ECLI:NL:OGEAA:2023:111

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
AUA202100146
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele zaak over zorgplicht en mededelingsplicht bij verzekeringen van privé en bedrijfsvoertuigen

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, een inwoner van Aruba, een rechtszaak aangespannen tegen de Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company (NA&A) N.V., hierna aangeduid als Citizens. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 januari 2021 is ingediend. Eiser vordert onder andere dat Citizens foutief verlengde polissen intrekt, onterecht doorberekende bedragen terugbetaalt, en rectificaties doet ten aanzien van stellingen jegens derden. Eiser stelt dat Citizens haar zorgplicht en mededelingsplicht heeft geschonden en dat er meerdere toezeggingen niet zijn nagekomen. In de procedure heeft eiser zijn vorderingen echter niet voldoende onderbouwd en zijn stellingen blijven te algemeen. Het gerecht heeft vastgesteld dat eiser niet heeft voldaan aan zijn stelplicht, waardoor de vorderingen niet toewijsbaar zijn. Het gerecht heeft ook geoordeeld dat de vorderingen onvoldoende bepaald zijn, wat betekent dat het voor Citizens onduidelijk zou zijn wat er van hen verwacht wordt. De vordering om te verbieden dat er beslag wordt gelegd, is eveneens afgewezen, omdat dit verzoek niet op de juiste wijze is ingediend. Uiteindelijk heeft het gerecht de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van Citizens, begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op 8 maart 2023 door rechter J.A. van Voorthuizen.

Uitspraak

Vonnis van 8 maart 2023
Behorend bij A.R. nr. AUA202100146
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
wonend in Aruba,
eiser,
hierna: [eiser],
procederend in persoon,
tegen:
de naamloze vennootschap
Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company (NA&A) N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna: Citizens,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 20 januari 2021,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating van [eiser].
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1. [
eiser] heeft vanaf 2017 voor een aantal privé voertuigen en een aantal bedrijfsvoertuigen verzekeringen tegen wettelijke aansprakelijkheid afgesloten bij Citizens.
2.2.
Bij vonnis in kort geding van 9 december 2020 heeft het gerecht vergelijkbare vorderingen van [eiser] afgewezen.

3.HET GESCHIL

3.1. [
eiser] vordert -samengevat- dat het gerecht:
a. Citizens beveelt om foutief verlengde polissen in te trekken en foutief doorberekende bedragen af te trekken;
b. Citizens beveelt om de incorrecte polissen ten behoeve van voertuigen die niet van [eiser] zijn in te trekken;
c. Citizens beveelt de aan [eiser] toekomende ‘no claim’ brieven af te geven;
d. Citizens beveelt tot teruggave van alle door [eiser] onverschuldigd betaalde bedragen, althans deze verrekent met de correcte polisbedragen en de daarbij behorende polisbladen verschaft;
e. Citizens beveelt haar stellingen jegens derden (met name Garage Centraal) te rectificeren;
f. Citizens veroordeelt in de kosten van de procedure;
g. Citizens verbiedt om enige betekening of beslag acties te ondernemen, voordat [eiser] daarover is gehoord.
3.2. [
eiser] voert -samengevat- aan dat Citizens haar zorgplicht en mededelingsplicht heeft geschonden en meerdere toezeggingen niet nakomt.
3.3.
Citizens voert gemotiveerd verweer.
3.4.
De stellingen van partijen worden voor zover van belang hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1. [
eiser] heeft bij zijn verzoekschrift de naamloze vennootschap Citizens Insurance N.V. in rechte betrokken. Opgeroepen en verschenen is de naamloze vennootschap Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company (NA&A) N.V. [eiser] heeft zich daartegen niet verzet en uit de overgelegde producties blijkt dat [eiser] verzekeringspolissen heeft afgesloten bij Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company (NA&A) N.V. Het gerecht gaat er vanuit dat de vorderingen van [eiser] tegen deze rechtspersoon zijn gericht, hetgeen in de aanhef van het vonnis al tot uitdrukking is gebracht.
4.2. [
eiser] heeft -evenals in de kort geding procedure- in zijn verzoekschrift heel algemene stellingen ingenomen en verwijten geformuleerd, zonder die stellingen en verwijten (voldoende) concreet te maken, door specifieke feiten te noemen. [eiser] heeft weliswaar een heel pakket aan producties in het geding gebracht, maar hij heeft in zijn verzoekschrift (en in zijn repliek) niet naar specifieke producties verwezen, laat staan dat hij zijn stellingen aan de hand daarvan concreet heeft toegelicht. Het ligt niet op de weg van het gerecht om aan de hand van de (algemene) stellingen van [eiser] uit te zoeken in welke productie(s) een verduidelijking en onderbouwing van die stellingen zou kunnen worden gevonden. Tegenover die niet onderbouwde algemene stellingen staat het verweer van Citizens. Het gerecht concludeert dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn stelplicht. [eiser] verzuimt immers te stellen en te onderbouwen welke polissen volgens hem foutief zijn verlengd, welke bedragen foutief zijn doorberekend, welke polissen incorrect zijn opgesteld -omdat de desbetreffende voertuigen niet op zijn naam staan-, met betrekking tot welke polissen hij recht heeft op ‘no claim brieven’, welke bedragen met betrekking tot welke polissen door hem onverschuldigd zijn betaald en welke stellingen Citizens (onrechtmatig) jegens derden, waaronder garage Centraal, heeft gedaan. Omdat [eiser] zijn stellingen niet (voldoende) concreet heeft gemaakt en niet heeft onderbouwd kan aan hem ook geen (getuigen)bewijs worden opgedragen. Het gerecht weet immers niet op welke concrete stellingen dat bewijs betrekking zou kunnen hebben. De vorderingen van [eiser] stuiten hier op af.
4.3.
Daar komt bij dat de vorderingen van [eiser] in deze procedure, net als in de kort geding procedure, niet voldoende bepaald zijn. Op de wijze waarop de vorderingen zijn geformuleerd zou bij toewijzing daarvan voor Citizens niet duidelijk zijn wat er van haar wordt verwacht; welke polissen zij zou moeten intrekken, welke bedragen zij zou moeten aftrekken, welke incorrecte polissen zij zou moeten intrekken, welke ‘no claim brieven’ met betrekking tot welke polissen zij aan [eiser] zou moeten afgeven, welke bedragen zij zou moeten terugbetalen of verrekenen en wat en op welke wijze zij zou moeten rectificeren. Ook op die grond zijn de vorderingen van [eiser] niet toewijsbaar.
4.4.
De laatste vordering onder g. is evenmin toewijsbaar. Kennelijk heeft [eiser] het oog op de in Aruba (nog) bestaande praktijk dat een partij die vreest dat een andere partij ten laste van hem conservatoir beslag wil leggen, aan het gerecht meedeelt dat hij gehoord wenst te worden alvorens het gerecht voor het leggen van conservatoir beslag verlof verleent (‘zwart maken van beslag’). Zo’n verzoek kan alleen (bij brief) gedaan worden door een advocaat bij een concrete dreiging van beslag en niet op de wijze zoals [eiser] dat in deze procedure vordert. Ook deze vordering is niet toewijsbaar.
4.5.
De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij moet [eiser] de proceskosten van Citizens vergoeden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure aan de kant van Citizens begroot op
Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 5).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 8 maart 2023 in aanwezigheid van de griffier.