ECLI:NL:OGEAA:2022:484

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
AUA202002184
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitsluiting van dekking op basis van alcoholgebruik bij verkeersongeval

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Boogaard Assurantiën N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde in verband met een verkeersongeval dat plaatsvond op 5 juli 2015. De eiseres, Boogaard, heeft schadevergoeding uitgekeerd aan verschillende partijen, waaronder de bestuurder van een motorfiets en een autoverhuurbedrijf, na het ongeval waarbij de bestuurder van de auto van de gedaagde betrokken was. Boogaard stelt dat de dekking onder de verzekering uitgesloten is omdat de bestuurder van de auto ten tijde van het ongeval onder invloed van alcohol was, zoals vermeld in het mutatierapport van de politie.

De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat de bestuurder onder invloed van alcohol verkeerde. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde geen redelijke mogelijkheid had om kennis te nemen van de uitsluitingsclausules in de verzekeringsvoorwaarden. Het gerecht heeft ook overwogen dat de uitsluitingsclausules niet als algemene voorwaarden kunnen worden aangemerkt, maar als kernbedingen die van invloed zijn op de dekking van de verzekering.

Uiteindelijk heeft het gerecht geoordeeld dat Boogaard niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de bestuurder onder zodanige invloed van alcohol verkeerde dat hij niet in staat was om de auto naar behoren te besturen. Ook is niet aangetoond dat de belangen van de verzekeringsmaatschappij zijn geschaad door een vermeende niet-tijdige melding van het ongeval door de gedaagde. De vordering van Boogaard is afgewezen, en de eiseres is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

Vonnis van 16 november 2022
Behorend bij A.R. no. AUA202002184
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Boogaard Assurantiën N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna: Boogaard,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
[gedaagde],
wonend in Aruba,
gedaagde,
hierna: [gedaagde],
gemachtigde: mr. V.A.V. Carlo.
1. DE PROCEDURE
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 9 september 2020,
- de conclusie van antwoord,
- de akte van Boogaard,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating producties.
1.2. Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1.
Op 5 juli 2015 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij [bestuurder auto] ([bestuurder auto]), als bestuurder van de auto van [gedaagde] met kenteken A-5376, tegen de motorfiets met kenteken MFA-1231, welke werd bestuurd door [bestuurder motorfiets] ([bestuurder motorfiets]), is aangereden, die vervolgens is aangereden tegen de huurauto van Speed Car Rental met kenteken V-1782, die werd bestuurd door [bestuurder huurauto]).
2.2.
In het mutatierapport van het Korps Politie Aruba sectie verkeer, mutatienummer 350424 van (het mutatierapport) is bij de gegevens van [bestuurder auto] vermeld:
‘Alcohol gebruik: ja’.
2.3.
Door Forensys is -onder meer- ten behoeve van NA&A een rapport opgemaakt van het verkeersongeval. Daarin staat onder meer:
(…)
‘- Chauffeur di e vehiculo cu number A-5376 a ser deteni como sospecho di ta abow di influencia di alcohol.
- Information di e chauffeur di e vehiculo A-5379 a ser duna pa polis.
- Agente Policial (…) y (…) tawata na e sitio di accidente.’
2.4. [
gedaagde] had voor haar auto een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid afgesloten bij Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company N.V. (NA&A). Boogaard treedt op als gevolmachtigde van NA&A.
2.5.
In de Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Motorrijtuigenverzekering (de BVM) van NA&A is in artikel 4 bepaald:
‘ In aansluiting op het terzake bepaalde in de Algemene Voorwaarden is tevens van verzekering uitgesloten:
(…)
4.9.
Schade waarvan aannemelijk is dat verzekerde en/of bestuurder ten tijde van de schade in zodanige mate ongeschikt was tot het besturen van motorrijtuigen, dat hem zulks door wet of overheid is verboden.
(…)
4.12.
Schade waarbij de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de schadegebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig ander bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen.’
(…)
2.6.
In de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Motorrijtuigen (de AVM) van NA&A is in artikel 8 bepaald:
‘8.1. Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot een uitkering of het verrichten van een dienst kan leiden, is hij verplicht:
8.1.a. Zo spoedig mogelijk, maar binnen 3 x 24 uur, die gebeurtenis te melden aan de maatschappij.
(…)
8.2.
De verzekering geeft geen dekking indien de verzekerde een van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.’
(…)
2.7.
Boogaard heeft op grond van de Landsverordening aansprakelijkheid motorvoertuigen (Lam) in totaal een bedrag van Afl. 37.772,77 aan schadevergoeding uitgekeerd, waarvan Afl. 21.500,-- en Afl. 3.026,70 ter zake schade aan de motorfiets en het horloge van [bestuurder motorfiets], Afl. 2.092,07 aan Speed Car Rental ter zake van schade aan de huurauto en Afl. 11.154,-- aan AZV ter zake medische kosten. Naast de schade-uitkeringen heeft Boogaard Afl. 150,-- aan expertisekosten betaald.

