Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
To Whom it May Concern
Dear [verweerster],
To Whom it May Concern
Bij deze verklaar ik dat de heer[werknemer I] zich bij mij heeft gepresenteerd met de pretentie dat hij sinds 2003 onafgebroken werkzaam is geweest bij Interport Logistics VBA en dat dit ook zo geregistreerd moet worden.
- U nagelaten hebt, terwijl U hiertoe de mogelijkheid voor had op 26 april 2022, melding te maken van het feit dat U reeds op 29 september 2020 een brief had gegeven aan (…) [werknemer I] (…) waarin zijn startdatum van indiensttreding 1 november 2003 is;
- U nagelaten hebt op 24 maart 2022 melding te maken van het feit dat U, in tegenstelling tot Uw eigen verklaring van 24 maart 2022, reeds twee brieven (d.d. 29 september 2020 en d.d. 24 februari 2022) had afgegeven aan (…) [werknemer I] (…) waarin U aangeeft dat zijn startdatum van indiensttreding 1 november 2003 is. Het had op weg van U gelegen om hier wel melding van te maken, daar U heel goed wist dat Interport Logistics VBA betrokken was in een rechtszaak tegen (…) [werknemer I] (…) en waarbij de datum van indiensttreding een rol speelt;
- U al eerder een waarschuwing hebt gekregen (op 23 december 2020) waarin aan U te kennen is gegeven dat U niet bevoegd bent tot enige vertegenwoordiging handeling met betrekking tot Interport Logistics VBA. Het had U gesierd om tenminste ten aanzien van de brief d.d. 24 februari 2022 hiervan melding te maken bij de directie van Interport Logistics VBA, dit vooral gezien dat U stelt dat U onder druk bent gezet door (…) [werknemer I] (…) om deze onderhavige brief af te geven. U weet dat het Interport Logistics VBA onacceptabel is als U verklaringen aflegt namens Interport Logistics VBA;
- U met de brieven d.d. 29 maart 2020 en d.d. 24 februari 2022, Uw eigenverklaring d.d. 24 maart 2022 tegenspreekt;