ECLI:NL:OGEAA:2022:403

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
AUA202201287, AUA202203140, AUA202203141, AUA202203142, AUA202203143, AUA202203144, AUA202203145 en AUA202203146
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van loonsubsidie aanvragen

In deze zaak heeft de Arubaaanse Luchtvaart Maatschappij N.V. (appellante) beroep ingesteld tegen de besluiten van de Minister van Financiën en Cultuur (verweerder) die op 25 maart 2022 de bezwaarschriften van appellante tegen de vaststelling van loonsubsidie over de maanden mei 2020 tot en met december 2020 niet-ontvankelijk heeft verklaard. De appellante heeft op 3 mei 2022 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Op 5 augustus 2022 heeft verweerder de eerdere besluiten ingetrokken en aangegeven opnieuw op de bezwaren te zullen beschikken. De beroepen zijn gevoegd en behandeld op de zitting van 14 september 2022, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. C.J.B. Oldehof, en verweerder door zijn gemachtigden.

De rechter heeft overwogen dat, hoewel de besluiten van 25 maart 2022 zijn ingetrokken, appellante geen onevenredig nadeel heeft gesteld als gevolg van deze intrekking. Hierdoor heeft appellante geen belang bij de beroepen, wat leidt tot de conclusie dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn. De rechter heeft ook aangegeven dat er geen grond bestaat voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is uitgesproken op 26 oktober 2022. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 26 oktober 2022
Lar nrs. AUA202201287, AUA202203140, AUA202203141, AUA202203142, AUA202203143, AUA202203144, AUA202203145 en AUA202203146

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op de beroepen in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

ARUBAANSE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigden: mr. C.J.B. Oldehof en mr. drs. J.J. Hoevenaars,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN FINANCIËN EN CULTUUR,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mrs. C.L. Geerman en Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij onderscheiden beslissingen op bezwaar van 25 maart 2022 met kenmerken [kenmerk/2022], [kenmerk/2022], [kenmerk/2022], [kenmerk/2022], [kenmerk/2022], [kenmerk/2022], [kenmerk/2022] en [kenmerk/2022] heeft verweerder de onderscheiden bezwaarschriften van appellante gericht tegen de onderscheiden beschikkingen inzake de vaststelling van loonsubsidie over de maanden mei 2020 tot en met december 2020, nietontvankelijk verklaard.
Tegen de onderscheiden beschikkingen van 25 maart 2022 heeft appellante op 3 mei 2022 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Bij beschikking van 5 augustus 2022, door verweerder op deze datum overgelegd, heeft verweerder de onderscheiden beschikkingen van 25 maart 2022 ingetrokken en daarbij aan appellante te kennen gegeven dat hij opnieuw op de gemaakte bezwaren zal beschikken.
Het gerecht heeft de beroepen gevoegd en behandeld ter zitting van 14 september 2022. Appellante is verschenen bij haar gemachtigde mr. C.J.B. Oldehof. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigden.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Zoals hiervoor is vermeld, heeft verweerder bij beschikking van 5 augustus 2022 de onderscheiden beschikkingen van 25 maart 2022 ingetrokken. Tegen laatstvermelde beschikkingen zijn de beroepen gericht. Indien degene die beroep tegen een nadien ingetrokken beschikking heeft ingesteld, als gevolg van de intrekking onevenredig nadeel ondervindt, blijft belang bestaan bij het ingestelde beroep (vergelijk GHvJ 25 januari 2011, ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ0582). Appellante heeft geen onevenredig nadeel als gevolg van de intrekking gesteld. Onder deze omstandigheden heeft appellante geen belang bij de beroepen.
2. De beroepen zijn niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.