ECLI:NL:OGEAA:2023:129

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202202318
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen een vrouw en een man die op 20 februari 2002 in wettelijke gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De echtscheiding is uitgesproken op 2 maart 2020, waarna de verdeling van de gemeenschap aan de orde is gekomen. De vrouw heeft in conventie gevorderd dat de gemeenschap wordt verdeeld volgens haar voorstel, terwijl de man verweer heeft gevoerd en een gebruiksvergoeding heeft geëist. Tijdens de zitting op 7 maart 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, maar zij zijn er niet in geslaagd om tot een onderlinge regeling te komen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat partijen de wettelijk voorgeschreven procedure voor de verdeling van de gemeenschap niet hebben doorlopen. Dit houdt in dat zij de benoemde notaris niet hebben ingeschakeld om de verdeling te faciliteren. Het Gerecht heeft daarom bepaald dat partijen alsnog deze weg moeten volgen, waarbij rekening moet worden gehouden met de reeds gemaakte afspraken over de verdeling van roerende zaken en de pensioenaanspraken. Het vonnis houdt in dat de zaak wordt aangehouden en dat partijen de mogelijkheid hebben om de zaak opnieuw op de rol te plaatsen zodra zij de vereiste stappen hebben doorlopen.

De uitspraak is gedaan door rechter T.A.M. Tijhuis op 10 mei 2023, waarbij de griffier aanwezig was. Het vonnis benadrukt het belang van het volgen van de wettelijke procedure voor de verdeling van de gemeenschap, en biedt partijen de gelegenheid om hun geschil op een gestructureerde manier op te lossen.

Uitspraak

Vonnis van 10 mei 2023 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. AUA202202318
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende te Aruba,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. E.A.Th. Kuster,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
hierna ook te noemen: de man,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis in deze zaak van 23 november 2022 en de daarin genoemde stukken.
1.2
Bij voormeld vonnis is een comparitie van partijen bepaald. De zitting heeft (na ambtshalve uitstel) plaatsgevonden op 7 maart 2023, alwaar beide partijen, de vrouw bijgestaan door mr. Kuster voornoemd, zijn verschenen, op vragen van het Gerecht hebben geantwoord en op elkaars stellingen hebben kunnen reageren.
1.3
Na afloop van de zitting hebben partijen geprobeerd om in onderling overleg tot een regeling te komen. Bij akte van 19 april 2023 is meegedeeld dat dit niet is gelukt.
1.4
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL

In conventie en in reconventie
2.1
De vrouw vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de gemeenschapsboedel wordt verdeeld overeenkomstig haar voorstel zoals weergegeven in haar productie 3 bij inleidend verzoek.
2.2
De man voert verweer en concludeert tot afwijzing van de door vrouw gevorderde verdeling. De man wenst de verdeling op grond van zijn uitgangspunten en maakt tevens aanspraak op een gebruiksvergoeding.
2.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beslissing van belang, ingegaan.

3.DE BEOORDELING

In conventie en in reconventie
3.1
Niet is tussen partijen in geschil het volgende. Partijen zijn op 20 februari 2002 te Aruba in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd. Bij beschikking van 2 maart 2020 heeft dit Gerecht de echtscheiding uitgesproken tussen partijen en de verdeling van de gemeenschap bevolen (hierna: de echtscheidingsbeschikking). Tevens is, voor het geval partijen daarover niet overeenkomen, benoemd tot notaris te wiens overstaan de verdeling behoort te worden tot stand gebracht, notaris mr. [naam notaris] en is tot onzijdig persoon benoemd om die persoon te vertegenwoordigen die mocht weigeren of nalaten aan de verdeling mee te werken: [naam deurwaarder], deurwaarder, wonende in Aruba.
3.2
De echtscheidingsbeschikking is op 29 mei 2020 ingeschreven in het daartoe bestemde register. Door die inschrijving eindigde het huwelijk van partijen en is sprake van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap (hierna: de gemeenschap). De vrouw en de man vorderen thans de verdeling van die gemeenschap.
3.3
Artikel 677 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (Rv) bepaalt voor zover thans van belang het volgende:
“1.
Het vonnis waarbij een vordering tot verdeling van een gemeenschap wordt toegewezen, zonder dat de rechter de vaststelling van de verdeling aan zich houdt, houdt in een bevel tot verdeling ten overstaan van een notaris, alsmede, zo partijen het over de keuze niet eens zijn, de benoeming van deze notaris. (…).
2. Op verlangen van elk der partijen kan het vonnis tevens de benoeming inhouden van een onzijdig persoon als bedoeld in artikel 181 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba.
3. De notaris bepaalt dag en uur waarop partijen voor hem moeten verschijnen, en roept hen tegen het vastgestelde tijdstip op. Indien zij niet allen verschijnen, kan hij partijen eenmaal of meermalen tegen een nieuwe dag oproepen (…).”.
3.4
Artikel 678 Rv luidt als volgt:

