ECLI:NL:OGEAA:2022:558

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
7 november 2023
Zaaknummer
AUA202202061
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens positieve drugstest en de geldigheid van het ontslag

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de eiser, een werknemer van Aruba Stevedoring Company N.V. (Astec), dat zijn ontslag op staande voet ongeldig werd verklaard. De eiser was op 23 maart 2022 positief getest op marihuana, wat leidde tot zijn ontslag op 10 mei 2022. De eiser betwistte de geldigheid van de drugstest en voerde aan dat hij geen marihuana had gebruikt. Hij stelde dat de testresultaten onjuist waren en dat er sprake was van een vals positieve uitslag. De gedaagde, Astec, voerde aan dat het ontslag gerechtvaardigd was op basis van hun strikte drugs- en alcoholbeleid, dat sinds 2007 van kracht is. Het gerecht oordeelde dat de eiser niet voldoende bewijs had geleverd om de testresultaten te betwisten. De rechter concludeerde dat de dringende reden voor ontslag aanwezig was, gezien de positieve testresultaten en eerdere incidenten. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Astec.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 3 augustus 2022 (bij vervroeging)
Behorend bij AUA202202061
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiser],
wonend te Aruba,
eiser, hierna: [eiser],
gemachtigde: mr. D.G. Illes,
tegen:
de naamloze vennootschap
Aruba Stevedoring Company N.V. h.o.d.n. Astec,
gevestigd te Aruba,
gedaagde, hierna: Astec,
gemachtigden: mrs. A.E. Barrios en M.E.D. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 29 juni 2022;
- brief van 20 juli 2022 van de gemachtigde van Astec met producties;
- de mondelinge behandeling op 21 juli 2022, waarbij zijn verschenen [eiser], [naam directeur] (directeur) en [naam HR-manager] (HR-manager) beiden namens Astec, en de gemachtigden van partijen die het woord hebben gevoerd, mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen.
1.2.
Vonnis is bij vervroeging bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1.
Astec is een stuwadoors- expeditie en transportbedrijf op het haventerrein van Aruba en is als exploitant van de internationale vrachthaven primair verantwoordelijk voor de veiligheid in de haven overeenkomstig lokale wetgeving en internationale ‘ISPS Standards’.
2.2. [
eiser] is op 1 december 1999 in dienst getreden van Astec. Zijn laatste functie is Terminal Operator. Zijn salaris bedraagt Afl. 4.785, bruto per maand.
2.3.
Astec voert sinds 2007 een drugs- en alcoholbeleid. In het sinds 15 september 2017 geldende ‘General Drugs & Alcohol Policy’ van Astec is onder meer bepaald:
(…)’ Astec employees who have violated this Drug and Alcohol policy will be subject to disciplinary action which generally means immediate termination for urgent reasons’. (…).
2.4. [
eiser] is op de hoogte van de ‘General Drug and Alcohol policy’ van Astec. In 2016 is [eiser] positief getest op marihuana. Overeenkomstig het toen geldende beleid heeft hij een rehabilitatieprogramma gevolgd.
2.5.
Op 23 maart 2022 is [eiser] tijdens zijn werk positief getest op marihuana. Het (urine)onderzoek is uitgevoerd door Medlab volgens de chromatographic immunoassay-methode (ci-methode). Na een eerste test heeft Medlab volgens dezelfde methode op hetzelfde urinemonster een herhalingstest uitgevoerd, met hetzelfde resultaat. Astec heeft het aansluitend verzoek van [eiser] om een test uit te laten voeren op een nieuw urinemonster niet gehonoreerd.
2.7.
Op verzoek van [eiser] is een confirmatietest uitgevoerd. Het urinemonster is daarvoor overgebracht naar het Analytisch Diagnostisch Centrum in Curaçao (ADC) die een test volgens de ci-methode en een test volgens de liquid chromatography tandem mass spectometry (LC-MS/MS-methode) heeft uitgevoerd. Beide testresultaten waren positief op marihuana. Daarna is het urinemonster op verzoek van het ADC volgens de LC-MC/MS-methode getest door het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het resultaat van deze test was eveneens positief op marihuana.
2.8. [
eiser] heeft op woensdag 23 maart om 11:22 uur en 14:02 uur door Laboratorio di Servicio respectievelijk Laboratoria Familiar en op vrijdag 25 maart 2022 om 11:22 uur door het Lab HOH drugstesten laten uitvoeren. Het resultaat van deze testen was telkens negatief.
2.9.
Op 10 mei 2022 heeft Astec [eiser] op staande voet ontslagen. Astec heeft in de ontslagbrief aan het ontslag ten grondslag gelegd dat [eiser] op 23 maart 2022 positief op marihuana werd getest, dat hij al eerder in 2016 positief werd getest op marihuana en dat zijn rijbewijs in 2020 voor langere tijd door justitie werd ingehouden wegens rijden onder invloed van alcohol, als gevolg waarvan hij zijn werk als Truck Driver niet kon uitvoeren.
2.10.
Bij brief van 17 mei 2022 heeft [eiser] de nietigheid van het ontslag ingeroepen, zijn bereidheid uitgesproken de bedongen arbeid te verrichten en aanspraak gemaakt op doorbetaling van zijn loon.

