ECLI:NL:OGEAA:2022:490

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
AUA202002487
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Divi Village I N.V. voor letselschade door val op voetpad

In deze zaak vordert eiseres, een inwoner van de Verenigde Staten, schadevergoeding van Divi Village I N.V. naar aanleiding van een val op 5 april 2019. Eiseres is ten val gekomen op een voetpad dat door Divi is aangelegd om gasten toegang te geven tot het strand. De vordering is gebaseerd op risicoaansprakelijkheid en onrechtmatig handelen. Eiseres stelt dat de staat van het voetpad gebrekkig was, wat heeft geleid tot haar val en de daaruit voortvloeiende schade. Divi betwist de aansprakelijkheid en stelt dat eiseres ten val is gekomen bij een rubberen mat onder een poort, niet op het voetpad zelf. Het gerecht heeft vastgesteld dat eiseres letsel heeft opgelopen, maar oordeelt dat de staat van het voetpad niet zodanig gebrekkig was dat Divi aansprakelijk kan worden gehouden. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Divi.

Uitspraak

Vonnis van 7 december 2022
Behorend bij A.R. nr. AUA202002487
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonend in de Verenigde Staten,
eiseres,
hierna: [Eiseres],
gemachtigde: mr. R.J. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
Divi Village I N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna: Divi,
gemachtigde: mr. P.R.C. Brown.

1.DE PROCEDURE

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- verzoekschrift, ingediend op 7 oktober 2020,
- conclusie van antwoord,
- conclusie van repliek, tevens inhoudend een eiswijziging,
- conclusie van dupliek,
- akte uitlating producties.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1.
Divi exploiteert een condominium en timeshare resort (het resort) aan de J.E. Irausquin Boulevard in Aruba. Om het strand te kunnen bereiken moeten gasten deze boulevard oversteken. Dat kan op een speciaal aangelegde oversteekplaats. Divi heeft tussen het resort en deze oversteekplaats op een met asfalt verhard voetpad aangelegd (het voetpad). Dit voetpad begint onder een betonstenen poort die licht op het erfpachtperceel van Divi. Onder de poort heeft Divi een zwart rubberen mat gelegd. Het voetpad loopt vandaar over domeingrond naar de oversteekplaats.
2.2. [
Eiseres] is eigenaar van twee timeshare weken bij Divi en komt jaarlijks twee weken naar het resort.
2.3.
Op 5 april 2019 omstreeks 15.00 uur is [eiseres] ten val gekomen, waarbij zij letsel heeft opgelopen.
2.4.
In een “Resort Injury Report’, dat is opgesteld door een medewerker van Divi, is in de rubriek
‘Incident information’bij
‘Description of incident (what happened)’handgeschreven vermeld:
‘She fell when she stepped on the rubber mat (black color) between “Sea Breeze pool’ and the street, injuring her left hand.’
Achter de voorgedrukte verklaring ‘I decline medical treatment’, in hetzelfde Resort Injury Report, heeft de echtgenoot van [eiseres] namens haar een handtekening geplaatst.
2.5. [
Eiseres] heeft op 24 maart 2019 een formulier ondertekend, waarin voor zover van belang is opgenomen:
‘ I hereby indemnify, release and hold harmless, Divi Village and Divi Dutch Village from all claims of liability in connection with my (or my guests or invitees) participation in any activities or use of the accomodations from any cause whatsoever including, without limitation, all claims for injury, damages, loss or theft of personal property, excepting only those claims soley due to Divi Village’s or Divi Dutch Village’s gross negligence.’(…)

