ECLI:NL:OGEAA:2022:504

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
AUA202203347
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het verbieden van overdracht van timeshareweken tijdens expulsion procedure

In deze zaak heeft de coöperatieve vereniging Marriott Vacation Club International of Aruba (hierna: de Vereniging) een kort geding aangespannen tegen gedaagden [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De Vereniging vordert dat gedaagde 1 wordt bevolen zijn 27 timeshareweken bij Aruba Ocean Club gedurende de expulsion procedure niet aan derden over te dragen, op straffe van een dwangsom. De achtergrond van de zaak betreft het vermoeden dat gedaagde 1 zijn timeshareweken voor commerciële doeleinden gebruikt, wat in strijd is met de statuten van de Vereniging. Gedaagde 1 heeft eerder aangegeven dat hij de timeshareweken aan gedaagde 2 wil overdragen, wat de Vereniging als een poging ziet om de expulsion procedure te omzeilen.

Tijdens de zitting is gebleken dat gedaagden niet zijn verschenen, maar dat de gemachtigde van de Vereniging, mr. M. Bemer, wel aanwezig was. De rechter heeft overwogen dat er onvoldoende concrete feiten zijn die de vordering van de Vereniging ondersteunen. De enkele wantrouwen van de Vereniging jegens gedaagde 1 is niet voldoende om de vordering te onderbouwen. De rechter heeft geconcludeerd dat de vorderingen van de Vereniging moeten worden afgewezen, omdat er geen bewijs is dat gedaagde 1 de timeshareweken aan gedaagde 2 zal overdragen.

Het Gerecht heeft de Vereniging veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van gedaagden, die tot op heden zijn begroot op nihil. De uitspraak is gedaan door mr. T.A.M. Tijhuis op 16 december 2022.

Uitspraak

Vonnis van 16 december 2022
Behorend bij K.G. nr. AUA202203347
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de coöperatieve vereniging
MARRIOTT VACATION CLUB INTERNATIONAL OF ARUBA,
zetelend te Aruba,
eiseres,
hierna te noemen: de Vereniging,
gemachtigden: de advocaten mr. M. Bemer en mr. J.J. Steward,
tegen:

