ECLI:NL:OGEAA:2022:79

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 maart 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
AUA202103247
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van curatele na vaststelling dat gronden niet meer aanwezig zijn

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot opheffing van de curatele van de verzoeker, die sinds 2015 onder curatele was gesteld vanwege zijn gewoonte van drugs- en alcoholmisbruik. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, heeft op 2 november 2021 een verzoekschrift ingediend om de curatele op te heffen. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2022 waren zowel de verzoeker als de curatrice aanwezig.

De feiten van de zaak tonen aan dat de verzoeker in 2015 onder curatele was gesteld, met zijn zoon als curator. In 2021 werd de zoon ontslagen als curator en werd mevrouw [belanghebbende 2] benoemd als nieuwe curatrice. De verzoeker heeft in zijn verzoekschrift aangegeven dat de omstandigheden die tot de curatele hebben geleid, niet meer aanwezig zijn. Het gerecht heeft de processtukken en verklaringen van een psycholoog en een psychiater in overweging genomen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gronden voor de curatele niet meer bestaan en heeft op basis van artikel 1:389 lid 1 BW besloten de curatele op te heffen. De beslissing is genomen door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, en de beschikking is gegeven ter terechtzitting op 29 maart 2022.

Uitspraak

Beschikking van 29 maart 2022
behorend bij EJ. nr. AUA202103247
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
belanghebbenden:
[Belanghebbende 1], zoon van verzoeker,
[Belanghebbende 2], curatrice.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 2 november 2021;
  • de mondelinge behandeling van 15 februari 2022, waarbij zijn verschenen verzoeker in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde, en de curatrice in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Bij beschikking van dit gerecht van 24 februari 2015 (EJ nr. 2100/2014) is verzoeker wegens gewoonte van drugs- en alcoholmisbruik onder curatele gesteld, met benoeming van zijn zoon tot curator.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 19 januari 2021 (EJ nr. AUA202002338) is de zoon als curator ontslagen en mevrouw [belanghebbende 2] benoemd als curatrice.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt – naar het gerecht begrijpt – tot het opheffen van de hierboven genoemde curatele.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op grond van artikel 1:389 lid 1 BW eindigt de curatele wanneer bij in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is vastgesteld dat de oorzaken die tot de curatele aanleiding hebben gegeven, niet meer aanwezig zijn.
4.2
Het gerecht is van oordeel dat uit de processtukken (waaronder de verklaringen van de psycholoog [X] en de psychiater dr. [Y]) en het verhandelde ter zitting genoegzaam is gebleken dat de gronden die destijds aanleiding waren om verzoeker onder curatele te stellen niet meer bestaan. Het opheffen van de curatele wegens het vervallen van deze gronden zal worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
- heft op de ondercuratelestelling van [verzoeker], geboren op [geboortdedatum] 1959 in Aruba.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag, 29 maart 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.