger] van mening is dat [gedaagde 2] zijn macht als voorzitter voor persoonlijk gewin misbruikt en dat er nog steeds onopgeloste problemen zijn, waaronder de individuele water- en elektriciteitsmeters, de aanwezigheid van een oude auto en container bij het complex en het niet afgewerkt zijn van de omgeving rond het complex. Voorts wordt in de brief geschreven:
“By means of this letter Client would like to inform you that he is suspending all HOA fees until:
1. Above mentioned issues are resolved;
2. You step down as chairman of HOA as a result of above mentioned;
3. The ‘Akte of Splitsing’ is modified to reflect a transparent HOA voting procedure, being that all apartments have the same number of votes. (…).”
2.15
Bij brief van 14 april 2023 heeft [gedaagde 2] namens de Vereniging de Trust gesommeerd om uiterlijk 15 mei 2023 aan zijn financiële verplichtingen ten opzichte van de Vereniging te voldoen. Tevens staat in deze brief:
“Doet u dat niet, dan zal de vergadering van eigenaren over gaan tot het nemen van de volgende besluiten/maatregelen:
1. Ontzegging van het gebruik van het privé gedeelte dat u als eigenaar toekomt alsmede van het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
2. Ontbinden van de overeenkomst.
3. Het eisen van schadevergoeding (…).”
2.16
Bij brief van 17 april 2023 heeft de Trust de Vereniging gesommeerd om hem en [eisers] c.s. alle afschriften van de bankrekening van de Vereniging vanaf juli 2021, alle originele facturen die sinds 1 juli 2021 door de Vereniging zijn betaald en een overzicht van alle betalingen door de Vereniging aan de bestuursleden te doen toekomen.

3.HET GESCHIL

3.1 [
eisers] c.s. en de Trust vorderen, verkort en zakelijk weergegeven, dat bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
i. [gedaagde 2] bij wijze van voorlopige voorziening met onmiddellijke ingang wordt geschorst als bestuurder van de Vereniging, totdat in de bodemzaak over zijn ontslag in een in gezag van gewijsde gegaan vonnis is beslist;
ii. [gedaagde 2] en de Vereniging hoofdelijk worden bevolen de inschrijving bij de Kamer van Koophandel van [gedaagde 2] als bestuurder van de Vereniging door te (doen) halen;
iii. [gedaagde 2] en [gedaagde 3] worden verboden, in welke hoedanigheid dan ook, een algemene vergadering te beleggen met het doel hen, althans één van hen tot bestuurder van de Vereniging te benoemen;
iv. gedaagden hoofdelijk worden bevolen alle noodzakelijk medewerking te verlenen, zodat de deurwaarder [naam deurwaarder], althans een door haar aan te wijzen en bereid bevonden (rechts)persoon, als voorzitter van de Vereniging zal worden benoemd, totdat in de bodemzaak bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis over het ontslag van [gedaagde 2] is beslist;
v. [gedaagde 2] en de Vereniging hoofdelijk worden bevolen om binnen vijf dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis opgave te doen van alle reeds gedane en nog te verwachten betalingen van de Vereniging, rekening en verantwoording af te leggen over de tot dusver verrichte bestuurs- en onderhoudswerkzaamheden en een kopie te verstrekken van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers die betrekking hebben op de bestuurs- en onderhoudswerkzaamheden van de Vereniging;
vi. wordt bevolen dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3], bij wijze van voorlopige voorziening gezamenlijk handelend als stemblok, in iedere algemene of bijzondere ledenvergadering van de Vereniging zich dienen te onthouden van het gebruik van hun stemrecht in geval van enig tegenstrijdig belang;
vii. de Vereniging wordt bevolen [eisers] c.s. en de Trust als appartementseigenaren niet te beperken in het gebruik van de privégedeelten en gemeenschappelijke gedeelten van hun respectievelijke appartementen indien zij de maintenance fees als gevolg van opschorting niet hebben voldaan;
viii. de Vereniging wordt bevolen te gehengen en te gedogen dat [eisers] c.s. en de Trust ieder voor zich ongehinderd hun eigen water- en electrameter met alle daartoe noodzakelijke leidingen kunnen (laten) aanleggen;
subsidiair:
ix. jegens gedaagden die geboden worden uitgesproken, dan wel jegens hen andere maatregelen worden getroffen die het Gerecht doeltreffend en gerechtvaardigd voorkomt;
zowel primair als subsidiair:
x. gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van dwangsommen van Afl. 50.000,- voor elk(e) dag(deel) dat zij niet volledig voldoen aan de jegens hen uit te spreken veroordelingen;
xi. gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten en nakosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis.
