ECLI:NL:OGEAA:2022:78

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
AUA202002324
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert Varadero Caribe N.V. (hierna: Varadero) van de gedaagde een bedrag van Afl. 81.395,03, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De vordering is gebaseerd op onbetaalde facturen voor diensten die Varadero heeft verleend aan de gedaagde in de periode van maart 2017 tot en met maart 2020. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft de gedaagde een aantal facturen onbetaald gelaten. Varadero heeft de gedaagde in de procedure geconfronteerd met deze onbetaalde facturen, waarop de gedaagde aanvankelijk heeft gereageerd met de stelling dat sommige facturen wel betaald waren, maar dit niet kon onderbouwen met voldoende bewijs. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn verweer op dit punt heeft prijsgegeven.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de hoofdsom van de vordering, Afl. 81.395,03, toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020. Echter, de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat Varadero niet heeft aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De gedaagde heeft ook aangegeven open te staan voor een betalingsregeling, maar het gerecht heeft benadrukt dat dit een onderlinge afspraak tussen partijen moet zijn.

De uitspraak van het gerecht houdt in dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en dat hij de proceskosten van Varadero moet vergoeden. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.A. van Voorthuizen op 23 februari 2022.

Uitspraak

Vonnis van 23 februari 2022.
Behorend bij A.R. nr. AUA202002324.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Varadero Caribe N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna: Varadero,
gemachtigden: mr. V.A.V. Carlo,
tegen:
[naam gedaagde],
wonend te Aruba,
gedaagde,
hierna: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift met producties, ingekomen op 23 september 2020,
- schriftelijk verweer met producties,
- conclusie van repliek,
- schriftelijke reactie.
1.2
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1
Varadero vordert -samengevat- dat het gerecht [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van Afl. 81.395,03 vermeerderd met Afl. 12.209 aan buitengerechtelijke incassokosten en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020, kosten rechtens.
2.2
Varadero legt daaraan -samengevat- het volgende ten grondslag. In de periode van maart 2017 tot en met maart 2020 heeft zij op haar jacht- en scheepswerf verschillende diensten aan [gedaagde] verleend (waaronder docking, opslag, slepen en lanceren). [gedaagde] heeft daarvoor facturen ontvangen. Ondanks aanmaning heeft [gedaagde] een aantal facturen tot een totaalbedrag van Afl. 81.395,03 onbetaald gelaten. Varadero maakt daarnaast aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten.
2.3 [
gedaagde] erkent dat hij facturen van Varadero onbetaald heeft gelaten. Hij heeft aanvankelijk gesteld dat een aantal facturen wel zijn betaald en daarvan betaalbewijzen overgelegd. Varadero heeft vervolgens toegelicht dat het juist is dat deze facturen zijn betaald, maar dat die geen onderdeel uitmaken van de vordering. Dat blijkt ook uit het door Varadero overgelegde overzicht van openstaande facturen. [gedaagde] is daar niet meer op teruggekomen, zodat het gerecht ervan uitgaat dat hij zijn verweer op dit punt heeft prijsgegeven.
2.4
Dat betekent dat de door Varadero gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020.
2.5 [
gedaagde] heeft terecht bezwaar gemaakt tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Varadero heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij dergelijke kosten, waarvoor de proceskosten niet reeds een vergoeding plegen in te sluiten, heeft gemaakt. Een enkele sommatiebrief is daarvoor niet voldoende. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen dus worden afgewezen.
2.6 [
gedaagde] wil een (betalings)regeling met Varadero. Dat is iets wat het gerecht partijen niet kan opleggen. Zij moeten dat onderling overeenkomen.
2.7 [
gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten van Varadero moeten vergoeden.
DE UITSPRAAK
Het gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Varadero van een bedrag van Afl. 81.395,03 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020 tot de dag van betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Varadero begroot op Afl. 3.810,-- waarvan Afl. 3000,-- (2 punten, tarief 6) aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken door de rolrechter ter openbare terechtzitting van woensdag 23 februari 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 23 februari 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AUA202002324.
Inhoudsindicatie: Vordering.
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.A. van Voorthuizen,
Bijzondere kenmerken: