ECLI:NL:OGEAA:2022:54

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
AUA202103481
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een voogdes voor een minderjarige na overlijden van de moeder

Op 8 maart 2022 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de benoeming van een voogd voor een minderjarige. De verzoekster, de grootmoeder van de minderjarige, heeft op 23 november 2021 een verzoekschrift ingediend. De minderjarige, geboren op [geboortedatum minderjarige] in de Dominicaanse Republiek, staat sinds het overlijden van haar moeder, [biologische moeder], op 7 februari 2021, niet meer onder ouderlijk gezag. De biologische vader van de minderjarige is onbekend.

Tijdens de mondelinge behandeling op 18 januari 2022 waren de verzoekster en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw C. Bontekoe, aanwezig. De rechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds haar eerste levensjaar door de verzoekster is verzorgd en opgevoed. Gezien het feit dat de minderjarige niet onder ouderlijk gezag staat en er geen bezwaren tegen het verzoek zijn geuit, heeft de rechter besloten om de verzoekster te benoemen tot voogdes over de minderjarige.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de benoeming van de voogdes onmiddellijk van kracht is. Deze beslissing is genomen door mr. A.J. Martijn, rechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 8 maart 2022
behorend bij EJ nr. AUA202103481
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoekster],
wonende in Aruba, [woonadres],
VERZOEKSTER,
in persoon.
Belanghebbende:
[naam minderjarige],
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

1.1
De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 23 november 2021,
  • het minderjarigenverhoor van 17 januari 2022,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 18 januari 2022, waarbij zijn verschenen verzoekster in persoon en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Verzoekster is de moeder van [biologische moeder], geboren op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek.
2.2
Uit [biologische moeder] is op [geboortedatum minderjarige] in de Dominicaanse Republiek geboren [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige heeft geen juridische vader. Onbekend is wie haar biologische vader is. De minderjarige woont sinds zij 1 jaar oud was bij verzoekster.
2.3 [
biologische moeder] is op 7 februari 2021 in de Dominicaanse Republiek overleden. De minderjarige staat sindsdien niet onder ouderlijk gezag.
3.HET VERZOEK EN DE BEOORDELING
3.1
Het verzoek strekt tot het belasten van verzoekster, zijnde de grootmoeder van de minderjarige, met de voogdij over de minderjarige.
3.2
Ingevolge artikel 1:295 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) benoemt de rechter een voogd over alle minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan, en in wier voogdij niet op wettige wijze is voorzien.
3.3
Vaststaat dat de minderjarige sinds het overlijden van [biologische moeder] niet meer onder ouderlijk gezag staat. Dit betekent dat in dit geval zich een situatie voordoet zoals bedoeld in artikel 1:295 BWA. In het gezag over de minderjarige dient dan ook te worden voorzien. Nu de minderjarige sinds zij 1 jaar oud was door verzoekster wordt verzorgd en opgevoed en voor het overige niet van bezwaar tegen het verzoek is gebleken, zal het verzoek worden toegewezen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
benoemt [verzoekster], geboren op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek, tot voogdes over [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 8 maart 2022 door mr. A.J. Martijn, rechter bij dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.