ECLI:NL:OGEAA:2023:102

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
AUA202301317
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in kort geding betreffende handelsnaamgebruik in horeca

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die gebruik maakt van de handelsnaam [handelsnaam] in zijn horecaonderneming. De eisers vorderden dat gedaagde zou worden verboden deze naam te gebruiken, met een dwangsom voor elke dag dat hij dit bevel niet opvolgde. De procedure begon met een mondelinge behandeling op 4 mei 2023, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. De eisers trokken enkele onderdelen van hun petitum in, maar de kern van het geschil bleef bestaan: of gedaagde onrechtmatig handelde door de handelsnaam te gebruiken.

De feiten van de zaak zijn als volgt: gedaagde had eerder zijn aandelen in het restaurant [handelsnaam] verkocht aan eiser 1, waarbij in de overeenkomst was opgenomen dat gedaagde afstand deed van de handelsnaam en de bijbehorende domeinnamen. Desondanks opende gedaagde een nieuw restaurant onder een vergelijkbare naam, wat leidde tot de vordering van de eisers. Het Gerecht oordeelde dat de eisers niet konden aantonen dat zij vorderingsrechten hadden op gedaagde in persoon, en dat er geen spoedeisend belang was bij de gevraagde voorziening.

Het Gerecht concludeerde dat de vorderingen van eisers moesten worden afgewezen, omdat er geen gronden waren gesteld die de vorderingen konden onderbouwen. De belangenafweging tussen de partijen leidde tot de conclusie dat de belangen van gedaagde zwaarder wogen dan die van eisers. De eisers werden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde waren begroot op Afl. 1.500,--. Het vonnis werd uitgesproken op 31 mei 2023 door mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Vonnis van 31 mei 2023
Behorend bij K.G. AUA202301317
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.[naam eiser],

2.[naam VBA],

h.o.d.n.
[Handelsnaam] RESTAURANT ARUBA,
beiden te Aruba,
eisers,
hierna te noemen: [achternaam eiser 1] respectievelijk [eiser 2], gezamenlijk [eiser 1] c.s.,
gemachtigden: de advocaten mrs. L.A.J. Banis en C.R.O. Richardson
tegen
[naam gedaagde],
te Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 4 mei 2023.
1.2 [
eiser 1] is samen met zijn gemachtigde ter zitting verschenen. [eiser 2] is bij haar gemachtigde verschenen, terwijl [gedaagde] is verschenen samen met zijn gemachtigde. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van voorgedragen en overgelegde pleitnota’s, die van [gedaagde] voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3 [
eiser 1] c.s. hebben ter zitting onderdelen II. en III. van hun in het verzoekschrift omschreven petitum ingetrokken.
1.4
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Op 20 oktober 2021 heeft [gedaagde] zijn aandelen in het restaurant [handelsnaam] verkocht aan [eiser 1]. In de daartoe gesloten voorovereenkomst (hierna: de overeenkomst) is in artikel 4 de volgende zinsnede opgenomen:

De Onderneming van de Vennootschap, te weten, het restaurant [handelsnaam], wordt ‘going concern’ overgedragen, Het gaat daarbij om onder meer, maar niet (…) beperkt om:
(…)
-handelsnaam: “[handelsnaam]”
(…)
-de website en domeinnaam: http://[handelsnaam]aruba.com
(…).”.
2.3
Artikel 5.3 van de overeenkomst luidt als volgt:

