Uitspraak
1.[Naam eiser 1],
[Naam eiser 2],
[Naam gedaagde 2],
[Naam gedaagde 3],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben eisers, bestaande uit twee appartementseigenaren en een Trust, een kort geding aangespannen tegen de bestuurder van de Vereniging van Eigenaars van een appartementencomplex. De eisers vorderden onder andere de schorsing van de bestuurder, [gedaagde 2], en vroegen om een aantal voorzieningen met betrekking tot de bestuursverantwoordelijkheden en het stemrecht binnen de Vereniging. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 10 mei 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 juni 2023. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat er onvrede bestond over de gang van zaken binnen de Vereniging, met beschuldigingen van misbruik van meerderheidsmacht door [gedaagde 2] en zijn echtgenote, [gedaagde 3].
De eisers voerden aan dat de bestuurder zijn positie misbruikte en dat er sprake was van tegenstrijdige belangen, vooral gezien het feit dat [gedaagde 2] als eigenaar van meerdere appartementen een meerderheidsstem had. De gedaagden, daarentegen, stelden dat de stemverhoudingen legitiem waren en dat er geen sprake was van misbruik. Het Gerecht oordeelde dat de vorderingen van de eisers onvoldoende spoedeisend waren, vooral omdat [gedaagde 2] zich bereid had verklaard af te treden als bestuurder. Het Gerecht wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op Afl. 1.500,-. De uitspraak werd gedaan op 28 juni 2023.