ECLI:NL:OGEAA:2022:548

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
AUA202100155
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen bevel tot betaling in huurgeschil met vernietiging van het bevel

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, vertegenwoordigd door mr. M.M. Malmberg, had verzet aangetekend tegen een bevel tot betaling dat op 3 juni 2020 was uitgevaardigd. Dit bevel was gebaseerd op een vordering van de geopposeerde, vertegenwoordigd door mr. P.M.E. Mohamed, die stelde dat de opposant een huurachterstand had en kosten had gemaakt voor het schoonmaken van het appartement na zijn vertrek. De opposant betwistte de huurachterstand en voerde aan dat hij het appartement eerder had teruggegeven en dat hij recht had op verrekening met de borgsom.

Het Gerecht heeft de procedure in detail bekeken, inclusief de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen. Het Gerecht oordeelde dat de geopposeerde niet voldoende bewijs had geleverd voor haar vordering van achterstallige huur over de periode van september tot half oktober 2019. De vordering voor de maand augustus 2019 werd echter wel toegewezen, omdat de opposant erkende dat hij deze huur nog verschuldigd was. De vordering met betrekking tot schoonmaakkosten en de vermeende meegenomen inventaris werd afgewezen, omdat de geopposeerde haar stellingen niet had onderbouwd.

Het Gerecht verklaarde het verzet gegrond, vernietigde het bevel tot betaling en veroordeelde de opposant tot betaling van Afl. 300,-- aan de geopposeerde, vermeerderd met wettelijke rente. De buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd. Tevens werd de opposant toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien het bewijs van onvermogen dat was overgelegd.

Uitspraak

Vonnis van 28 september 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202100155
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[opposant],
wonend te Aruba,
opposant,
hierna: [opposant],
gemachtigde: mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[geopposeerde],
wonend te Nederland,
geopposeerde,
hierna: [geopposeerde],
gemachtigde: mr. P.M.E. Mohamed.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift tot uitvaardiging van een rechterlijk bevel tot betaling, ingediend ter griffie op 20 februari 2020,
- bevel tot betaling van 3 juni 2020 (BB no. AUA202000569),
- verzetschrift ingediend ter griffie op 21 januari 2021,
- conclusie van antwoord in oppositie,
- conclusie van repliek in oppositie.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1.
Bij het bevel tot betaling van 3 juni 2020 is [opposant] veroordeeld tot betaling aan [geopposeerde] van een bedrag van Afl. 1.275, --, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2020, buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 375,-- en de proceskosten.
2.2.
Aan haar vordering heeft [geopposeerde] ten grondslag gelegd dat [opposant] een huurachterstand heeft laten ontstaan, zij kosten heeft moeten maken om het appartement na [opposant]s vertrek schoon te maken en dat [opposant] zonder toestemming inventaris heeft meegenomen.
2.3.
In zijn verzetschrift verzoekt [opposant] het gerecht hem toe te staan kosteloos te procederen en de vordering van [geopposeerde] alsnog af te wijzen. Hij voert het volgende verweer. Er is geen huurachterstand. Hij heeft [geopposeerde] verzocht de laatste maandhuur die hij verschuldigd is te verrekenen met de borgsom van Afl. 550,--. Het appartement is keuring achtergelaten. Hij heeft geen inventaris van [geopposeerde] meegenomen.
2.4.
De stellingen van partijen worden voor zover van belang hierna besproken.
2.5.
Het gerecht passeert het verweer van [opposant] dat [geopposeerde] niet kan worden ontvangen in haar vordering. Hij voert dat verweer pas bij repliek in oppositie. [geopposeerde] heeft daarop niet meer kunnen reageren.
2.6.
Het gerecht begrijpt uit de stellingen en producties van partijen het volgende. [opposant] huurde een appartement tegen een maandelijks huur van Afl. 550,--. Hij betaalde de huur aan [geopposeerde]. [geopposeerde] stelt dat [opposant] het appartement half oktober heeft teruggegeven. Zij vordert betaling van achterstallige huur over een periode van twee en een halve maand (augustus tot half oktober 2019). [opposant] betwist dat hij het appartement pas half oktober 2019 heeft teruggegeven. Hij stelt dat hij het appartement in augustus 2019 heeft teruggeven en erkent dat hij de huur over augustus 2019 verschuldigd is. Hij beroept zich op verrekening van de huur met de borgsom van Afl. 550,--. [geopposeerde] stelt dat de borgsom Afl. 250,-- bedraagt.
2.7.
Op [geopposeerde] rust de bewijslast dat [opposant] tot half oktober in het appartement heeft gewoond en dus tot dan huur verschuldigd is. [geopposeerde] heeft geen bewijs aangeboden en het gerecht ziet geen aanleiding haar ambtshalve tot bewijs van haar stelling toe te laten. Dat betekent dat de vordering van achterstallige huur over de periode september tot half oktober 2019 niet toewijsbaar is. De vordering van achterstallige huur over de maand augustus 2019 is in beginsel toewijsbaar. [opposant] erkent immers dat hij de huur over die maand nog verschuldigd is.
2.8.
De vordering met betrekking tot schoonmaakkosten en meegenomen inventaris is niet toewijsbaar. [opposant] betwist dat hij de woning niet schoon heeft achtergelaten en inventaris heeft meegenomen. [geopposeerde] heeft haar stelling niet onderbouwd en dus niet aan haar stelplicht voldaan. Voor bewijslevering is dan geen ruimte.
2.9.
Het verrekeningsverweer van [opposant] slaag ten dele. [geopposeerde] erkent immers dat [opposant] een borg van Afl. 250,-- heeft betaald. De gegrondheid van het verweer van [opposant] voor het meerdere (hij stelt dat de betaalde borgsom Afl. 550,-- bedraagt) is niet eenvoudig vast te stellen. Gelet op artikel 6:136 BW is de vordering van [geopposeerde] met betrekking tot de achterstallige huur over de maand augustus 2019 daarom toewijsbaar tot een bedrag van Afl. 300,-- (550,-- verminderd met 250,--). De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift.
2.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het gerecht het verzet gegrond zal verklaren, het bevel van betaling zal vernietigen en [opposant] zal veroordelen tot betaling aan [geopposeerde] van een bedrag van Afl. 300,-- vermeerderd met de wettelijke vanaf 20 februari 2020 tot de dag van betaling.
2.11.
De buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen nu deze kosten niet aannemelijk zijn gemaakt. Een enkele sommatiebrief is daarvoor niet voldoende.
2.12.
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld ziet het gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren zoals in de beslissing bepaald.
2.13.
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal het gerecht [opposant] toestemming verlenen kosteloos te procederen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
3.1.
verleent [opposant] toestemming om kosteloos te procederen;
3.2.
verklaart het verzet gegrond en vernietigt het bevel van betaling van 3 juni 2020 (BB no. AUA202000569);
3.3.
veroordeelt [opposant] tot betaling aan [geopposeerde] van een bedrag van Afl. 300,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2020 tot de dag van betaling;
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
3.6.
compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 september 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 28 september 2022
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA202100155
Inhoudsindicatie: Verzet gegrond. Vernietiging van het bevel tot betaling.
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.A. van Voorthuizen
Bijzondere kenmerken: eerste aanleg – enkelvoudig