ECLI:NL:OGEAA:2022:430

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
AUA202201472
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de beoordeling van dringende redenen in het arbeidsrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als verzoeker, en zijn werkgever, de naamloze vennootschap Boulevard Hotel N.V., h.o.d.n. Renaissance Aruba Beach Resort & Casino. De werknemer was op 21 januari 2020 in dienst getreden en werd op 25 maart 2022 op staande voet ontslagen. Het ontslag volgde op incidenten die zich op 17 en 18 maart 2022 hadden voorgedaan, waarbij de werknemer zich achter de bar had begeven om drankjes voor gasten te bereiden, wat in strijd was met de bedrijfsregels. De werkgever stelde dat deze gedragingen een dringende reden voor ontslag vormden, terwijl de werknemer betwistte dat er sprake was van een dringende reden en verzocht om de nietigheid van het ontslag en doorbetaling van zijn loon.

Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2022 werd de zaak besproken, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. De werknemer voerde aan dat hij handelde in het belang van de gasten en dat de redenen voor zijn ontslag niet klopten. Het Gerecht oordeelde dat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat de gedragingen van de werknemer zodanig ernstig waren dat van de werkgever niet verlangd kon worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Het Gerecht concludeerde dat het ontslag nietig was en dat de werknemer recht had op doorbetaling van zijn loon, wettelijke verhoging en wettelijke rente.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslag op staande voet en de vereisten voor het aantonen van dringende redenen. Het Gerecht wees de vorderingen van de werknemer toe en veroordeelde de werkgever in de proceskosten.

Uitspraak

Beschikking van 13 december 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202201472
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam Verzoeker],
te Aruba,
verzoeker,
hierna te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. A.E.A. Hernandez,
tegen
de naamloze vennootschap
BOULEVARD HOTEL N.V.,
h.o.d.n. Renaissance Aruba Beach Resort & Casino,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna te noemen: Renaissance,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- nadere producties zijdens partijen;
- de pleitaantekeningen zijdens partijen;
- de mondelinge behandeling van de zaak op 20 september 2022, waarbij aanwezig waren: [Verzoeker] bijgestaan door zijn gemachtigde en Renaissance vertegenwoordigd door haar gemachtigde, die werd vergezeld door [naam manager HR] (
manager human resources) en [naam manager F&B] (
manager food & beverage).
1.2
De datum voor het geven van beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Renaissance exploiteert een hotel gelegen aan de L.G. Smith Boulevard in Aruba.
2.2 [
Verzoeker] is op 21 januari 2020 in loondienst getreden van Renaissance, laatstelijk in de functie van
“beach server/waiter”.
2.3
Op 19 maart 2022 is [verzoeker] - met behoud van loon - geschorst in afwachting van een intern onderzoek naar een mogelijke overtreding van de regels op 17e en 18 maart 2022.
2.4
Bij brief van 25 maart 2022 (hierna: de ontslagbrief) is [verzoeker] op staande voet ontslagen in verband met incidenten die zich op de 17de en de 18de maart 2022 hebben voorgedaan. De betreffende ontslagbrief luidt, voor zover van belang, als volgt.
“Based on camera footage and witness statements, you went behind the bar on March 17, 2022 and, as confirmed by you, you started to prepare a Long Island Ice Tea drink, overpouring the amount of alcohol prescribed (you used about six times extra the amount prescribed for this drink). You then also poured other type of alcohol not prescribed for drinks (extra shots of Bacardi coco). As a waiter, you are not allowed to go behind the bar and prepare / grab any drinks for guests which is why the bartender behind the bar – as per her statement – asked you what you were doing. According to the bartender, you ignored her question and simply told her you did not have to deal with her. The bartender further stated to us that she also confronted you with the fact that your overpouring of extra alcohol was against procedures and could be considered as stealing, since you had not punched in extra alcohol. Only after she confronted you with this, did you proceed to punch in the extra alcohol in question.
