ECLI:NL:OGEAA:2022:52

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
AUA202103256
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing uit het ouderlijk gezag en benoeming van een voogdes in een civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag. De Voogdijraad heeft verzocht om de moeder van het gezag over haar minderjarige kind te ontheffen en de grootmoeder moederszijde als voogdes aan te stellen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 oktober 2021 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 januari 2022. Tijdens deze zitting waren de moeder, de vader, de voorgestelde voogdes en de raadsonderzoekers van de Voogdijraad aanwezig.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige, geboren in 2014, is niet erkend door de vader en wordt sinds 2017 verzorgd door de grootmoeder. De moeder heeft geen baan en toont geen interesse in de behoeften van de minderjarige. De Voogdijraad heeft een onderzoeksrapport overgelegd waaruit blijkt dat de moeder ongeschikt is om het gezag uit te oefenen. De moeder heeft tijdens de zitting aangegeven akkoord te zijn met het onderzoeksrapport en heeft zich niet verzet tegen het verzoek.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de moeder ongeschikt is om haar zorgplicht te vervullen en dat een ondertoezichtstelling niet voldoende is om de minderjarige te beschermen. Daarom heeft het gerecht besloten de moeder te ontheffen van het gezag en de grootmoeder als voogdes aan te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 8 maart 2022
Behorend bij EJ nr. AUA202103256
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
tegen
[Verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
procederend in persoon.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[Belanghebbende 1],de vader,
[Belanghebbende 2],de grootmoeder moederszijde, hierna: de voorgestelde voogdes,
[Minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 in Aruba, de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 18 oktober 2021,
  • de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 18 januari 2022, in aanwezigheid van de moeder, de vader, de voorgestelde voogdes en de raadsonderzoekers van de Voogdijraad, mevrouw [X] en mevrouw
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder is op [geboortedatum] 2014 in Aruba geboren [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige. De minderjarige is niet erkend. De moeder oefent van rechtswege het gezag over de minderjarige uit.
2.2
De minderjarige wordt sinds 2017 door de grootmoeder moederszijde verzorgd en opgevoed.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe de moeder van het gezag over de minderjarige te ontheffen en de grootmoeder moederszijde met de voogdij over de minderjarige te belasten. Ter onderbouwing hiervan heeft de Voogdijraad het onderzoeksrapport van 4 oktober 2021 (onderzoeksrapport) overgelegd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet.
Ingevolge artikel 1:268 lid 1 BWA wordt ontheffing niet uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet. Deze regel leidt slechts uitzondering indien er sprake is van een van de situaties als bedoeld in lid 2 onder a tot en met d van dit artikel.
4.2
De moeder heeft ter zitting te kennen gegeven akkoord te zijn met de inhoud van het onderzoeksrapport. Zij heeft zich niet tegen het verzoek verzet.
4.3
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van het gerecht voldoende vast komen te staan dat de moeder ongeschikt dan wel onmachtig is haar plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarige te vervullen en dat een ondertoezichtstelling onvoldoende is om de minderjarige voor zedelijke of lichamelijke ondergang te behoeden. Het gerecht overweegt daartoe als volgt.
Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de grootmoeder moederszijde degene is die sinds 2017 de minderjarige verzorgt en opvoedt. De moeder heeft geen baan en geen financiële stabiliteit. Zij heeft geen inzicht in de behoeften van de minderjarige en toont geen interesse in haar. De Voogdijraad concludeert daarom dat zij ongeschikt dan wel onmachtig is om het gezag over de minderjarige uit te oefenen.
4.4
Gelet op het voorgaande zal het gerecht de verzochte ontheffing in het belang van de minderjarige uitspreken.
4.5
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De grootmoeder moederszijde is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht het verzoek van de Voogdijraad om de grootmoeder moederszijde te belasten met de voogdij toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontheft de moeder [naam verweerster], geboren op [geboortedatum] 1989 in Haïti, van het gezag over [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 in Aruba,
benoemt [naam belanghebbende 2], geboren op [geboortedatum] 1968 in Haïti, tot voogdes over de minderjarige,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 8 maart 2022 door de rechter mr. A.J. Martijn in tegenwoordigheid van de griffier.