ECLI:NL:OGEAA:2022:75

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
AUA202000477
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag in Amerikaanse dollars na omwisseling van Arubaanse florins

In deze zaak vordert eiser, wonend te Aruba, dat gedaagde, eveneens wonend te Aruba, wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 9.500,--, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Eiser stelt dat hij dit bedrag aan gedaagde heeft gegeven met de afspraak dat het zou worden omgewisseld in Amerikaanse dollars. Gedaagde heeft echter nooit de Amerikaanse dollars aan eiser overhandigd en ook het bedrag in Arubaanse florins is niet terugbetaald. Gedaagde voert verweer en stelt dat hij slechts als tussenpersoon heeft gefungeerd en dat hij het geld aan een derde, genaamd 'Hindoe', heeft overgedragen voor de omwisseling. Het gerecht heeft de procedure gevolgd, waarbij diverse processtukken zijn ingediend, waaronder een verzoekschrift, verweerschrift en conclusies van repliek en dupliek. Na beoordeling van de feiten en de stellingen van partijen, concludeert het gerecht dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn vordering. De vordering van eiser wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op nihil worden begroot. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. van Voorthuizen op 23 februari 2022.

Uitspraak

Vonnis van 23 februari 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202000477
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
wonend te Aruba,
eiser,
hierna: [eiser],
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen:
[gedaagde],
wonend te Aruba,
gedaagde,
hierna: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingekomen op 11 februari 2020,
- het verweerschrift,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek met productie,
- akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1 [
eiser] vordert dat het gerecht [gedaagde] veroordeelt om aan hem een bedrag van Afl. 9.500,-- te betalen, vermeerderd met 15% buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente vanaf 11 februari 2020 tot de dag van betaling, kosten rechtens.
2.2 [
eiser] legt daaraan het volgende ten grondslag. Hij heeft aan [gedaagde] een bedrag van Afl. 9.500,-- afgegeven dat zou worden omgewisseld in Amerikaanse dollars. Hij heeft echter, ondanks sommatie, nooit Amerikaanse dollars van [gedaagde] ontvangen en het bedrag van Afl. 9.500,-- evenmin terug ontvangen.
2.3 [
gedaagde] voert gemotiveerd verweer. Dat komt er op neer dat hij bij wijze van vriendendienst als tussenpersoon van [eiser] bij het omwisselen van Arubaanse florins in Amerikaanse dollars heeft opgetreden.
2.4
De stellingen van partijen worden, indien nodig, hierna verder besproken.
2.5
Het gerecht gaat uit van de volgende feiten. Op enig moment heeft [gedaagde] een bedrag van Afl. 9.500,-- van [eiser] ontvangen met de bedoeling dat hij dit bedrag aan een zekere ‘Hindoe’ zou afgeven om te wisselen in Amerikaanse dollars. [eiser] heeft de Amerikaanse dollars nooit ontvangen.
2.6.
Anders dan [eiser] betoogt, heeft [gedaagde] niet beweerd dat hij van [eiser] niet een bedrag van Afl. 9.500,--- heeft ontvangen. Hij heeft immers gesteld dat [eiser] hem vroeg of hij iemand kende die Arubaanse florins tegen een gunstige koers kon omwisselen in Amerikaanse dollars, dat hij [eiser] heeft geantwoord dat hij wel iemand kende en dat hij vervolgens het bedrag van Afl. 9.500,-- op verzoek van [eiser] aan Hindoe heeft gegeven, zodat die het bedrag kon omwisselen in de gewenste valuta. Dat stemt dus overeen met hetgeen [gedaagde] kennelijk bij de politie heeft verklaard. Het is dus ook niet nodig om daarover een verbalisant te horen.
2.7. [
eiser] houdt [gedaagde] verantwoordelijk voor het feit dat hij de Amerikaanse dollars nooit heeft ontvangen en evenmin het bedrag in Arubaanse florin heeft teruggekregen. [gedaagde] betwist dat hij daarvoor verantwoordelijk is. Hij stelt dat hij als tussenpersoon voor [eiser] handelde en dat hij enkel in die hoedanigheid het geldbedrag van Afl. 9.500,-- van [eiser] heeft aangenomen en aan Hindoe heeft overgedragen, maar dat zijn verantwoordelijkheid niet verder reikte. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft [gedaagde] een handgeschreven verklaring overgelegd waarin [hindoe] (dat is volgens [gedaagde] Hindoe) verklaart dat hij Afl. 9.500,-- van [eiser] heeft ontvangen om te wisselen in Amerikaanse dollars. Daargelaten dat [eiser] de echtheid van die verklaring betwist, ligt het, nu [eiser] stelt dat de afspraak met [gedaagde] verder ging dan enkel het fungeren als doorgeefluik en dat [gedaagde] niet alleen moest zorgdragen voor het overdragen van de Arubaanse florins aan Hindoe, maar ook voor het omwisselen van de Arubaanse florins in Amerikaanse dollars en het afgeven daarvan aan [eiser], anders gezegd dat de gehele wisseltransactie zijn verantwoordelijkheid was, op zijn weg om bewijs te leveren van die afspraak. [eiser] heeft wel een algemeen bewijs aanbod gedaan, maar het had op zijn weg gelegen een meer specifiek aanbod te doen van de wijze waarop hij dat bewijs wenst leveren. Bij gebreke daarvan zal het gerecht hem niet tot dit bewijs toelaten. Voor zover de stelling van [eiser] (ook) is dat [gedaagde] de Arubaanse florins niet aan Hindoe heeft afgegeven, geldt bij betwisting daarvan door [gedaagde] eveneens dat de bewijslast daarvan op [eiser] rust en hij niet kon volstaan met een algemeen bewijsaanbod. Het gerecht laat [eiser] ook niet tot dit bewijs toe.
2.8
De slotsom is dat de vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
2.9
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser] de proceskosten van [gedaagde] moeten vergoeden. Die worden begroot op nihil.
DE UITSPRAAK
Het gerecht:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken door de rolrechter ter openbare terechtzitting van woensdag 23 februari 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 23 februari 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AUA202000477
Inhoudsindicatie: Vordering.
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.A. van Voorthuizen,
Bijzondere kenmerken: