Uitspraak
Varadero Caribe N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert Varadero Caribe N.V. (hierna: Varadero) van de gedaagde een bedrag van Afl. 81.395,03, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De vordering is gebaseerd op onbetaalde facturen voor diensten die Varadero heeft verleend aan de gedaagde in de periode van maart 2017 tot en met maart 2020. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft de gedaagde een aantal facturen onbetaald gelaten. Varadero heeft de gedaagde in de procedure geconfronteerd met deze onbetaalde facturen, waarop de gedaagde aanvankelijk heeft gereageerd met de stelling dat sommige facturen wel betaald waren, maar dit niet kon onderbouwen met voldoende bewijs. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn verweer op dit punt heeft prijsgegeven.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de hoofdsom van de vordering, Afl. 81.395,03, toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020. Echter, de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat Varadero niet heeft aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De gedaagde heeft ook aangegeven open te staan voor een betalingsregeling, maar het gerecht heeft benadrukt dat dit een onderlinge afspraak tussen partijen moet zijn.
De uitspraak van het gerecht houdt in dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en dat hij de proceskosten van Varadero moet vergoeden. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.A. van Voorthuizen op 23 februari 2022.