Verkoper doet expliciet afstand van de handelsnaam en de website en domeinnaam, alsmede de social media-accounts bij facebook en tripadvisor; door de overdracht zal hij daarvan niet langer gebruik kunnen maken.”.
2.4
Op woensdag 5 oktober 2022 heeft [gedaagde] samen met [naam directrice] een restaurant geopend met de handelsnaam King [handelsnaam] & Princess [x]. Dat restaurant heeft als statutaire naam [naam VBA]. [gedaagde] en [directrice] voornoemd zijn de directeuren van dat bedrijf.
2.5
Op enig moment is de handelsnaam van Restaurant [handelsnaam] gewijzigd in de handelsnaam [eiser 2]. [eiser 2] is een fine dining restaurant waarbij stipt om 19:00 uur wordt begonnen aan een vijf gangen diner door alleen gasten die daarvoor een reservering hebben. Restaurant King [handelsnaam] & Princess [x] is een inlooprestaurant waar gasten, zonder afspraak dus, in de ochtenduren pannenkoeken geserveerd door Princess [x] en ’s-avonds eenvoudige gerechten geserveerd door King [handelsnaam] kunnen eten.
2.6
Restaurant King [handelsnaam] & Princess [x] is gevestigd in Aruba te [plaats]/[plaats] bij [x], terwijl [eiser 2] is gevestigd in Aruba te [stad] al vanaf dat restaurant onder de naam Restaurant [handelsnaam] door [gedaagde] werd geëxploiteerd.