3.HET GESCHIL

3.1.
Boogaard vordert -samengevat- dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
( a) [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan Boogaard van een bedrag van Afl. 37.922,77;
( b) [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan Boogaard van een bedrag van afl. 1.875,00 ter zake buitengerechtelijke incassokosten;
( c) [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan Boogaard van de wettelijke rente vanaf 22 september 2016;
( d) [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
Boogaard legt aan haar vordering -samengevat- ten grondslag dat [bestuurder auto] als bestuurder van de auto in strijd heeft gehandeld met de artikelen 2 en 5 van de Landsverordening wegverkeer (Lvw). Als gevolg daarvan is dekking onder de verzekeringspolis uitgesloten op grond van de artikelen 4.9. en 4.12 van de BVM en op grond van artikel 8 van de AVM.
3.3. [
gedaagde] voert verweer en verzoekt het gerecht haar toe te staan kosteloos te procederen.
3.4.
De stellingen van partijen worden voor zover van belang hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Aan het verweer van [gedaagde] dat Boogaard niet kan worden ontvangen in haar vordering, omdat Boogaard slechts de tussenpersoon was bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst met NA&A, gaat het gerecht voorbij. Uit de door Boogaard overgelegde brieven van NA&A aan Boogaard van 27 juni 2018 en 25 maart 2021 blijkt genoegzaam dat Boogaard bevoegd is om asl gevolmachtigde op eigen naam ten behoeve van NA&A een rechtsvordering tegen [gedaagde] in te stellen.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [bestuurder auto] op 5 juni 2015 een verkeersfout heeft begaan, als gevolg waarvan hij tegen de door [bestuurder motofiets] bestuurde motorfiets is gereden, die vervolgens tegen de door [bestuurder huurauto] bestuurde huurauto is gereden. De aansprakelijkheid van [bestuurder auto] is daarmee gegeven. Aan de orde is de vraag of de schade valt onder de dekking van de door [gedaagde] bij NA&A afgesloten WAM-verzekering. Boogaard beroept zich op de uitsluitingsclausules in artikel 4.9. en artikel 4.12 van de BVM en in artikel 8 van de AVM. [gedaagde] stelt dat zij geen redelijke mogelijkheid heeft gehad om van deze voorwaarden kennis te nemen, en beroept zich op de vernietigbaarheid daarvan. Dat verweer slaagt niet. Boogaard stelt terecht dat deze bepalingen rechtstreeks van invloed zijn op de omvang van de dekking van de verzekering en daarom niet als algemene voorwaarden, maar als kernbedingen moeten worden aangemerkt. Dat geldt eveneens voor artikel 8 van de AVM. De bepalingen in boek 6, titel 5, afdeling 3 BW omtrent algemene voorwaarden zijn daarop niet van toepsassing. Aan het verweer van [gedaagde] dat met betrekking tot de uitsluitingsbepalingen geen wilsovereenstemming in de zin van artikel 3:33 en artikel 3:35 BW is bereikt gaat het gerecht voorbij. Dat verweer heeft [gedaagde] pas bij dupliek opgevoerd. Dat is te laat; Boogaard heeft daarop niet meer kunnen reageren. Uitgangspunt is dus dat de uitsluitingsclausules tussen partijen gelden.
4.3.1.
Boogaard stelt dat [gedaagde] geen recht heeft op dekking onder de verzekering, omdat [bestuurder auto] ten tijde van het verkeersongeval onder invloed van alcoholhoudende drank verkeerde. Volgens de in artikel 4.12 BVM opgenomen uitsluitingsclausule moet er sprake zijn van zodanige invloed van alcoholhoudende drank dat de bestuurder niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Voor de vraag wanneer sprake is van een zodanige invloed moet aansluiting worden gezocht bij de wettelijke norm in artikel 5 lid 2 onder a van de Lvw. Daarin wordt de bestuurder verboden om een voertuig te besturen indien zijn adem meer dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bevat, of het alcoholgehalte in zijn bloed hoger is dan een halve milligram alcohol per milliliter bloed. Uitgangspunt is dat een bestuurder onder deze norm nog voldoende in staat is om aan het verkeer deel te nemen.