3.HET GESCHIL

3.1. [
Eiseres] vordert, na wijziging van haar eis, dat het gerecht bij uitvoerbaar te verklaren vonnis:
( i) voor recht verklaart dat Divi (risico)aansprakelijk is voor de schade van [eiseres] op grond van artikelen 6:174 lid 1 en/of 6:181 lid
1. BW, althans op grond van onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW;
(ii) Divi veroordeelt tot betaling aan haar van een bedrag van USD 21.951,83, althans het equivalent daarvan in Arubaanse guldens, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2019 tot de dag van algehele voldoening;
(iii) althans een andere beslissing neemt die het gerecht billijk voorkomt;
(iv) Divi veroordeelt in de proceskosten.
3.2. [
Eiseres] legt aan haar vordering -samengevat- het volgende ten grondslag. Zij is op 5 april 2019 samen met haar echtgenoot over het voetpad richt het strand gelopen. Als gevolg van een uitstekende rand van het gekraakte asfalt is zij gevallen en heeft zij letsel opgelopen. Divi heeft het voet aangelegd als verbindingspad tussen het resort en de openbare weg en is er verantwoordelijk voor dat de toestand van het voetpad de veiligheid van de gebruikers niet in gevaar brengt. Aan die verplichting heeft Divi niet voldaan. Het voetpad verkeerde in slechte staat van onderhoud. De oneffenheden in het voetpad brengen een voorzienbaar risico met zich mee dat een gebruiker met zijn voetrand daar tegenaan kan lopen en als gevolg daarvan ten val komt. Divi heeft geen veiligheidsmaatregelen genomen om haar gasten op de oneffenheden en scheuren te wijzen. Op Divi rust aansprakelijkheid voor de schade ten gevolge van de val, primair op grond van artikel 6:174 jo 6:180 BW (risicoaansprakelijkheid) en subsidiair op grond van artikel 6:162 BW (gevaarzetting).
3.3.
Divi voert gemotiveerd verweer.
3.4.
De stellingen van partijen worden indien van belang hierna (nader) besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Vast staat dat [eiseres] op 5 april 2019 ten val is gekomen en als gevolg daarvan letsel heeft opgelopen en schade heeft geleden. Tussen partijen is in geschil op welke locatie [eiseres] ten val is gekomen en dus waar de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond. [Eiseres] stelt dat zij op het voetpad als gevolg van een uitstekende rand van het gescheurde asfalt ten val is gekomen. Divi betwist dat gemotiveerd. Zij stelt dat [eiseres] ten val is gekomen bij de rubberen mat onder de poort, waarbij zij zich onder meer beroept op het Resort Injury Report. Nu [eiseres] de aansprakelijkheid van Divi baseert op een gebrek van het voetpad rust op haar in beginsel rust de bewijslast dat zij op het voetpad ten val is gekomen door een uitstekende rand van het gescheurde asfalt. Het gerecht zal er om pragmatische redenen echter veronderstellenderwijs van uitgaan dat [eiseres] op het voetpad richting het strand ten val is gekomen.
4.2.
Artikel 6:174 BW vestigt een risicoaansprakelijkheid voor de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert en dit gevaar zich verwezenlijkt. Hoewel Divi stelt dat zij niet pretendeert eigenaar of bezitter te zijn van het voetpad, betwist zij niet dat op haar een risicoaansprakelijkheid rust voor gebreken aan het door haar zelf ten behoeve van haar gasten aangelegde voetpad, dat naar het gerecht begrijpt ook door Divi wordt beheerd. Het gerecht zal er veronderstellenderwijs vanuit gaan dat Divi bezitter daarvan is.
4.3.
Vervolgens is aan de orde of het voetpad niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, waardoor het gevaar voor personen opleverde; met andere woorden of het voetpad gebrekkig was. Daarbij komt het aan op de vraag of het voetpad, gelet op het te verwachten gebruik daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen, deugdelijk was. Daarbij is ook van belang hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk zijn en van Divi kunnen worden gevergd. [Eiseres] heeft ter onderbouwing van haar stellingen verschillende foto’s van het voetpad in het geding gebracht waaruit volgens haar de slechte staat blijkt. Op de bij conclusie van repliek overgelegde foto’s heeft [eiseres] doormiddel van peilen aangegeven op welke plek zij precies gevallen is. Divi heeft niet bestreden dat deze laatstgenoemde foto’s op 5 april 2019 zijn genomen en dus een beeld geven van de toestand van het voetpad op de dag dat [eiseres] ten val is gekomen. Divi heeft evenmin betwist, en dat blijkt ook uit de foto’s, dat het asfalt van het voetpad op verschillende plaatsen over de breedte scheuren en oneffenheden vertoont. Naar het oordeel van het gerecht vormt de scheur/oneffenheid in het asfalt die [eiseres] aanwijst als de plek waar zij is gevallen echter niet een zodanig gebrek, dat het voetpad niet voldoet aan de eisen die daaraan, mede gelet op het gebruik van het daarvan, mogen worden gesteld. Zichtbaar is dat het gaat om een geringe scheur/oneffenheid die voor een normaal oplettende gebruiker van het voetpad voldoende zichtbaar is, ook in het middaguur in de schaduw van de bomen. Van een voorzienbaar risico dat een gebruiker van het voetpad over de scheur/oneffenheid zou struikelen en vallen, is onder die omstandigheden geen sprake. Het ontbreken van een waarschuwingsbord kan Divi dan niet worden aangerekend. Daar komt bij dat [eiseres], Divi heeft dat onweersproken gesteld, een frequent gebruiker was van het voetpad en dus als normaal oplettende gebruiker kon weten dat het asfalt van het voetpad op een aantal plaatsen was gescheurd en oneffen was.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van [eiseres] op grond van risicoaansprakelijkheid van Divi niet toewijsbaar is. [Eiseres] heeft subsidiair onrechtmatig handelen van Divi, in de zin van gevaarzetting, aan haar vordering ten grondslag gelegd, maar ook op die grondslag slaagt de vordering van [eiseres] gelet op hetgeen hiervoor is overwogen niet. Gesteld noch gebleken is dat Divi een inbreuk heeft gemaakt op een recht van [eiseres] en/of heeft gehandeld of nagelaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven normen in het maatschappelijk leven betaamt. Natuurlijk zal niet iedere gebruiker te allen tijde even oplettend zijn, maar dat betekent niet dat in dit geval de gevolgen van een moment van onoplettendheid van [eiseres], die tot haar onfortuinlijke val leidde, kunnen worden afgewenteld op Divi. Zij zal die gevolgen, welke behoren tot de risico’s van het leven, zelf moeten dragen. Buiten beschouwing kan dan verder blijven of Divi een beroep toekomt op de vrijwaringsverklaring. De vorderingen van [eiseres] zullen dus worden afgewezen.
4.5.
De overige stellingen van partijen behoeven geen nadere bespreking, omdat die niet tot een ander oordeel leiden.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres] de proceskosten van Divi moeten vergoeden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de kant van Divi begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 5).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 december 2022 in aanwezigheid van de griffier.