This same behavior was seen on March 18, 2022: again, you went behind the bar and poured two Johnny Bravo drinks. The bartender stated to us that also on this day she confronted you about not having punched in the drinks in question, and only after this did you punch the drinks. However, you closed the check with a “house discount”, without having obtained prior permission from your supervisor
We have reviewed video footage and spoke to witnesses, and we met with you on March 19, 2022. During this conversation you confirmed to us that you are aware that as a waiter you are not allowed to go behind the bar and prepare drinks for guests. You also stated that you went behind the bar on these two occasions anyway because – according to you – the bartender was not at the bar at that time. You further stated that, in your opinion, you had poured the right amount of alcohol and that it was your intention to punch the drinks in question all along but could not explain why you did not – as per procedures- first punch in the drink before going to the bartender with the order in question. You could also not give a valid reason for giving a “house discount” on the drinks on March 18, 2022, without authorization. You were informed we would further investigate this matter and that you would be suspended with pay pending investigation.
In the meantime, we have reviewed the video footage of both march 17, and March 18, 2022, and spoken with the bartender in question, and both contradict your statement. On both days, the video footage confirms the statement of the bartender and shows the bartender being in the bar at the time you prepared the drinks for guests. Furthermore, the video footage clearly shows you punched in the drinks in question only after being addressed by the bartender. Lastly, we established that you had no authorization from your supervisors to give any house discount on checks.
(…)
Your behavior of March 17, 2022 and March 18, 2022, as described above, notwithstanding our rules and clear previous warnings and coaching regarding this matter are each considered a serious violation of your duties arising from your labor agreement. You went behind the bar, prepared alcoholic beverages for guests, over poured alcohol in these drinks and even charged some of these drinks as a house charge without authorization. Your actions of March 17, 2022, and March 18, 2022, as described above, both individually and jointly, in itself as well as in connection with the previous incidents as mentioned above, have caused us to lose all trust in you and both individually and jointly, as well as in connection with the previous incidents as mentioned above, are considered an urgent reason for the immediate termination of your labor agreement as per today, March 25, 2022.”
2.5 [
Verzoeker] heeft bij brief van 4 april 2022 de nietigheid van het ontslag ingeroepen en doorbetaling van loon en wedertewerkstelling verzocht.
2.6
Renaissance heeft aan voormeld schrijven van [verzoeker] geen gehoor gegeven.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Verzoeker] verzoekt het Gerecht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) voor recht te verklaren dat het aan hem verleende ontslag nietig is;
b) Renaissance te veroordelen om tegen kwijting aan hem door te betalen zijn volledige loon vanaf 25 maart 2022, totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd;
c) Renaissance te veroordelen om aan hem te voldoen de wettelijke verhoging over het onder b) toe te wijzen bedrag;
d) Renaissance te veroordelen om aan hem te betalen de wettelijke rente over de onder b) en c) toe te wijzen bedragen, te rekenen vanaf de dag der opeisbaarheid tot de dag der voldoening;
e) ieder andere beslissing te nemen die het Gerecht juist acht;
f) Renaissance te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2 [
Verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat hij op staande voet is ontslagen, terwijl er geen sprake was van de daartoe vereiste dringende reden, nu de aangevoerde redenen voor het ontslag volstrekt niet kloppen met hetgeen in werkelijkheid is gebeurd. [Verzoeker] wordt verweten dat hij de taken/plichten voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst heeft geschonden, terwijl hij in feite een “
extra mile” is gegaan om de gasten van het hotel te helpen.
3.3
Renaissance heeft verweer gevoerd en heeft geconcludeerd dat [verzoeker] nietontvankelijk moet worden verklaard in het door hem verzochte, dan wel tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten. Daartoe stelt Renaissance dat het ontslag is gegrond op een dringende reden.
3.4
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beslissing van belang, worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van Renaissance wordt daarom verworpen.
4.2
Ter beantwoording ligt voor de vraag of de aan [verzoeker] medegedeelde reden van ontslag een dringende reden kan opleveren in de zin van artikel 7:677, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
4.3
Als dringende redenen voor ontslag worden volgens artikel 7:678, lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in beschouwing te worden genomen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd, de aard en duur van het dienstverband, de wijze waarop de werknemer tijdens het dienstverband heeft gefunctioneerd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen bij de werkgever.
