ECLI:NL:OGEAA:2022:546
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de gemeenschapsboedel na echtscheiding
In deze zaak, uitgesproken op 28 september 2022 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het de verdeling van de gemeenschapsboedel tussen twee partijen, de vrouw en de man, die in gemeenschap van goederen waren gehuwd. De echtscheiding was eerder uitgesproken op 2 november 2020, maar de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap was nog niet verdeeld. De vrouw vorderde onder andere kosteloos te mogen procederen en een verdeling van de gemeenschapsboedel zoals door haar voorgesteld. De man voerde verweer en stelde zijn eigen verdelingsvoorstel voor, inclusief verrekeningen van door hem betaalde hypotheeklasten en verzekeringen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 augustus 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vrouw recht heeft op kosteloze rechtsbijstand op basis van het overgelegde bewijs van onvermogen. De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap omvat onder andere de echtelijke woning, hypotheken, inboedel, kleding, pensioenen en belastingtegoeden. Het Gerecht heeft besloten dat de echtelijke woning verkocht moet worden, omdat de man niet kon aantonen dat hij in staat was de overbedelingsvergoeding te betalen.
Daarnaast heeft het Gerecht bepaald dat de man een gebruiksvergoeding van Afl. 250,- per maand aan de vrouw moet betalen, omdat hij sinds de echtscheiding alleen in de woning heeft gewoond. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak bevat ook bepalingen over de verdeling van de inboedel, de pensioenen en de belastingverplichtingen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.