3.2 [
eisers] c.s. en de Trust leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] misbruik maken van hun feitelijke meerderheidsmacht, dat sprake is van tegenstrijdige belangen van [gedaagde 2] en dat de belangen van [eisers] c.s. en de Trust niet worden behartigd omdat deze worden gedwarsboomd door gedaagden.
3.3
Gedaagden hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwijzing naar mediation dan wel afwijzing van het gevorderde.
3.4
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover voor de beslissing van belang, ingegaan.

4.DE BEOORDELING

Mediation
4.1
Namens gedaagden is verzocht op de voet van artikel 21a Rv te bepalen dat partijen mediation dienen te beproeven ter beslechting van hun geschil. Nu eisers echter tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd hebben meegedeeld niet tot mediation bereid te zijn, bestaat daarvoor naar het oordeel van het Gerecht geen vruchtbare grond.
Petitum
4.2
Desgevraagd hebben eisers tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat het in hun petitum onder ii gevorderde, aldus moet worden begrepen dat wordt gevorderd te bevelen dat de in dezen te bepalen schorsing van [gedaagde 2] als bestuurder van de Vereniging bij de Kamer van Koophandel wordt geregistreerd. Het ontslag of aftreden van [gedaagde 2] als bestuurder wordt (in dezen) niet gevraagd.
Afspraken partijen
4.3
Tijdens de mondelinge behandeling is tussen partijen over het navolgende overeenstemming bereikt.
4.3.1 [
gedaagde 2] heeft zich bereid verklaard af te treden als bestuurder (voorzitter) van de Vereniging. Partijen hebben afgesproken dat via de advocaten van partijen in overleg zal worden getreden over het (bereid) vinden van een nieuwe voorzitter. Uitgangspunt is dat wordt gezocht naar een onafhankelijke persoon die de functie van bestuurder beroepsmatig zal uitoefenen en dat zal worden geprobeerd iemand te vinden die voor het uitvoeren van deze taak en de daarbij behorende werkzaamheden maximaal Afl. 250,- per uur in rekening brengt.
4.3.2 [
gedaagde 2] heeft zich tijdens de mondelinge behandeling verder bereid verklaard alle beschikbare bankafschriften van de RBC bankrekening van de Vereniging vanaf 1 januari 2023 op korte termijn aan (de advocaten van) gedaagden te verstrekken.
4.3.3
Verder is door gedaagden verklaard geen bezwaren te hebben tegen het aanbrengen van individuele water- en elektriciteitsmeters ten behoeve van [eisers] c.s. en de Trust. Overeengekomen is dat partijen door middel van hun respectievelijke advocaten in overleg treden teneinde te bewerkstelligen dat op een zo kort mogelijke termijn, via de daartoe meest geëigende en snelste weg, de individuele water- en elektriciteitsmeters worden gerealiseerd. Door de Trust zullen alle van hem benodigde stukken, na opgaaf door de gemachtigden van gedaagden welke stukken dit betreffen, zo spoedig mogelijk aan de betrokken notaris worden toegezonden. Gedaagden zullen van dit toezenden op de hoogte moeten worden gesteld.
4.3.4
Tot slot is door en namens gedaagden toegezegd dat vooralsnog geen gevolg zal worden gegeven aan de aangezegde besluitvorming over het ontzeggen van het gebruik door eisers van hun appartementen en de algemene ruimtes van het complex en dat gedaagden dit onderwerp zullen laten rusten in elk geval totdat een nieuwe bestuurder (voorzitter) is benoemd.