1.[naam gedaagde 1],

wonende te Verenigde Staten van Amerika,
2.
[naam gedaagde 2],
wonende te Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden,
hierna ieder voor zich te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
verschenen in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoek met producties;
- de mailberichten van [gedaagde 2] van 30 november 2022 en 8 december 2022;
- het mailbericht van [gedaagde 1] van 8 december 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van vrijdag 9 december 2022.
1.2
Namens de Vereniging is ter zitting verschenen haar gemachtigde mr. Bemer voornoemd. Gedaagden zijn niet verschenen. Mr. Bemer heeft, mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota, het woord gevoerd en vragen van het Gerecht beantwoord. Voorafgaand aan de zitting heeft de Vereniging nog een nadere productie in het geding gebracht.
1.3
Aanvankelijk zijn in deze zaak tevens als gedaagden in rechte betrokken mevrouw [naam vrouw van gedaagde 1]] en de entiteit naar buitenlands recht Equity Trust Company (hierna: de Trust). Ter zitting is door de Vereniging om haar moverende redenen de zaak tegen deze twee gedaagden ingetrokken.
1.4
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden, alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden, staat onder meer het volgende tussen partijen vast.
2.2
In de Vereniging is ondergebracht het timeshareproject Aruba Ocean Club. De Vereniging heeft onder meer tot doel het behartigen van de belangen van haar leden bij de uitoefening van hun timesharerechten. De koop van twee aandelen in de Vereniging geeft de koper het recht op het jaarlijks gebruik van een
residential unit(hierna: een unit of een kamer) voor de periode van een kalenderweek per jaar.
2.3
In de ‘Bylaws’ van de Vereniging is onder meer het volgende bepaald:
“Article IX.
USE RESTRICTIONS
(…)
9.1
Personal Use Restriction: Except for Units, the use rights to which are retained by the Developer, which may be utilized as provided elsewhere in these Bylaws, each of the Units committed to the Timeshare Plan shall be occupied only as vacation accommodations. Use of the Units and the Common Facilities is limited solely to the personal use of members, their guests, invitees and lessees and for recreational uses by corporations and other entities owning Membership Interests. Use of the residential Unit or the Common Facilities for commercial purposes or any purposes other than the personal use described herein is expressly prohibited. “Commercial Purpose” shall be broadly interpreted and shall include, but not be limited to, a pattern of rental activity or other occupancy by a Member that the Association, in its reasonable discretion, could conclude constitutes a commercial enterprise or practice.
(…)
ARTICLE XIII
TERMINATION, EXPULSION AND TRANSFRS OF MEMBERSHIP INTEREST
(…)
13.2
Expulsion:The Board of Directors may revoke any Member’s membership Interest and remove a Member’s name from the Shareholder Register, thereby expelling a member from the Association upon occurrence of any of the following events: (…)
(…) The Association shall retain the right to sell the reacquired Membership Interest and the re-issued Share(s) and distribute the proceeds from such sale (…)
(…)
13.5
Developer’s Right of First Refusal to Purchase(…)
when any Membership Interest is offered for sale (…) the Developer shall have the exclusive option to purchase (…) such Membership Interest at the price (…) and on the other terms of any bona fide offer made in writing to the Member at such time an submitted to Developer for verification. (…) Each Member shall notify the Developer of its intent to sell (…) it’s Membership Interest with such notice setting forth in full the terms and conditions of the sale (…) Developer shall have thirty (30) days after receipt of such notice to exercise its option to purchase (…)”.
2.4 [
gedaagde 1] heeft het recht op het gebruik van 4 timeshareweken bij de Aruba Ocean Club. Daarnaast heeft hij samen met [naam vrouw gedaagde 1] recht op 8 timeshareweken en worden 15 timeshareweken ten behoeve van hem gehouden door de Trust. In totaal betreffen het 27 timeshareweken.
2.5
Op 1 augustus 2017 is [gedaagde 1] namens de Vereniging aangeschreven omdat het vermoeden bestond dat hij zich schuldig maakte aan het gebruik van zijn timeshareweken voor commerciële doeleinden.
