ECLI:NL:OGEAA:2022:7
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar en termijnoverschrijding
In deze zaak heeft appellante, de Minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar. Het verzoek om de duurtetoeslag op het Eilandsraadspensioen van de echtgenoot van appellante werd op 27 januari 2017 ingediend, maar er werd pas op 30 november 2018 opnieuw om een beslissing gevraagd. Appellante maakte bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op 26 april 2019 en stelde op 8 februari 2021 beroep in bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. Y.F.M. Kaarsbaan, diende op 24 maart 2021 een verweerschrift in. De zaak werd behandeld op 15 november 2021.
Het Gerecht overweegt dat het bezwaarschrift op 26 april 2019 is ingediend, waardoor verweerder uiterlijk op 19 juli 2019 had moeten beslissen. Aangezien het beroepschrift pas op 8 februari 2021 werd ingediend, is dit buiten de termijn van acht weken die geldt voor het indienen van beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar. Appellante voerde aan dat uitstel van hoorzittingen en medische omstandigheden haar hebben weerhouden om tijdig beroep in te stellen. Het Gerecht oordeelt echter dat deze omstandigheden niet tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding leiden, aangezien de meeste omstandigheden na de termijn zijn ontstaan.
Uiteindelijk verklaart het Gerecht het beroep niet-ontvankelijk, maar benadrukt dat verweerder nog steeds verplicht is om een beslissing op het bezwaar te nemen, ook al is deze verplichting niet meer afdwingbaar. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Martijn en is openbaar uitgesproken op 17 januari 2022. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.