4.4
Gelet op deze afspraken en toezeggingen hebben eisers geen belang meer dan wel een onvoldoende spoedeisend belang bij het door hen gevorderde zoals hiervoor in 3.1 onder i, iii, iv, vii en viii weergegeven. Feiten en/of omstandigheden die meebrengen dat het formaliseren van de toezegging van [gedaagde 2] om af te treden als bestuurder van de Vereniging niet kan worden afgewacht, zijn gesteld noch gebleken. Aangezien de vordering tot schorsing van [gedaagde 2] wordt afgewezen, bestaat voor toewijzing van de hiervoor in 3.1 onder ii weergegeven vordering geen grond.
Verstrekken informatie en afleggen rekening en verantwoording
4.5
In het kader van dit geding zijn door gedaagden verschillende stukken overlegd, waaronder bankafschriften van de Vereniging tot en met 2022. Tijdens de mondelinge behandeling is, zoals hiervoor is weergegeven, door [gedaagde 2] toegezegd ook de bankafschriften vanaf 2023 van de bankrekening van de Vereniging bij RBC aan eisers zullen worden verstrekt. Gelet hierop is, zeker nu een toelichting ontbreekt, niet duidelijk welke opgave van door de Vereniging gedane betalingen overigens nog wordt bedoeld. Nu verder de vordering van eisers om stukken te verstrekken heel algemeen is geformuleerd en niet, althans onvoldoende concreet is toegelicht, is onvoldoende gesteld voor het oordeel dat een spoedeisend belang bij het doen van opgave over te verwachten betalingen en het overleggen van de gevorderde stukken bestaat. Ditzelfde geldt met betrekking tot het afleggen van rekening en verantwoording over de tot dusver verrichte bestuurs- en onderhoudswerkzaamheden, te meer nu een nieuwe bestuurder van de Vereniging zal worden benoemd en geen feiten en/of omstandigheden zijn gesteld of gebleken die meebrengen dat dit niet kan worden afgewacht. Dit deel van de vordering wordt daarom eveneens afgewezen.
Bevel onthouden stemrecht
4.6
Aan hun vordering [gedaagde 2] en [gedaagde 3] te bevelen zich te onthouden van het gebruik van hun stemrecht in geval van enig tegenstrijdig belang, hebben eisers ten grondslag gelegd dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] een feitelijke meerderheidspositie hebben (samen zeven stemmen tegenover de twee stemmen van eisers), dat zij deze positie misbruiken door besluiten die hen of aan hen gelieerde partijen niet zinnen, tegen te houden en dat zij van hun stemrecht gebruik maken ook wanneer sprake is van een overduidelijk tegenstrijdig belang.
4.7
Gedaagden hebben hiertegen aangevoerd dat meer stemrechten kunnen worden toegekend aan een appartementseigenaar, dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hun stemmen in beginsel kunnen gebruiken bij de totstandkoming van ieder besluit, dat bij ieder te nemen besluit dient te worden beoordeeld of al dan niet sprake is van een tegenstrijdig belang en dat een algeheel verbod op voorhand om te stemmen niet mogelijk is.
4.8
Dienaangaande geldt als volgt.
4.9 [
gedaagde 2] en [gedaagde 3] dienen zich, evenals de andere eigenaren, krachtens de in artikel 47 van de modelakte neergelegde tegenstrijdig belangregeling te onthouden van stemmen over besluiten waarbij zij, hun directe familie of vennootschappen waarin zij of hun directe familie een meerderheidsbelang hebben, anders dan in hun hoedanigheid van eigenaar, een persoonlijk belang hebben. Een stemverbod in geval van tegenstrijdig belang geldt dus al, waardoor naar het voorlopig oordeel van het Gerecht belang bij het gevorderde verbod als zodanig ontbreekt. Indien [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in strijd met deze tegenstrijdig belangregeling stemmen, handelen zij onbevoegd. Als onweersproken staat vast dat zij in strijd met deze regeling over onder meer de besluiten met betrekking tot het aan [gedaagde 2] als voorzitter van de Vereniging toe te kennen honorarium en het ontslag van [gedaagde 2] als voorzitter, hebben gestemd. De rechtsgeldigheid van deze besluiten ligt in dezen echter niet voor. Dat op dit moment concrete besluiten staan geagendeerd waarbij sprake is van een tegenstrijdig belang van [gedaagde 2] en/of [gedaagde 3] en dat zij (desondanks) voornemens zijn om ten aanzien van deze besluiten te stemmen, is verder niet gesteld of gebleken.
4.1
Indien en voor zover eisers hebben bedoeld te vorderen dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] vanwege misbruik van hun meerderheidsmacht een algeheel stemverbod wordt opgelegd, geldt als volgt.
4.11
Bij de splitsingsakte is aan de eigenaar van appartement nummer 4, 5 stemmen toegekend. Dit betekent dat de eigenaar van dat appartementsrecht steeds een meerderheidsstem heeft. Dit was bij eisers bij aankoop van hun appartementen bekend, althans had hen bekend kunnen zijn geweest. Iedere appartementseigenaar, en dus ook de eigenaar van appartement nummer 4 met een meerderheidspositie in de vergadering van eigenaars, is in beginsel vrij zijn stemrecht op zodanige wijze uit te oefenen als hij daartoe dienstig oordeelt. Daarbij geldt dat hij zijn eigenbelang mag nastreven. De door de leden van de Vereniging jegens elkaar in acht te nemen redelijkheid en billijkheid verplicht hem evenwel met de belangen van anderen rekening te houden. Dit betekent dat hij zijn stemrecht niet zó mag gebruiken, dat daardoor de belangen van anderen onevenredig worden geschaad.
4.12
Dat [gedaagde 2], als eigenaar van appartementen nummer 4 en 5, zes stemmen heeft ten opzichte van de 3 stemmen van de overige appartementseigenaren, brengt mee dat de overige eigenaren kunnen worden geconfronteerd met een voor hen onwelgevallig besluit. Dit zullen zij moeten accepteren, net zoals het gegeven dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3], als echtelieden en (naar het Gerecht begrijpt: enige) vaste bewoners van het complex, veelal gelijkluidend zullen stemmen. De enkele omstandigheid dat [gedaagde 2] (en daarmee [gedaagde 3]) deze meerderheidspositie in de vergadering van eigenaars heeft, brengt, naar het voorlopig oordeel van het Gerecht en anders dan namens eisers is betoogd, nog niet mee dat sprake is van misbruik van meerderheidsmacht. Aan het gebruik van de meerderheidsstemmen staat op zichzelf immers niets in de weg. Indien echter een besluit van de vergadering van eigenaars tot stand is gekomen door misbruik van deze meerderheidsmacht, kan dat ertoe leiden dat dit besluit wordt vernietigd wegens strijd met de vereiste redelijkheid en billijkheid. Of daarvan sprake is, dient per geval te worden bekeken. Ook hier geldt dat niet is gesteld of gebleken dat op dit moment concrete besluiten staan geagendeerd ten aanzien waarvan de (terechte) vrees bestaat dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] misbruik zullen maken van hun meerderheidsmacht. Daarbij gaat het Gerecht - gelet op hetgeen tijdens de mondelinge behandeling namens en door gedaagden naar voren is gebracht – ervan uit dat de besluitvorming over het ontzeggen van het gebruik van de appartementen en de algemene ruimtes van het complex op de vergadering van 7 juli 2023 niet langer voorligt.
4.13
Het voorgaande leidt ertoe dat ook het gevorderde stemverbod wordt afgewezen.
Slotsom
4.14
De slotsom is dat alle primaire vorderingen worden afgewezen. Ditzelfde geldt voor het subsidiair gevorderde, nu dit onvoldoende is bepaald en het bovendien niet tot de taak van het Gerecht behoort om op eigen instigatie maatregelen jegens gedaagden te treffen.
4.15
Eisers zullen als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze kosten worden aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris. De proceskostenveroordeling zal, overeenkomstig het verzoek van gedaagden daartoe, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt eisers in de kosten van het geding, aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris;
5.3
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 juni 2023 in aanwezigheid van de griffier.