2.6 [
gedaagde 1] heeft hierop bij brief van 1 september 2017 als volgt gereageerd:
“This letter is in response to your Notification of Violation letter I just received. (…) Before purchasing Marriott Timeshares we carefully read Articles of Association and act in accordance with those rules and regulations. (…) Your implication of commercial use of my units is very puzzling. It clearly states on the page 14 of Articles that commercial use means non-residential use of the unit. My timeshare units are always used by us or our family members and friends as a vacation residence (…).”
2.7
Op 19 oktober 2017 heeft de Vereniging aan [gedaagde 1] bericht dat zij naar aanleiding van de brief van [gedaagde 1] van 1 september 2017 en nader onderzoek, op dat moment geen reden ziet om aan te nemen dat [gedaagde 1] zijn timeshareweken voor commerciële doeleinden gebruikt.
2.8
Bij brief van 19 oktober 2018 is namens de Vereniging aan [gedaagde 1] bericht:
“As per new information (…) the Association at this time has reason to believe that you are using residential units at the Marriott Aruba Ocean Club Resort for commercial purposes.
To avoid the Association commencing the expulsion procedure as per its governing documents, kindlywithin 14 dayspropose and confirm the sale, which sale is to occur within 18 months, of a significant number of your weeks, whereby the weeks you retain will be used solely for personal use (…).”
2.9 [
gedaagde 1] heeft vervolgens bij brief van 30 oktober 2018 meegedeeld dat hij voornemens is 7 timeshareweken te verkopen en bevestigd dat alle timeshareweken die hij bij Aruba Ocean Club Resort bezit uitsluitend zullen worden gebruikt voor persoonlijk gebruik door zijn familie.
2.1
Bij emailbericht van 13 december 2018 heeft [gedaagde 1] desverzocht de namen van zijn familieleden doorgegeven die de timeshareweken zullen gebruiken.
2.11
Op 21 januari 2019 is als volgt namens de Vereniging aan [gedaagde 1] bericht:
“On behalf of the association I hereby inform you that the association accepts your proposal of October 30,2018.”
2.12
Bij in kort geding gewezen vonnis van dit Gerecht van 29 juni 2022 is [gedaagde 1] op straffe van een dwangsom bevolen zijn timeshareweken bij Aruba Ocean Club niet aan derden, niet zijnde zijn familieleden zoals opgesomd in diens emailbericht van 13 december 2018, in gebruik te geven. Daartoe heeft het Gerecht overwogen dat is overeengekomen dat de bij [gedaagde 1] in bezit zijnde timeshareweken enkel door hemzelf of de door hem bij naam genoemde familieleden zullen worden gebruikt, dat [gedaagde 1] deze overeenkomst zal moeten nakomen en dat voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat [gedaagde 1] de overeenkomst niet nakomt.
2.13
Op 23 augustus 2022 heeft [gedaagde 1] de Vereniging bericht dat hij de 27 timeshareweken om niet wenst over te dragen aan [gedaagde 2] . Nadat de Vereniging [gedaagde 1] op 25 augustus 2022 met een beroep op artikel 13.5 van de Bylaws had bericht dat zij de weken wenste over te nemen, heeft [gedaagde 1] zijn voornemen ingetrokken.
2.14
Op 5 september 2022 heeft [gedaagde 1] aan de Vereniging bericht dat hij de 27 timeshareweken wenst te verkopen aan [gedaagde 2] voor een bedrag van USD 715.600,- en meegedeeld dat de Vereniging tot 29 september 2022 kan laten weten of zij de weken voor dit bedrag wil overnemen.
2.15
Op 16 september 2022 heeft de Vereniging aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bericht de
expulsion procedurete starten en hen gesommeerd de betreffende 27 timeshareweken gedurende die procedure niet over te dragen respectievelijk af te nemen.
2.16
Bij mailbericht van 20 september 2022 heeft [gedaagde 1] onder meer aan de gemachtigde van de Vereniging bericht:
“I’m in full compliance by the court decision on rental and there is no prohibition on selling my property. Additionally, your client was pressuring me to sell a substantial number of my units and I’m doing it now. (…) I demand your client stops the collusion and let me sell my property.”
2.17
Op 22 september 2022 heeft het bestuur van de Vereniging besloten [gedaagde 1] , [naam vrouw gedaagde 1] en de Trust te royeren. Dit is op 23 september 2022 aan hen meegedeeld.

