ECLI:NL:OGEAA:2022:404

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
AUA202201289
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake loonsubsidie na intrekking beschikking

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een beroep van Trendy Trade Realtors N.V. tegen de Minister van Financiën en Cultuur. De zaak betreft een loonsubsidie die is vastgesteld over de maand mei 2020. De Minister verklaarde het bezwaar van appellante, dat was ingediend tegen een eerdere beschikking van 30 september 2021, niet-ontvankelijk. Op 5 augustus 2022 trok de Minister de beschikking van 28 maart 2022 in, wat leidde tot de vraag of appellante nog belang had bij het beroep. De rechter oordeelde dat appellante geen onevenredig nadeel had ondervonden door de intrekking van de beschikking, en dat er daarom geen belang meer bestond bij het beroep. Het beroep werd derhalve niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak vond plaats op 26 oktober 2022, waarbij de rechter ook de procedure voor hoger beroep uiteenzette, inclusief de vereisten voor het indienen van een hogerberoepschrift en het verschuldigde griffierecht.

Uitspraak

Uitspraak van 26 oktober 2022
Lar nr. AUA202201289

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

TRENDY TRADE REALTORS N.V.,

gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigden: mr. C.J.B. Oldehof en mr. drs. J.J. Hoevenaars,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN FINANCIËN EN CULTUUR,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. A.F.J. Caster (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij beslissing op bezwaar van 28 maart 2022 (met kenmerk [kenmerk]) heeft verweerder het op 3 februari 2022 gemaakte bezwaar van appellante gericht tegen een beschikking van 30 september 2021 inzake de vaststelling van loonsubsidie over de maand mei 2020, nietontvankelijk verklaard.
Tegen de beschikking van 28 maart 2022 heeft appellante op 3 mei 2022 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Bij beschikking van 5 augustus 2022, door verweerder op deze datum overgelegd, heeft verweerder de beschikking van 28 maart 2022 ingetrokkenen en daarbij aan appellante te kennen gegeven dat hij opnieuw op het gemaakte bezwaar zal beslissen.
Het gerecht heeft het beroep behandeld ter zitting van 14 september 2022. Appellante is verschenen bij haar gemachtigde mr. C.J.B. Oldehof. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden mrs. C.L. Geerman en Y.F.M. Kaarsbaan occuperende voor mr. A.F.J. Caster.
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. Zoals hiervoor is vermeld, heeft verweerder bij beschikking van 5 augustus 2022 de beschikking van 28 maart 2022 ingetrokken. Tegen laatstvermelde beschikking is het beroep gericht. Indien degene die beroep tegen een nadien ingetrokken beschikking heeft ingesteld, als gevolg van de intrekking onevenredig nadeel ondervindt, blijft belang bestaan bij het ingestelde beroep (vergelijk GHvJ 25 januari 2011, ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ0582). Appellante heeft geen onevenredig nadeel als gevolg van de intrekking gesteld. Onder deze omstandigheden heeft appellante geen belang bij het beroep.
2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.