4.3.2.
Ter onderbouwing van haar stelling dat [bestuurder auto] onder zodanige invloed van alcohol verkeerde wijst Boogaard op het mutatierapport waarin is vermeld dat [bestuurder auto] [gedaagde] alcohol had gebruikt. Die enkele mededeling in een mutatierapport, zonder verdere toelichting, rechtvaardigt niet de conclusie dat [bestuurder auto] onder zodanige invloed van alcohol verkeerde dat hij niet in staat moest worden geacht de auto naar behoren te besturen. De omstandigheid dat [bestuurder auto] zou zijn aangehouden op verdenking van het rijden onder invloed evenmin. [gedaagde] betwist dat [bestuurder auto] onder zodanige invloed van alcohol verkeerde dat hij niet meer in staat was om de auto naar behoren te besturen. Zij stelt (bij antwoord) dat de politie bij [bestuurder auto] drie maal een ademtest heeft afgenomen, dat het testresultaat op het gebruik van alcohol telkens negatief was en dat hij daarna onmiddellijk op vrije voeten is gesteld. Boogaard betwist bij repliek wel de stellingen van [gedaagde] ten aanzien van het gedrag van [bestuurder auto] (het niet drinken van alcohol), maar niet haar stelling dat de politie driemaal een negatieve ademtest heeft afgenomen bij [bestuurder auto] en hij daarna is heengezonden. Het gerecht neemt dit bij gebreke van een (gemotiveerde) betwisting als vaststaand aan. Het gerecht ziet onder die omstandigheid geen aanleiding om, zoals Boogaard verzoekt, het Openbaar Ministerie te bevelen schriftelijke inlichtingen te verschaffen of gegevens te verstrekken. Nu de ademtests niet wezen op alcoholgebruik, moet het er voor worden gehouden dat [bestuurder auto] ten tijde van het verkeersongeval niet onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank verkeerde dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Evenmin is komen vast te staan dat [bestuurder auto] anderszins in zodanige mate ongeschikt was tot het besturen van de auto dat hem dit door de wet of overheid verboden was (artikel 4.9 BVM). Dat betekent dat Boogaard geen beroep toekomt op de uitsluitingsclausules in de BVM. Op deze grondslag slaagt de vordering van Boogaard niet.
4.4.
Boogaard doet tenslotte nog een beroep op de uitsluitingsclausule in artikel 8 van de AVM, waarin een meldingsplicht van [gedaagde] is opgenomen en dekking is uitgesloten indien aan die verplichting niet tijdig wordt voldaan en daardoor de belangen van NA&A zijn geschaad. Dat de belangen van NA&A door de gestelde niet tijdige melding zijn geschaad heeft Boogaard niet aannemelijk gemaakt. Van het ongeval is rapport opgemaakt door Forensys. Dat rapport is aan Boogaard (NA&A) ter beschikking gesteld. Bovendien beschikt Boogaard over het mutatierapport. Indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat [gedaagde] het verkeersongeval niet overeenkomstig artikel 8 van de AVM tijdig heeft gemeld, valt onder die omstandigheden zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, niet in te zien waarom door toedoen van [gedaagde] aan Boogaard (NA&A) de mogelijkheid is ontnomen om onderzoek te verrichten naar de oorzaak van het ongeval en haar belangen daardoor zijn geschaad. Ook op deze grondslag slaagt de vordering van Boogaard niet.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van Boogaard zal worden afgewezen.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij moet Boogaard de proceskosten van [gedaagde] voldoen.
4.7.
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal het gerecht aan [gedaagde] verlof verlenen om kosteloos te procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Boogaard in de kosten van deze procedure aan de kant van [gedaagde] begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde (2 punten, tarief 5);
5.3.
verleent [gedaagde] verlof om kosteloos te procederen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.