ECLI:NL:OGEAA:2022:552

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
AUA202101384
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Regresvordering en betalingsregeling in civiele procedure

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de naamloze vennootschap New India Assurance Representative N.V. (hierna: New India) een bedrag van Afl. 32.058,51 van de gedaagden, die betrokken waren bij een verkeersongeval op 24 januari 2020. New India had als verzekeraar van gedaagde 1 schadevergoeding betaald aan een derde partij en vorderde nu regres van de gedaagden. De procedure omvatte verschillende schriftelijke stukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek, waarbij de gedaagden de omvang van de regresvordering betwistten, met name de medische kosten. Het gerecht oordeelde dat de gedaagden onvoldoende onderbouwd verweer hadden gevoerd tegen de vordering van New India, waardoor de gevorderde hoofdsom werd toegewezen. De wettelijke rente over het bedrag werd eveneens toegewezen, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen wegens gebrek aan bewijs van gemaakte kosten. De gedaagden verzochten om een betalingsregeling, maar het gerecht besloot dat partijen in onderling overleg tot een regeling moesten komen. De gedaagden werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten en wettelijke rente. Het vonnis werd uitgesproken op 6 juli 2022 door mr. J.A. van Voorthuizen.

Uitspraak

Vonnis van 6 juli 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202101384
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna: New India,
gemachtigden: mrs. A.F. Kuster en E.A.Th. Kuster,
tegen:

1.[Gedaagde 1],

2. [Gedaagde 2],
beiden wonend te Aruba, [adres],
gedaagden,
hierna: [gedaagden],
gemachtigde: mr. J.J. Tromp.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 19 mei 2021;
- de conclusie van antwoord met producties, ingediend op 13 september 2021;
- de conclusie van repliek met producties, ingediend op 2 november 2021;
- de conclusie van dupliek, ingediend op 30 november 2021.
1.2
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 24 januari 2020 veroorzaakte het voertuig van [gedaagde 1] een ongeval met schade voor een derde als gevolg. Het voertuig werd bestuurd door [gedaagde 2]. Zij was niet in het bezit van een rijbewijs. Als verzekeraar van [gedaagde 1] heeft New India Afl. 32.058,51 aan schade van een derde moeten vergoeden.
2.2
Bij brief van 18 juni 2021 heeft New India [gedaagde 1] gesommeerd om tentatief een bedrag van Afl. 30.000,- uiterlijk op 3 juli 2020 te voldoen.
2.3
Bij brief van 23 februari 2021 heeft New India [gedaagden] gesommeerd de openstaande schuld van Afl. 32.058,51, vermeerderd met kosten, binnen 10 dagen te voldoen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
New India vordert -samengevat- dat het gerecht [gedaagden] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan New India van een bedrag van Afl. 32.058,51, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2020, de buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met de wettelijke rente en de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente.
3.3 [
gedaagden] voeren verweer dat, voor zover nodig, bij de beoordeling wordt besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.
De door New India gevorderde schade van in totaal Afl. 32.058,51 is opgebouwd uit voertuigschade van Afl. 19.430,50, expertisekosten van Afl. 159,--, medische kosten van Afl. 10.860,66 en extra kosten van Afl. 1.608,35. [Gedaagden] betwisten niet dat New India een regresvordering op hen heeft. Zij betwisten wel de omvang van de regresvordering, in het bijzonder de medische kosten. Kennelijk zijn [gedaagden] in de veronderstelling dat er sprake is van een dubbeltelling. Bij conclusie van repliek heeft New India de medische kosten nader toegelicht en het verweer van [gedaagden] weerlegd. [Gedaagden] hebben bij dupliek slechts volhard in hun verweer, maar zijn niet op de stellingen van New India ingegaan. Zij hebben hun verweer daarmee onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd, zodat het gerecht daaraan voorbij gaat.
4.2
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de gevorderde hoofdsom van Afl. 32.058,51 zal worden toegewezen. De verschuldigdheid van de wettelijke rente over de hoofdsom is door [gedaagden] niet weersproken en zal worden toegewezen als gevorderd.
4.3
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu niet voldoende is gesteld en gebleken dat daadwerkelijk en in redelijkheid kosten zijn gemaakt waarvoor de proceskosten niet reeds een vergoeding plegen in te sluiten.
4.4 [
Gedaagden] willen dat het gerecht een betalingsregeling vastlegt. De bevoegdheid om op de voet van artikel 6:109 BW schadevergoeding te matigen, kan ook de verplichting tot het treffen van een betalingsregeling inhouden. Het gaat om een discretionaire bevoegdheid van de rechter. New India is bereid de door [gedaagden] voorgestelde betalingsregeling te treffen, maar wil wel de mogelijkheid behouden om de regeling in de toekomst aan te passen indien de afloscapaciteit van [gedaagden] toeneemt. Dat is alleszins redelijk, maar laat zich moeilijk in een beslissing vatten. Het gerecht gaat er vanuit dat partijen in onderling overleg in redelijkheid tot een betalingsregeling kunnen komen en ziet onder die omstandigheden geen aanleiding zelf een betalingsregeling vast te stellen.
4.5
Als de in het ongelijk gestelde partijen zullen [gedaagden] de proceskosten en de nakosten van New India moeten vergoeden, op na te melden wijze vermeerderd met de wettelijke rente.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
- veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan New India tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het bedrag van Afl. 32.058,51, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2020 tot de dag van betaling;
- veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de kosten van de procedure aan de kant van New India tot op heden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 394,28 aan explootkosten en Afl. 1.250,- aan salaris van de gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van betaling;
- veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de nakosten van Afl. 250,-- zonder betekening van het vonnis en verhoogd met Afl. 150,- in geval van betekening van dit vonnis, indien en voor zover zij na aanschrijving 14 kalenderdagen de tijd hebben gehad om vrijwillig aan dit vonnis te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag nadat deze kosten zijn gemaakt tot de dag van betaling;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 6 juli 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR AUA202101384
Inhoudsindicatie: Civiel. Regresvordering. Verweer tegen de omvang van de regresvordering. De bevoegdheid om op de voet van artikel 6:109 BW schadevergoeding te matigen, kan ook de verplichting tot het treffen van een betalingsregeling inhouden.
Rechter: mr. J.A. van Voorthuizen
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - enkelvoudig