Uitspraak
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vordert de eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, dat de erven van de erflater worden veroordeeld om haar te bevrijden van de aansprakelijkheid voor de begrafeniskosten van de erflater. De erven, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. M.M.M.C. Ecury, hebben de aansprakelijkheid voor deze kosten niet betwist, maar de procedure is gecompliceerd door de minderjarigheid van een van de gedaagden ten tijde van de inleidende dagvaarding. De gedaagde 2 is inmiddels meerderjarig geworden en heeft de eerdere handelingen in het geding bekrachtigd.
Het testament van de erflater, dat door de erven in het geding is gebracht, bepaalt dat de nalatenschap onder bewind staat tot de erfgenamen de leeftijd van vijfentwintig jaar bereiken. Dit betekent dat de erven niet zelfstandig kunnen beschikken over de nalatenschap en dat de bewindvoerder moet worden ingeschakeld. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eiseres niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, omdat de erven niet op de juiste wijze zijn gedagvaard.
De nalatenschap is door gedaagde 2 beneficiair aanvaard, wat inhoudt dat de nalatenschap moet worden vereffend. De bewindvoerder is verplicht om mee te werken aan de vereffening van de nalatenschap en de betaling van de schulden, waaronder de begrafeniskosten. Het Gerecht heeft besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 2 november 2022 door mr. T.A.M. Tijhuis.