4.4
Volgens de ontslagbrief is [verzoeker] op staande voet ontslagen omdat hij, kort gezegd:
1) zich op 17 maart 2022 - tegen de regels in – i) achter de bar heeft begeven om een alcoholische drank (Long Island Ice Tea) voor te bereiden voor een gast, terwijl de “bartender” ter plekke aanwezig was. Het is [verzoeker] als “waiter” (behoudens toestemming van de “manager”) niet toegestaan om de bar te betreden. Ook heeft [verzoeker] ii) de voorgeschreven hoeveelheid alcohol die nodig was om het drankje te maken overschreden en heeft hij daarnaast ook ander soort alcohol gebruikt die voor het drankje niet bestemd was. Pas nadat [verzoeker] door de aanwezige “bartender” erop is aangesproken dat hij de extra (hoeveelheid) alcohol niet in het systeem heeft ingevoerd, heeft hij dat alsnog gedaan.
2) zich op 18 maart 2022 wederom - tegen de regels in - i) achter de bar heeft begeven en twee alcoholische dranken (Johnny Bravo) heeft voorbereid, terwijl zich op dat moment twee “bartenders” zich achter de bar bevonden. [verzoeker] heeft de twee drankjes in het systeem ingevoerd, ii) pas nadat hij door de “bartender” erop is gewezen dat hij dat heeft nagelaten. Ook heeft [verzoeker] iii) zonder voorafgaande toestemming van zijn ”supervisor” een “inhouse discount” aan de gasten gegeven.
Ter onderbouwing van haar stelling heeft Renaissance verwezen i) naar de door haar overgelegde videobeelden waarop te zien is dat [verzoeker] achter de bar staat en drankjes aan het voorbereiden is, ii) naar de verklaringen van [naam bartender] de “
bartender” die op de bewuste dagen samen met [verzoeker] werkzaam was en iii) naar een kopie van kassabonnen, op welke te zien is dat twee open cocktails in het systeem zijn ingevoerd met een “
inhouse discount”.
het incident van 18 maart 2022
4.5
Voor wat betreft het incident van 18 maart 2022 heeft [verzoeker] het volgende verklaard. Op de dag in kwestie heeft zich een situatie voorgedaan op het strand waar [verzoeker] werkzaam was. Gebleken is dat de “
supervisor” (voornoemde [naam supervisor]) een groep gasten had beloofd in alle
privacygebruik te mogen maken van een gedeelte van het strand. Bij aankomst van de groep op het strand bleek dat hetgeen de groep was toegezegd, niet was geregeld. [Verzoeker] had als gevolg hiervan te maken met een groep gasten die zeer ontevreden was. Op dat moment wilde [verzoeker] niets anders dan de situatie in goede banen leiden. Alvorens enige handelingen te verrichten heeft [verzoeker] telefonisch contact opgenomen met [supervisor], die op dat moment zelf niet aanwezig was. [Supervisor] heeft toen aan [verzoeker] gezegd om te doen wat er gedaan moest worden om de ontstane situatie op te lossen. Naar aanleiding van die mededeling heeft [verzoeker] besloten om twee (andere) Amerikaanse gasten te verplaatsen naar het kindergedeelte van het strand, zodat de groep alsnog een stukje van het strand kon krijgen voor privégebruik. Omdat de Amerikaanse gasten niet blij waren met de beslissing om verplaatst te worden, terwijl zij toch hun medewerking hebben verleend, heeft [verzoeker] alle twee een “
flamingo float” cadeau gegeven. Die twee “
flamingo floats” heeft [verzoeker] ingevoerd als “
open cocktails” op de “
house account”, waardoor er automatisch door het systeem een “
house discount” werd gegeven. De twee drankjes
(Johnny Bravos)die [verzoeker] aan het voorbereiden was en zoals ook op de beelden te zien is, hebben met de korting niets te maken. Die drankjes zijn voor andere gasten bereid en in het systeem ingevoerd. [Verzoeker] heeft die twee
cocktailsweliswaar in de “
flamingo floats” geplaatst, maar dat was puur om te voorkomen dat de “
floats” zouden wegwaaien. Hij heeft daarna de alcoholische dranken - zonder de “
flamingo floats” - aan de gasten voor wie die bestemd waren geserveerd en hij heeft daarna de “
flamingo floats” - zonder alcoholische dranken - aan de twee verplaatste Amerikaanse gasten gegeven. Aldus is er geen sprake van de omstandigheid dat [verzoeker] op bedoelde dag alcoholische dranken heeft verkocht aan gasten, waarbij hij korting heeft toegepast, aldus [verzoeker].
