ECLI:NL:OGEAA:2022:67

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
30 maart 2022
Zaaknummer
AUA202103133
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondercuratelestelling wegens geestelijke stoornis met benoeming van twee curatoren

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, verweerster, wegens een geestelijke stoornis. Het verzoek is ingediend door haar stiefvader, verzoeker, die tevens voorgestelde curator is, en is ondersteund door de stiefzus van verweerster. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 26 oktober 2021 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 december 2021. Tijdens deze zitting waren verzoeker, verweerster en belanghebbenden aanwezig.

Het verzoek is gegrond op artikel 1:378 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. De rechter heeft op basis van verklaringen van de verzoeker, de broer en de stiefzus van verweerster, alsook de behandelend psychiater, vastgesteld dat verweerster niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook toegewezen.

De rechter heeft ook de benoeming van twee curatoren goedgekeurd, namelijk de stiefvader en de stiefzus van verweerster, en benadrukt dat dit in het belang van verweerster is. De curatoren zijn verplicht om binnen bepaalde termijnen verslag uit te brengen aan de griffie van het gerecht over de financiën en de deugdelijkheid van hun taak. Tevens is aan verzoeker toestemming verleend om kosteloos te procederen. De beschikking is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van 22 maart 2022.

Uitspraak

Beschikking van 22 maart 2022
behorend bij EJ nr. AUA202103133
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, tevens voorgestelde curator,
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
om ondercuratelestelling van zijn stiefdochter:
[verweerster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERSTER,
in persoon.
Belanghebbenden:
[naam belanghebbende 1], stiefzus, tevens voorgestelde curatrice,
[naam belanghebbende 2], broer.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 26 oktober 2021,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 7 december 2021, waarbij aanwezig waren verzoeker, bijgestaan door mr. D.G. Illes, occuperende voor mr. Cafarzuza, verweerster en belanghebbenden in persoon.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerster onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoeker en verweersters stiefzus tot curatoren. Daartoe wordt gesteld dat verweerster zwakbegaafd is en niet in staat is tot het regelen van haar eigen zaken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378 lid 1 en onder a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen.
3.2
Uit de verklaringen van verzoeker, de broer en de stiefzus van verweerster, en de behandelend psychiater, Dr. [naam psychiater}, alsook uit eigen waarneming van de rechter, is gebleken dat verweerster wegens een geestelijke stoornis (zwakbegaafdheid) niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.3
Artikel 1:383 lid 1 BW kent nog steeds de wettelijke beperking dat slechts één curator kan worden benoemd. In zijn arrest van 1 december 2001 (NJ 2001,390) heeft de Hoge Raad toegestaan, dat beide ouders benoemd worden als curator over hun kind onder overeenkomstige toepassing van de wettelijke regels inzake de gezamenlijke voogdij. Met verwijzing naar artikel 8 EVRM wordt inmiddels het benoemen van twee bewindvoerders in het kader van onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen (artikel 1: 431 e.v. BW) mogelijk geacht. Dit geldt ook voor het benoemen van twee mentoren bij mentorschap ten behoeve van meerderjarigen (artikel 1:450 e.v BW). Voorwaarde voor de benoeming is dat het belang van betrokkene zich niet tegen deze benoeming verzet. De wet geeft voorts zowel bij curatele, meerderjarigenbewind als ook bij mentorschap aan, dat de te benoemen curator, bewindvoerder en mentor bij voorkeur moet worden gezocht binnen -kort gezegd- de (naaste) familiekring.
3.4
In deze zaak verzoekt de stiefvader om hem en de stiefzus van verweerster te benoemen tot curatoren over verweerster. Het gerecht begrijpt dat binnen het gezin van verweerster is afgesproken dat zij de zorg voor verweerster in de toekomst gezamenlijk wensen te dragen, gezien de hoge leeftijd van de stiefvader. Dit is een goede zaak en zeker in het belang van verweerster. Het gerecht zal hierna de voorgestelde curatoren dan ook in hun functie benoemen.
3.5
De curatoren dienen ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht weken(uiterlijk op 17 mei 2022) na aanvang van hun taak als curatoren een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatoren dienen voorts
binnen acht maanden(uiterlijk op 22 november 2022) na aanvang van hun taak als curatoren ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door hen ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.6
De curatoren dienen ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van hun bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2023.
3.7
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan verzoeker toestemming worden verleend om kosteloos te procederen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent verzoeker toestemming om in deze zaak kosteloos te procederen,
stelt [verweerster], geboren op [geboortedatum] in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatoren haar stiefvader, [verzoeker], geboren op [geboortedatum] in Aruba en haar stiefzus, [naam belanghebbende 1}, geboren op [geboortedatum] in Aruba, beiden wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatoren binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”,
bepaalt dat de curatoren uiterlijk
17 mei 2022een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes,
bepaalt dat de curatoren uiterlijk
22 november 2022ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door hen ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht indienen,
bepaalt dat de curatoren uiterlijk op
1 juni 2023een rekening en verantwoording bij de griffie van dit gerecht indienen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 22 maart 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.