3.HET GESCHIL

3.1. [
eiser] vordert -samengevat- dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in kort geding Astec veroordeelt:
(i) het aan [eiser] verschuldigde loon vanaf 10 mei 2022, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente te betalen;
(ii) [eiser] op straffe van een dwangsom weer tot zijn werk toe te laten;
(iii) in de proceskosten.
3.2.
Astec voert gemotiveerd verweer.
3.3.
De stellingen van partijen worden indien nodig hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Het spoedeisend belang van [eiser] bij een voorlopige voorziening is door Astec niet bestreden en volgt ook uit de aard van de vorderingen van [eiser].
4.2.
De vraag die voorligt is of met voldoende zekerheid te verwachten is dat in een (eventueel) tussen partijen te voeren bodemprocedure gelijksoortige vorderingen van [eiser] zullen worden toegewezen, in welk geval de gevraagde voorzieningen in beginsel toewijsbaar zijn.
4.3.
Een ontslag op staande voet is geldig indien er sprake is van een dringende reden, het ontslag onverwijld is gegeven en de dringende reden gelijktijdig met het ontslag aan de werknemer is meegedeeld.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat Astec ten behoeve van de veiligheid van haar werknemers en iedereen die toegang heeft tot het havengebied een stringent alcohol- en drugsbeleid voert en dat overtreding daarvan een dringende reden tot ontslag oplevert. Niet in geschil is verder dat het ontslag onverwijld is gegeven en de dringende reden gelijktijdig met het ontslag is meegedeeld. [eiser] betwist echter dat hij marihuana heeft gebruikt en daarmee de uitslag van de door Medlab, ADC en UMCG uitgevoerde drugstesten.
4.5.
Met [eiser]s stelling in het inleidend verzoekschrift dat hij bij het inleveren van zijn urinemonster door de HR manager werd benaderd om een vakantieapp in te vullen en het zicht over het testproces verloor, wekt hij de suggestie dat de uitvoering van de urinetest niet eerlijk is gegaan. Ter zitting heeft [eiser] toegelicht dat hij dat zeker niet kan betogen, maar hij heeft in het midden gelaten welke gevolgen hij verbindt aan de omstandigheid dat hij het testproces uit het oog verloor. Astec heeft gemotiveerd betwist dat [eiser] op enig moment het zicht op de testprocedure is kwijtgeraakt. Astec stelt dat [eiser] inderdaad werd bijgestaan bij het installeren van een app op zijn telefoon, maar dat was voordat hij het urinemonster afgaf. [eiser] is daarop niet meer ingegaan, zodat het gerecht het er op houdt dat [eiser] steeds betrokken is geweest bij de testprocedure en de achtereenvolgende handelingen van Medlab heeft kunnen controleren.
4.6. [
eiser] stelt dat hij geen marihuana heeft gebruikt en trekt de test en/of het resultaat van de test en/of de methode van testen en/of de wijze waarop de test werd uitgevoerd en/of het gebruikte urinemonster in twijfel. Volgens hem klopt er iets niet en is sprake van een vals positieve testuitslag. Hij stelt dat dit wordt bevestigd door de negatieve testresultaten van de drugstests die hij kort daarna door verschillende laboratoria heeft laten uitvoeren. [eiser] kan daarin niet worden gevolgd. Voorop geldt dat [eiser] met het enkel in twijfel trekken van het urinemonster, de testmethode, de uitvoering van de test en het testresultaat, zonder nadere onderbouwing te geven, niet voldoet aan zijn stelplicht. De enkele omstandigheid dat de testresultaten van latere drugstests een gunstig (negatief) resultaat lieten zien, is daarvoor niet voldoende. Dat er iets mis zou zijn met het urinemonster heeft [eiser] niet aannemelijk gemaakt. Astec heeft de testprocedure en testmethode bij Medlab uitvoerig toegelicht. Astec heeft verder toegelicht dat zij zich voor het vervoer van het urinemonster in verband met de door [eiser] verzochte bevestigingsprocedure heeft laten adviseren door een ter zake kundige. Verder heeft Astec het bevestigingsonderzoek door ADC en UMCG volgens de LC-MS/MS (de gouden methode) toegelicht. Ten slotte heeft Astec toegelicht dat zij niet heeft ingestemd met een drugstest op een nieuw urinemonster, omdat een op een ander tijdstip afgenomen tweede monster altijd een andere samenstelling zal hebben dan het eerste, waardoor een herhalingsonderzoek zinloos wordt. [eiser] is in het geheel niet ingegaan op die uitgebreide stellingen van Astec. Dat er iets mis zou zijn met de testmethode(s), de wijze waarop de test(s) is (zijn) uitgevoerd en het testresultaat is niet aannemelijk geworden.
4.7.
Het gerecht gaat er voorshands dan ook vanuit dat de testresultaten van Medlab en de testresultaten van het bevestigingsonderzoek door ADC en UMCG juist zijn. Dat leverde voor Astec op zichzelf, maar zeker ook samen met de incidenten in 2016 en 2020, een dringende reden op. De vraag of met voldoende zekerheid te verwachten is dat in een (eventueel) tussen partijen te voeren bodemprocedure gelijksoortige vorderingen van [eiser] zullen worden toegewezen, moet dan ook negatief worden beantwoord.
4.8.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij moet [eiser] de proceskosten van Astec vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure aan de kant van Astec begroot op Afl. 1.000,- aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen rechter in dit gerecht, en werd bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 3 augustus 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 3 augustus 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: KG AUA202202061
Inhoudsindicatie: Kortgeding. Drugs. Ontslag op staande voet.
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.A. Voorthuizen.
Bijzondere kenmerken: eerste aanleg - enkelvoudig