4.6
Naar het oordeel van het Gerecht kan in het midden blijven de vraag of [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan de gedragingen die hem worden verweten en wel om de volgende redenen. [Supervisor] heeft ter zitting beaamd dat hij op de dag in kwestie telefonisch aan [verzoeker] heeft gezegd om te doen wat gedaan moest worden om het ontstane probleem op het strand op te lossen. Vast komt daarom te staan dat [supervisor] die mededeling heeft gedaan. Zelfs indien [verzoeker] ter oplossing van het ontstane probleem, behalve de bar te hebben betreden, twee
cocktailsheeft bereid die hij weg wilde geven, dan wel zonder toestemming korting op de
cocktailsheeft toegepast (zoals hem dat wordt verweten, hetgeen hij betwist), dan nog is het Gerecht van oordeel dat die gedragingen
- gelet op de mededeling van [supervisor] - hem niet kunnen worden tegengeworpen. Dit geldt temeer nu [supervisor] op het moment dat het probleem is ontstaan zelf niet aanwezig was, terwijl hij evenmin telefonisch concrete aanwijzingen heeft gegeven over hoe de situatie opgelost diende te worden. [Verzoeker] heeft op de dag in kwestie, gelet op de ontstane situatie op het strand en de mededeling van [supervisor] om het probleem op te lossen, naar beste kunnen gedaan wat hij dacht dat gedaan moest worden om de situatie tot goed einde te brengen, hetgeen hem ook is gelukt.
Daar komt nog bij dat naar het oordeel van het Gerecht niet komt vast te staan dat [verzoeker] op bedoelde dag
cocktailsheeft willen geven aan gasten zonder die in het systeem in te voeren dan wel dat hij zonder toestemming korting op
cocktailsheeft toegepast. [verzoeker] heeft namelijk, zoals weergegeven in overweging 4.5, uitgebreid toegelicht i) waarom op de uitgeprinte kassabonnen twee “
open cocktails”met een
“inhouse discount”vermeld staan, ii) dat op de door hem gemaakte
cocktailsgeen korting is toegepast en iii) dat hij de gemaakte
cocktailsin het systeem heeft ingevoerd. Gelet op die uitgebreide toelichting, had van Renaissance mogen worden verwacht dat zij haar stellingen - behalve met de verklaringen van de
“bartender” [naam bartender] - nader had onderbouwd, maar dat heeft zij niet gedaan. Aan de stellingen van Renaissance worden daarom voorbijgegaan.
het incident van 17 maart 2022
4.7
Voor wat betreft het incident van 17 maart 2022 heeft [verzoeker] het volgende verklaard. Het klopt dat het in het algemeen niet is toegestaan dat een “
waiter” achter de bar gaat, maar er is een uitzondering op die regel in geval van noodzaak. Op de dag in kwestie heeft een terugkerende gast specifiek aan [verzoeker] het verzoek gedaan om voor haar een drank te bereiden, nu zij die op een speciale wijze (met extra alcohol) bereid wilde hebben. [Verzoeker] heeft één van de op dat moment in de bar aanwezige “
bartenders” om toestemming gevraagd om de bar te betreden, wie daar geen bezwaar tegen had. Het is niet zo dat [verzoeker] niet van plan was om de
cocktaildan wel de extra hoeveelheid alcohol die hij gebruikt heeft om de
cocktailte bereiden in het systeem in te voeren, zodat het niet nodig was dat de aanwezige “
bartender” hem daarop moest wijzen. Wegens drukte was hij het even vergeten, maar het drankje is uiteindelijk in het systeem ingevoerd en wel op de juiste wijze, aldus [verzoeker].
