ECLI:NL:OGEAA:2022:81
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de voogdijraad na onttrekking aan ouderlijk gezag
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 maart 2022 een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betreft de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van twee minderjarigen aan de voogdijraad. De minderjarigen zijn geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader, waarbij de moeder het gezag alleen uitoefent. Op 23 november 2021 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarigen aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwd. De procedure is gestart op 30 november 2021 en er heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 15 februari 2022.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden. Het Openbaar Ministerie heeft tijdig bekrachtiging van de toevertrouwing gevorderd, waardoor deze nog van kracht is. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van de kinderen, en dat de thuissituatie van de moeder niet stabiel is. Er zijn bovendien verdenkingen van seksueel misbruik van de minderjarige door de moeder, wat aanleiding geeft tot het schorsen van haar gezag.
De moeder heeft verzocht om contact met de kinderen en om voortvarendheid in het onderzoek, maar het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is dat de moeder voorlopig in haar gezag wordt geschorst. De beschikking houdt in dat de minderjarigen voorlopig aan de voogdijraad worden toevertrouwd en dat deze toevertrouwing van kracht blijft totdat er definitief is beslist over de ontzetting of ontheffing van het gezag.