ECLI:NL:OGEAA:2022:66

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
30 maart 2022
Zaaknummer
AUA202103085
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijk ouderlijk gezag over minderjarige na meerderjarigheid moeder

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 22 maart 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot het gezamenlijk ouderlijk gezag over een minderjarige. De verzoekster, die in persoon procedeerde, heeft op 22 oktober 2021 een verzoekschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2021 waren de moeder, de vader en de verzoekster aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de Voogdijraad.

De minderjarige, geboren op [geboortedatum] in Aruba, is erkend door de vader. De moeder was ten tijde van de bevalling minderjarig, maar is inmiddels meerderjarig geworden. De wetgeving van Aruba, specifiek artikel 1:246 en artikel 1:253b lid 2 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, stelt dat de moeder van rechtswege het gezag over de minderjarige verkrijgt zodra zij meerderjarig is, mits er geen andere ouder met het gezag is belast.

In deze zaak stemde de moeder in met het verzoek om gezamenlijk gezag, en de Voogdijraad had geen bezwaren. Het gerecht oordeelde dat er geen redenen waren om het verzoek af te wijzen, en heeft besloten om de ouders gezamenlijk met het gezag over de minderjarige te belasten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er eventueel nog beroep worden aangetekend.

Uitspraak

Beschikking van 22 maart 2022
behorend bij EJ nr. AUA202103085
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoeker],
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEKSTER,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[naam moeder], de moeder,
[naam vader], de vader,
[naam minderjarige],geboren op [geboortedatum] in Aruba,
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 22 oktober 2021;
  • de mondelinge behandeling van 7 december 2021, waar zijn verschenen de moeder, de vader en verzoekster in persoon. Namens de Voogdijraad was aanwezig de heer
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Op [geboortedatum] is in Aruba uit de moeder geboren [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is door de vader erkend.
2.2
De moeder, die geboren is op [geboortedatum] in Aruba, was ten tijde van haar bevalling zelf minderjarig.
2.3
Inmiddels is de moeder meerderjarig.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt tot het belasten van de moeder en de vader met het gezamenlijk ouderlijk gezag over de minderjarige.
3.2
De moeder was ten tijde van haar bevalling zelf minderjarig, zodat zij toen op grond van artikel 1:246 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) onbevoegd was om het gezag over de minderjarige uit te oefenen. Op grond van artikel 1:253b lid 2 BWA geldt dat de moeder die ten tijde van haar bevalling onbevoegd was tot het gezag, dit van rechtswege verkrijgt op het tijdstip waarop zij daartoe bevoegd wordt, tenzij een ander met het gezag is belast. Nu de moeder op 3 januari 2013 meerderjarig is geworden en op dat tijdstip niemand met het gezag over de minderjarige was belast, geldt dat de moeder vanaf die datum van rechtswege het gezag over de minderjarige heeft verkregen.
3.3
Het verzoek om de ouders met het gezamenlijk ouderlijk gezag te belasten is gegrond op artikel 1:253c lid 1 BWA. Deze bepaling biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken de ouders met het gezamenlijk gezag dan wel hem alleen met het gezag over het kind te belasten.
Indien het verzoek ertoe strekt de ouders met het gezamenlijk gezag te belasten en de andere ouder met gezamenlijk gezag niet instemt, wordt het verzoek slechts afgewezen indien de rechter dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt (lid 2).
3.4
De moeder stemt in met het verzoek. De Voogdijraad heeft geen bezwaren tegen het verzoek geuit. Nu ook overigens niet is gebleken dat gezamenlijk gezag door de ouders in het belang van de minderjarige onwenselijk moet worden geoordeeld, zal het gerecht het verzoek toewijzen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
belast de vader, [naam vader], en de moeder, [naam moeder], met het gezamenlijk ouderlijk gezag over de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 22 maart 2022 door mr. A.J. Martijn, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.