4.8
Niet in geschil is tussen partijen dat [verzoeker] de voorgeschreven hoeveelheid alcohol die nodig was om de
cocktailte maken heeft overschreden en dat hij daarnaast ook ander soort alcohol heeft gebruikt die voor het drankje niet bestemd was. Onbetwist is gesteld dat [verzoeker] de door hem gemaakte
cocktailmet de extra hoeveelheid alcohol alsnog in het systeem heeft ingevoerd en wel op de juiste wijze. Gelet hierop, de uitleg van [verzoeker] zoals weergegeven in overweging 4.7 en nu Renaissance haar stellingen - behalve met de verklaringen van de
“bartender” [naam getuige] - niet nader heeft onderbouwd, is het Gerecht van oordeel dat niet komt vast te staan dat [verzoeker] voornemens was om de
cocktaildie hij gemaakt heeft niet in rekening te brengen.
4.9
Wat overblijft is het verwijt dat [verzoeker] zich op bedoelde dag achter de bar heeft begeven om een drankje te bereiden. Niet in geschil is tussen partijen dat er bij Renaissance een (algemene) regel bestaat inhoudende dat het een “
waiter” niet is toegestaan om ongevraagd en zonder toestemming de bar te betreden om drankjes voor gasten te bereiden, nu dat de taak is van de “
bartender”. Verder is evenmin in geschil tussen partijen dat [verzoeker] zich op de dag in kwestie - tegen de regel in - achter de bar heeft begeven en een drankje heeft bereid. De vraag of hiermee sprake is van een dringende reden in vorenbedoelde zin, dient naar het oordeel van het Gerecht ontkennend te worden beantwoord en wel om de volgende redenen. Niet ter discussie is dat [verzoeker] gedurende zijn dienstverband naar behoren heeft gefunctioneerd. [verzoeker] is in het verleden inderdaad geschorst geweest vanwege het betreden van de bar, maar in dat geval had de schorsing - zoals uit de schorsingsbrief blijkt - ermee te maken dat hij toen nagelaten heeft om een “
bucket beer” in rekening te brengen, terwijl [verzoeker] deze keer het drankje dat hij voorbereid heeft wel in het systeem heeft ingevoerd, en wel op de juiste wijze. Bovendien betrof het een speciaal verzoek van een terugkerende gast die de wens had dat [verzoeker] haar drankje voor haar maakte. Het Gerecht acht onder deze omstandigheden de overtreding op zichzelf niet dusdanig ernstig dat van een dringende reden gesproken kan worden. Renaissance had, indien zij al een disciplinaire maatregel had willen treffen ter onderstreping van het belang van de handhaving van de regel dat een werknemer de bar niet mag betreden om drankjes te maken, kunnen en ook moeten volstaan met een lichter middel.
4.1
Nu de incidenten zoals weergegeven in de ontslagbrief niet gekwalificeerd worden als een dringende reden, en uit de ontslagbrief niet blijkt dat de disciplinaire maatregelen die in het verleden zijn gegeven op zichzelf een dringende reden zouden opleveren, kunnen ook de stellingen daaromtrent verder onbesproken blijken.
4.11
De conclusie luidt dat de vorderingen van [verzoeker] zullen worden toegewezen. Het Gerecht ziet in de omstandigheden van het geval en omdat tevens de wettelijke rente wordt verzocht, aanleiding de gevorderde wettelijke verhoging te matigen tot telkens 12%. De verzochte wettelijke rente zal worden toegewezen zoals in het dictum te vermelden.
4.12
Renaissance zal, als de in het ongelijk gestelde partij, uitvoerbaar bij voorraad worden veroordeelt in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verzoeker], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 50,- aan griffierechten en op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
verklaart voor recht dat het aan [verzoeker] verleende ontslag nietig is;
5.2
veroordeelt Renaissance om tegen kwijting aan [verzoeker] te betalen zijn loon vanaf
25 maart 2022, totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd,
achterstallig loon vermeerderd met de wettelijke rente over het loon vanaf de dag van
opeisbaarheid tot de dag van de volledige betaling;
5.3
veroordeelt Renaissance tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke verhoging als
bedoeld in artikel 7:625 BW over het achterstallig loon van telkens maximaal 12%;
5.4
veroordeelt Renaissance in de kosten van de procedure, tot aan de dag van de
uitspraak aan de kant van [verzoeker] begroot op Afl. 50,- aan griffierechten Afl. 2.500,- aan
salaris gemachtigde;
5.5
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 13 december 2022 in aanwezigheid van de griffier.