In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een geschil tussen twee partijen die op 7 april 2017 in Aruba met elkaar zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Op 12 maart 2018 heeft het Gerecht de echtscheiding uitgesproken, waarna de gemeenschap op 25 april 2018 is ontbonden. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Marchena, vordert thans de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. De gedaagde procedeert in persoon en heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van de eiser.
De rechter heeft vastgesteld dat partijen niet in geschil zijn over de ontbinding van de gemeenschap, maar dat er onenigheid bestaat over de omvang van de gemeenschap en de wijze van verdeling. De rechter heeft partijen erop gewezen dat zij de wettelijk voorgeschreven weg moeten volgen ten overstaan van de benoemde notaris mr. M.J.C. Tromp, om de verdeling van de gemeenschap te realiseren. De rechter heeft ook benadrukt dat, zolang partijen geen overeenstemming bereiken, de verdeling moet aanvangen met een boedelbeschrijving, zoals voorgeschreven in het Burgerlijk Wetboek van Aruba.
Het vonnis is uitgesproken op 24 augustus 2022, waarbij de rechter heeft bepaald dat verdere beslissingen worden aangehouden en de zaak ambtshalve naar de eerstvolgende parkeerrol wordt verwezen. Dit vonnis benadrukt het belang van een correcte procedure bij de verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap en de rol van de notaris in dit proces.