3.HET GESCHIL

3.1
De Vereniging vordert dat bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde 1] wordt bevolen zijn timeshareweken bij Aruba Ocean Club gedurende de
expulsion procedureniet aan [gedaagde 2] dan wel een andere derde over te dragen, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van Afl. 900.000,- bij overtreding van dit bevel;
II. [gedaagde 2] wordt veroordeeld de 27 timeshareweken bij Aruba Ocean Club gedurende de
expulsion procedureniet van [gedaagde 1] over te nemen, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van Afl. 900.000,- bij overtreding van dit bevel;
III. gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten en nakosten van dit geding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis.
3.2
De Vereniging legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde 1] met de overdracht van de timeshareweken aan [gedaagde 2] het vonnis van 29 juni 2022 beoogd te omzeilen en dat zij belang erbij heeft dat [gedaagde 1] wordt bevolen de timeshareweken gedurende de expulsion procedure niet over te dragen, omdat deze procedure anders illusoir is.
3.3 [
gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren ieder voor zich verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, ingegaan.

4.DE BEOORDELING

Rechtsmacht
4.1
Niet alleen hebben gedaagden de rechtsmacht in dezen van het Gerecht niet betwist, ook is de zaak voldoende met de rechtssfeer van Aruba verbonden nu de Vereniging haar zetel in Aruba heeft en het in deze zaak gaat over het gebruik van timeshareweken bij een alhier op Aruba gelegen resort. Het Gerecht komt in dezen dan ook rechtsmacht toe.
Spoedeisend belang
4.2
Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening is naar de aard van de vordering en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen gegeven.
De timeshareweken
4.3
Namens de Vereniging is naar voren gebracht dat haar eerst recent is gebleken dat de 27 timeshareweken waarover met [gedaagde 1] een geschil bestaat, niet slechts aan [gedaagde 1] toebehoren, maar ook (mede) aan [naam vrouw gedaagde 1] en de Trust. Het antwoord op de vraag of en in hoeverre de vorderingen van de Vereniging jegens [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dan ten aanzien van alle 27 timeshareweken toewijsbaar zijn, kan echter in het midden blijven gelet op hetgeen hierna wordt overwogen.
4.4
Vast staat dat de Vereniging tegen (onder meer) [gedaagde 1] de in de Bylaws opgenomen
expulsion procedureis gestart, omdat de Vereniging (vanwege het door haar gestelde commerciële gebruik van zijn timeshareweken) niet wil dat [gedaagde 1] nog langer timeshareweken bij Aruba Ocean Club houdt. Op grond van de
expulsion procedureworden de door [gedaagde 1] gehouden timeshareweken ingetrokken, waarna de Vereniging nieuwe aandelen uitgeeft die op de markt worden aangeboden. De opbrengst daarvan komt, na aftrek van eventuele schulden van [gedaagde 1] , aan [gedaagde 1] toe. In de Bylaws noch overigens is bepaald dat een eigenaar gedurende de
explusion procedurezijn timeshareweken niet kan overdragen. De eigenaar is daartoe in beginsel dan ook bevoegd.
4.5
Ter zitting is namens de Vereniging toegelicht dat daartegen ook geen bezwaar bestaat indien [gedaagde 1] de (mede) door (of voor) hem gehouden timeshareweken afzonderlijk of in kleine delen aan derden zou verkopen. De vrees bestaat echter dat [gedaagde 1] de 27 timeshareweken tezamen zal overdragen, waardoor zeer aannemelijk is dat het commerciële gebruik van deze timeshareweken door hem aan de orde blijft. Indien gedurende de
expulsion procedurede timeshareweken worden overgedragen, kan [gedaagde 1] zijn handel door middel van [gedaagde 2] of een andere stroman blijven voortzetten en wordt deze procedure daarmee illusoir, aldus nog steeds de Vereniging.
4.6
Bij berichten van 30 november 2022 en 8 december 2022 heeft [gedaagde 2] aan het Gerecht bericht dat hij de timeshareweken van [gedaagde 1] niet (langer) zal kopen. Dat [gedaagde 1] de timeshareweken gedurende de
expulsion procedureaan [gedaagde 2] zal overdragen, kan vooralsnog dan ook niet (meer) worden gezegd. Concrete feiten en/of omstandigheden die tot een ander oordeel leiden, zijn gesteld noch gebleken. Het enkele feit dat de Vereniging [gedaagde 1] wantrouwt en daarom niet gelooft dat [gedaagde 2] de timeshareweken inderdaad niet meer zal kopen, is daarvoor onvoldoende. De vordering jegens [gedaagde 1] voor zover deze ziet op de overdracht van de timeshareweken aan [gedaagde 2] en de vordering jegens [gedaagde 2] zullen daarom bij gebrek aan belang worden afgewezen.
4.7
Voor de vordering om [gedaagde 1] te bevelen de timeshareweken gedurende de
expulsion procedureniet aan een derde over te dragen, ontbreekt verder een voor toewijzing voldoende feitelijke onderbouwing. In hetgeen de Vereniging heeft gesteld zijn geen concrete aanknopingspunten te vinden voor het oordeel dat [gedaagde 1] alle timeshareweken (tezamen dan wel een groot deel daarvan) gedurende de
expulsion procedureaan een derde wil en zal verkopen. Dat [gedaagde 1] niet heeft gezegd dat niet te zullen doen, is daarvoor niet voldoende en evenmin dat de Vereniging geen vertrouwen in [gedaagde 1] heeft. En hoewel [gedaagde 1] in augustus/september 2022 de 27 timeshareweken om niet aan [gedaagde 2] wilde overdragen en naar het voorlopig oordeel van het Gerecht geenszins onaannemelijk is dat hij daarmee wel de zeggenschap over of het genot van deze timeshareweken zou behouden, brengt dat nog niet mee dat hij ook nu concreet doende of voornemens is de timeshareweken aan een derde (die als stroman is aan te merken of de weken zelf commercieel zal gebruiken) over te dragen. Deze vordering wordt daarom eveneens afgewezen.
Slotsom
4.8
De slotsom van het voorgaande is dat de vorderingen van de Vereniging worden afgewezen.
4.9
De Vereniging zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gevallen, tot op heden voor ieder van hen begroot op nihil.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt de Vereniging in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gevallen, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 16 december 2022 in aanwezigheid van de griffier.