In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 22 maart 2022, wordt het verzoek van de Voogdijraad behandeld met betrekking tot de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. De minderjarigen zijn erkend en de moeder oefent het gezag over hen alleen uit. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 2 november 2021 is ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 december 2021. Tijdens deze zitting waren de ouders, de voorgestelde gezinsvoogdes en de raadsonderzoekers aanwezig.
De feiten tonen aan dat de minderjarigen onder toezicht zijn gesteld voor een periode van één jaar, met benoeming van de voorgestelde gezinsvoogdes. Het verzoek strekt zich uit tot een verlenging van deze ondertoezichtstelling voor een periode van negen maanden. De beoordeling van de situatie van de moeder, die na een rehabilitatieperiode in de Dominicaanse Republiek weer in financiële problemen is geraakt en drugs heeft gebruikt, speelt een cruciale rol in de beslissing. Zowel de moeder als de vader hebben ter zitting ingestemd met het voorstel tot ondertoezichtstelling.
Het gerecht oordeelt dat de gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn, gezien de instabiliteit van de thuissituatie en de zorgcapaciteiten van de moeder. De beschikking houdt in dat de minderjarigen voor negen maanden onder toezicht worden gesteld, met benoeming van de gezinsvoogdes, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.