In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontzetting van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, die sinds 2020 uit Aruba is gezet, heeft geen contact meer met de minderjarige en is niet verschenen op de zittingen. De vader heeft de minderjarige erkend, maar de moeder oefent van rechtswege het gezag uit. De Voogdijraad heeft in een rapport aangegeven dat de moeder de afgelopen jaren nauwelijks betrokken is geweest bij de opvoeding en verzorging van de minderjarige, wat heeft geleid tot grove verwaarlozing. De minderjarige verblijft momenteel in een pleeggezin en de Voogdijraad heeft geadviseerd om de moeder uit het gezag te ontzetten, omdat contact met haar negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van het kind kan hebben. Het gerecht heeft, op basis van artikel 1:269 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is om de moeder uit het ouderlijk gezag te ontzetten en heeft Fundacion Guia Mi de voogdij over de minderjarige toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.