3.HET GESCHIL

3.1 [
eiser 1] c.s. vorderen dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde]:
a. beveelt te stoppen met het gebruik van de naam [handelsnaam] in een horecaonderneming zolang in een bodemprocedure niet anders is beslist, en bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiser 1] c.s. een dwangsom verbeurt van Afl. 5.000,-- voor iedere dag of deel daarvan dat [gedaagde] dat bevel niet opvolgt;
b. veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
gedaagde] voert verweer en concludeert primair dat [eiser 1] c.s. niet-ontvankelijk moeten verklaard in hun tegen hem gerichte vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser 1] c.s. in de proceskosten.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [eiser 1] c.s. niet-ontvankelijk verklaard moeten worden in het door hen verzochte. Indien [eiser 1] c.s. geen vorderingsrechten blijken te hebben op [gedaagde], moeten hun tegen hem gerichte rechtsvorderingen worden afgewezen. Indien [eiser 1] c.s. naar het oordeel van het Gerecht geen rechtens te respecteren spoedeisend belang hebben bij (toewijzing van) hun vorderingen levert ook dat grond op tot afwijzing daarvan. Nu er overige gronden zijn gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [eiser 1] c.s. niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in het door hen verzochte wordt het ontvankelijkheidsverweer van [gedaagde] verworpen.
4.2
Het spoedeisend belang van [eiser 1] c.s. bij (toewijzing van) hun vordering blijkt uit de aard van die vordering en de daaraan door [eiser 1] c.s. ten gronde gelegde stellingen.
4.3
In deze procedure moet aan de hand van het door partijen gestelde, zonder nader onderzoek en met inachtneming van de beperkingen van de op snelheid gerichte procedure in kortgeding, de vraag worden beantwoord of de vordering van [eiser 1] c.s. in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop toewijzing van de door haar gevraagde voorziening gerechtvaardigd is.
4.4
De meer in het bijzonder te beantwoorden vraag in dit geschil is of [gedaagde], zoals gesteld door [eiser 1] c.s., zonder recht of titel gebruik maakt van de naam [handelsnaam] in een horecaonderneming als gevolg waarvan [eiser 1] c.s. schade (kunnen) ondervinden. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
4.5 [
gedaagde] heeft met een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van Aruba onderbouwd gesteld dat niet hij maar de onderneming [naam VBA] gebruik maakt van de handelsnaam “
King [handelsnaam] & Princes [x]”, met daarin de door [eiser 1] c.s. gewraakte naam [handelsnaam]. Die stelling hebben [eiser 1] c.s. niet bestreden waardoor die vast komt te staan. Die vaststaande stelling brengt met zich dat zonder nadere doeltreffende doch niet gegeven uitleg niet valt in te zien dat [eiser 1] c.s. te dezen enig vorderingsrecht hebben op [gedaagde] in persoon. Bij die stand van zaken moet naar het voorshandse oordeel van het Gerecht de hiervoor onder 3.3 geformuleerde vraag reeds ontkennend worden beantwoord.
4.6
Voor het geval de handelsnaam [handelsnaam] wel zou worden gebruikt door [gedaagde] (handelend onder de naam King [handelsnaam] & Princes [x]) komt daar het volgende nog bij, hetgeen ook grond oplevert voor ontkennende beantwoording van de hiervoor onder 3.3 geformuleerde vraag.
4.7
De naam [handelsnaam] is ook volgens [eiser 1] c.s. een ook op Aruba niet zelden voorkomende persoonsnaam. Iedere [handelsnaam] die op Aruba een horecaonderneming begint met een handelsnaam met daarin opgenomen zijn eigen naam zou daarmee in de ogen van [eiser 1] c.s. onrechtmatig handelen jegens hen. Dat voert naar het oordeel van het Gerecht veel te ver, met name omdat de naam [handelsnaam] in bijvoorbeeld de handelsnaam
King [handelsnaam] & Princes [x]niet zonder meer betekent daarmee [gedaagde], de vooral bij toeristen bekende voormalige exploitant van Restaurant [handelsnaam] wordt bedoeld. Verder geldt dat het naar het voorlopig oordeel van het Gerecht niet zo is dat de handelsnaam
King [handelsnaam] & Princes [x]zoveel lijkt op de handelsnaam [eiser 2] (of Restaurant [handelsnaam]) dat bij het publiek verwarring kan ontstaan tussen die twee. Dit temeer omdat de eerste in Aruba is gevestigd te [plaats]/[plaats] en de tweede in Aruba te [stad] (meer dan 5 kilometer afstand tussen elkaar dus), en voorts de doelgroepen of potentiële klantenkringen waar deze horecagelegenheden zich op richten en de bij hen verkrijgbare producten sterk afwijkend zijn.
4.8
De in randnummer 4. van het verzoekschrift omschreven stelling van [eiser 1] c.s., dat [gedaagde] met [eiser 1] de afspraak heeft gemaakt dat [gedaagde] de naam [handelsnaam] 5 jaar lang niet in de horeca zou gebruiken, heeft [gedaagde] gemotiveerd betwist. Die stelling staat daarom niet vast, terwijl het Gerecht in het licht van die betwisting geen grond of aanleiding ziet om die stelling voorshands aannemelijk te oordelen.
4.9
De slotsom luidt dat de vorderingen van [eiser 1] c.s. zullen worden afgewezen. Er zijn geen overige feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen dragen.
4.1
Ook afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [eiser 1] c.s. bij toewijzing van het door hen verzochte ten opzichte van de belangen van [gedaagde] bij afwijzing daarvan. De beweerdelijke omstandigheid dat taxichauffeurs incidenteel toeristen die een reservering hebben bij [eiser 2] afleveren bij King [handelsnaam] & Princes [x] - met als vervelend gevolg dat zij later dan de geplande aanvangstijd van het diner, te weten 19:00 uur, bij [eiser 2] arriveren - kan [eiser 1] c.s. niet baten, omdat naar het oordeel van het Gerecht te verwachten valt dat spoedig onder het gilde der taxichauffeurs bekend zal zijn of kan zijn (door bijvoorbeeld informatieverstrekking zijdens [eiser 1] c.s.) dat in geval van twijfel moet worden doorgevraagd aan toeristen of zij al dan niet een reservering hebben voor een exclusief diner. Dergelijke incidentele gevallen zouden [eiser 1] c.s. overigens makkelijk kunnen ondervangen door wat ruimte in te bouwen tussen de tijd dat gasten aanwezig moeten zijn en de tijd van daadwerkelijke aanvang van het diner.
4.11 [
eiser 1] c.s. zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door [eiser 1] c.s. verzochte;
-veroordeelt [eiser 1] c.s. in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,--;
-verklaart voormelde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 mei 2023 in aanwezigheid van de griffier.