Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
- de onttrekking aan het verkeer van het onder de verdachte in beslag genomen mes;
- de teruggave van de in beslag genomen auto en mobiele telefoons aan de rechthebbende(n).
2.Tenlastelegging
3.Formele voorvragen
4.Vrijspraak van feit 2 primair en subsidiair
“(…) Op 19 januari jl werd mw. [slachtoffer 2] met de ambulance binnenbracht (…) Bij aankomst op de SEH hebben wij kunnen constateren dat zij 2 steekwonden op de rechterarm had opgelopen. Er was geen sprake van ernstige bloeding op dat moment en functie en vitaliteit van de arm en hand waren goed en niet bedreigd. Zij is ter observatie opgenomen en kon op 21 januari in goed conditie het ziekenhuis verlaten. De letsels hebben voor zover ik heb kunnen vernemen, geen blijvende schade aangericht.(…)”
5.Bewezenverklaring
al dan nietmet voorbedachten rade
, althans opzettelijk,[slachtoffer 1]van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg
, althans met dat opzet,die [slachtoffer 1] meermalen met een mes
, althans een puntig en/of scherp voorwerpin haar borst en
/ofrug en
/ofnek en
/ofhoofd en
/ofarmen
, althans haar hele bovenlichaamheeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
,opzettelijk [slachtoffer 2]
,heeft mishandeld met een wapen , te weten een mes,
althans een puntig en/of scherp voorwerp,zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, immers heeft hij die [slachtoffer 2]
,meermalen
, althans eenmaal,in haar
(rechter
)arm gestoken, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] werd gewond en
ofpijn ondervond.
6.Bewijsmiddelen
7.Bewijsoverwegingen
Omstreeks 21:10uur sprak de politie met [slachtoffer 1] bij de politiewacht. Hierna zijn zij samen met [slachtoffer 1] naar haar huis gereden. Thuis was de verdachte nog steeds op haar aan het wachten. Toen hij de politie zag begon hij meteen weg te rijden. De politie heeft hem toen gestopt en met hem gesproken. [slachtoffer 1] heeft ten overstaan van de politie aan de verdachte duidelijk gemaakt dat de relatie over was. De politie heeft de verdachte medegedeeld dat hij niet meer bij het huis van [slachtoffer 1] mocht gaan.
Omstreeks 21:24uur stuurde [slachtoffer 1] een foto van de politie die met de verdachte aan het praten was naar haar supervisor. De verdachte ging daarna naar de politiewacht en heeft daar geklaagd over een geldbedrag dat hij aan [slachtoffer 1] zou hebben geleend en dat hij terug zou willen krijgen. Hij is toen verwezen naar een advocaat voor een civiele procedure. Uit de verklaring van de verdachte blijkt dat hij na het gesprek met [slachtoffer 1] en de politie over alle lelijke dingen die [slachtoffer 1] in bijzijn van de politie aan hem heeft gezegd bleef nadenken.
Omstreeks 22:23 uurwas [slachtoffer 1] in haar slaapkamer aan de telefoon met haar supervisor. Ongeveer 14 minuten hierna begon [slachtoffer 1] opeens tijdens het gesprek te schreeuwen alsof zij door iemand werd aangevallen.
Omstreeks 22:40 uurkreeg de centrale meldkamer van de politie melding over een steekpartij bij [slachtoffer 1] thuis.
8.Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
9.Strafbaarheid van de verdachte
10.Oplegging van straf
11.In beslag genomen voorwerpen
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
tien (10) jaren;