Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 22 oktober 2021;
- de mondelinge behandeling van 7 december 2021, waar zijn verschenen de moeder, de vader en verzoekster in persoon. Namens de Voogdijraad was aanwezig de heer
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 22 maart 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot het gezamenlijk ouderlijk gezag over een minderjarige. De verzoekster, die in persoon procedeerde, heeft op 22 oktober 2021 een verzoekschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2021 waren de moeder, de vader en de verzoekster aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de Voogdijraad.
De minderjarige, geboren op [geboortedatum] in Aruba, is erkend door de vader. De moeder was ten tijde van de bevalling minderjarig, maar is inmiddels meerderjarig geworden. De wetgeving van Aruba, specifiek artikel 1:246 en artikel 1:253b lid 2 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, stelt dat de moeder van rechtswege het gezag over de minderjarige verkrijgt zodra zij meerderjarig is, mits er geen andere ouder met het gezag is belast.
In deze zaak stemde de moeder in met het verzoek om gezamenlijk gezag, en de Voogdijraad had geen bezwaren. Het gerecht oordeelde dat er geen redenen waren om het verzoek af te wijzen, en heeft besloten om de ouders gezamenlijk met het gezag over de minderjarige te belasten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er eventueel nog beroep worden aangetekend.