In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen eiser en gedaagde over de nakoming van een koopovereenkomst van 11 juni 2011 betreffende een perceel eigendomsgrond. Eiser vordert dat het Gerecht verklaart dat de koopovereenkomst rechtskracht heeft behouden en niet is verjaard. Gedaagde voert verweer en stelt dat de vorderingen van eiser zijn verjaard, omdat eiser pas na een lange periode weer aanspraak heeft gemaakt op de levering van het perceel. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vordering van eiser niet is verjaard, omdat de verjaringstermijn is gestuit door overleg tussen partijen over een probleem met de belastingdienst dat gedaagde moest oplossen. Het Gerecht oordeelt dat de prijsstijging van onroerende zaken geen geldig argument is voor gedaagde om de koopprijs opnieuw ter discussie te stellen. Het Gerecht heeft de vorderingen van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis bepaalt dat gedaagde binnen twee maanden na betekening van het vonnis moet voldoen aan zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst, op straffe van een dwangsom.