In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 22 maart 2022, wordt een verzoek behandeld met betrekking tot gezamenlijk gezag en een omgangsregeling voor een minderjarige. De zaak betreft een vader, vertegenwoordigd door mr. N.S. Gravenstijn, en een moeder, vertegenwoordigd door mrs. E.A. Th. Kuster en A.I.N. Fräser. De minderjarige, geboren in 2011, is het onderwerp van de procedure. De eerdere procedure is op 16 februari 2021 gestart, en er zijn verschillende rapporten en mondelinge behandelingen geweest, waaronder een rapport van de Voogdijraad en een zitting op 26 oktober 2021.
De Voogdijraad heeft geadviseerd dat, ondanks de stroef verlopende communicatie tussen de ouders, zij in het belang van de minderjarige bereid zijn om samen te werken en communicatietraining te volgen. Het gerecht oordeelt dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk het gezag over de minderjarige uit te oefenen en dat zij in staat zijn om onderlinge afspraken te maken over de opvoeding en zorg voor de minderjarige.
De beschikking bevat een gedetailleerde omgangsregeling, waarbij de minderjarige regelmatig contact heeft met beide ouders. De regeling omvat onder andere afspraken over overnachtingen, schoolactiviteiten, vakanties en speciale gelegenheden zoals verjaardagen. De ouders hebben de vrijheid om onderling afwijkende afspraken te maken over de omgangsregeling. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het verzoek om meer of anders te verzoekt wordt afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter E.M.D. Angela en is in het openbaar uitgesproken.