1. Indien de notaris partijen niet kan verenigen, constateert hij dit in een proces-verbaal, waarin hij desverlangd opgeeft op welke punten partijen reeds tot overeenstemming zijn gekomen.
2. Zolang geen volledige overeenstemming is bereikt, kan de meest gerede partij vorderen dat de rechter de wijze van verdeling gelast of zelf de verdeling vaststelt, dan wel wat overigens ter zake van hetgeen partijen verdeeld houdt, nodig is.
3. Zolang hem geen afschrift van het proces-verbaal wordt overgelegd, kan de rechter op verlangen van elk der partijen de zaak aanhouden ten einde de notaris opnieuw gelegenheid te geven tot toepassing van artikel 677, derde lid.”.
3.5
Ter zitting hebben partijen bevestigd de in het dictum van de echtscheidingsbeschikking vermelde wettelijk voorgeschreven marsroute ten overstaan van de door het Gerecht bij die beschikking benoemde notaris (of een door partijen in gezamenlijk overleg te benaderen boedelnotaris) niet te hebben doorlopen. Het Gerecht zal daarom bij dit vonnis, zoals ook ter zitting met partijen is besproken, bepalen dat dit alsnog moet gebeuren.
3.6
Voor zover partijen geen overeenstemming weten te bereiken over de omvang van de huwelijksgoederengemeenschap, ligt het voor de hand dat zij de verdeling van de gemeenschap laten aanvangen met een boedelbeschrijving in de zin van het eerste lid van artikel 3:194 BW, en dat zij de notaris daartoe gezamenlijk opdracht geven. Zo nodig kan ieder der partijen op de voet van die wettelijke bepaling afdwingen dat de verdeling van de gemeenschap aanvangt met een boedelbeschrijving.
3.7
Bij de verdeling ten overstaan van de notaris dient rekening te worden gehouden met het navolgende. Ter zitting hebben partijen verklaard dat de tot de gemeenschap behorende roerende zaken (anders dan de auto’s) al zijn verdeeld en dat ter zake geen (nadere) verrekening of vergoeding meer hoeft plaats te vinden. Tevens hebben partijen verklaard dat zij afzien van de verdeling van de (eventuele) pensioenaanspraken van de man en de vrouw.
3.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden en de zaak wordt ambtshalve naar de eerstvolgende parkeerrol verwezen. De meest gerede partij kan te zijner tijd zogewenst en onder overlegging van een proces-verbaal (van non-vereniging) van de notaris in de zin van het eerste lid van artikel 678 Rv en onder overlegging van een door de notaris ter zake van de gemeenschap opgemaakte boedelbeschrijving - zo die is opgemaakt - verzoeken de zaak weer op de lopende rol te plaatsen om verder te procederen. In dat geval zal een comparitie van partijen worden gelast.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
4.1
bepaalt dat partijen ter zake van de verdeling van de gemeenschap alsnog de hiervoor onder 3.3 en 3.4 omschreven wettelijk voorgeschreven weg dienen te volgen ten overstaan van notaris mr. [naam notaris] (zo partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de in te schakelen boedelnotaris), overeenkomstig het dictum van de echtscheidingsbeschikking, desnoods met behulp van de bij die beschikking benoemde onzijdige persoon, waarbij rekening wordt gehouden met hetgeen hiervoor in 3.8 is overwogen;
4.2
houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak ambtshalve naar de eerstvolgende parkeerrol.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 mei 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.