ECLI:NL:OGEAA:2022:400

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
11 november 2022
Zaaknummer
AUA202202337
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en verzoek tot kosteloos procederen

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 27 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Guardian Security Services (verzoeker) en een werknemer (verweerster) over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De verzoeker heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht op basis van gewichtige redenen, waarbij hij stelde dat de coronacrisis en de financiële situatie van het bedrijf aanleiding gaven voor deze ontbinding. De verweerster, die op 6 januari 2020 in dienst trad, was op 7 februari 2020 ziek gemeld en op 4 maart 2020 op staande voet ontslagen. De verweerster heeft het ontslag betwist en verzocht om doorbetaling van haar loon en wedertewerkstelling, wat eerder door het Gerecht was toegewezen. Tijdens de procedure heeft de verweerster verweer gevoerd tegen de ontbinding en verzocht om kosteloos te mogen procederen.

Het Gerecht heeft de argumenten van de verzoeker beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er geen gewichtige redenen waren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De verzoeker had onvoldoende bewijs geleverd dat herplaatsing van de verweerster niet mogelijk was, en de stelling dat de verweerster zich niet als een goed werknemer had gedragen, werd niet onderbouwd. Het verzoek van de verzoeker werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op Afl. 2.500,- werden begroot. Tevens werd de verweerster toestemming verleend om kosteloos te procederen. De beschikking werd uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur in het openbaar.

Uitspraak

Beschikking van 27 september 2022
Behorend bij E.J. nr. AUA202202337
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Naam verzoeker],
h.o.d.n.
GUARDIAN SECURITY SERVICES,
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
[Naam verweerster],
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.K. Smit.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 22 juli 2022;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 25 augustus 2022;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 26 augustus 2022.
1.2
Ter zitting zijn verschenen partijen samen met hun respectieve gemachtigden. Partijen hebben bij wijze van re- en dupliek het woord gevoerd ([verzoeker] mede aan de hand van door hem overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen) en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend danwel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties en overige stukken voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
Verweerster] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst op 6 januari 2020 in loondienst getreden van [verzoeker] en was laatstelijk werkzaam in de functie van ‘
security’tegen een brutoloon van Afl. 1.815,35 per maand (hierna: de arbeidsovereenkomst).
2.3
Op 7 februari 2020 heeft [verweerster] zich ziek gemeld.
2.4
Op 4 maart 2020 is [verweerster] op staande voet ontslagen.
2.5 [
Verweerster] heeft middels het aan [verzoeker] gerichte schrijven van 11 augustus 2020 de nietigheid van het aan haar gegeven ontslag ingeroepen, aanspraak gemaakt op doorbetaling van haar loon en zich daarbij bereid verklaard de bedongen arbeid te blijven verrichten.
2.6
Bij beschikking van 18 mei 2021, behorend bij E.J. nr. AUA202002030, heeft het Gerecht voor recht verklaard dat het ontslag nietig is en zijn de vorderingen van [verweerster] tot wedertewerkstelling en loondoorbetaling toegewezen.
2.7
Tegen voornoemde beschikking is geen hoger beroep ingesteld.

3.HET GESCHIL

3.1 [
Verzoeker] verzoekt het Gerecht om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van gewichtige redenen zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerster], althans enige eventueel aan [verweerster] toe te kennen vergoeding te matigen, met veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure.
3.2 [
Verzoeker] heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat sprake is gewichtige redenen, bestaande uit verandering in omstandigheden, die meebrengen dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel op korte termijn behoort te eindigen.
3.3 [
Verweerster] voert verweer en concludeert primair tot afwijzing van de door [verzoeker] verzochte ontbinding en subsidiair, voor zover het Gerecht mocht overgaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen, [verzoeker] te veroordelen tot betaling aan [verweerster] van een ontbindingsvergoeding, kosten rechtens. Tevens verzoekt [verweerster] het Gerecht om haar toestemming te verlenen om kosteloos te procederen.
3.4
Voorzover van belang voor uitspraak zullen de stellingen van partijen hierna worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het door [verweerster] overgelegde bewijs van onvermogen blijkt dat zij niet in staat is de kosten van deze procedure te dragen. Aan [verweerster] zal daarom verlof tot kosteloos procederen worden verleend.
4.2
Ter beoordeling ligt voor de vraag of sprake is van veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking van [verweerster] bij [verzoeker] billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
4.3
Ter onderbouwing van haar stelling dat sprake is van verandering van omstandigheden heeft [verzoeker] gesteld dat zij als gevolg van de coronacrisis slechts één werknemer in dienst heeft en derhalve geen inkomen meer genereert. Verder heeft [verzoeker] gesteld dat [verweerster] op de hoogte was van de financiële situatie van [verzoeker] maar desondanks een procedure heeft geëntameerd tegen [verzoeker]. Voorts heeft [verweerster] geweigerd om in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot een regeling te komen. Tot slot heeft [verzoeker] gesteld dat [verweerster] zich niet als een goed werknemer heeft gedragen, omdat zij onder andere beslag heeft laten leggen op het pensioen van [verzoeker].
4.4
Het Gerecht ziet in voormelde stellingen van [verzoeker] geen gewichtige reden voor ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst. Daarbij neemt het Gerecht in aanmerking dat [verzoeker] onvoldoende heeft aangetoond dat in het licht van de zich thans verbeterende economische omstandigheden en vooruitzichten herplaatsing van [verweerster] op een (eventueel nieuw te creëren) werkplek niet tot de reële mogelijkheden behoort. Dat [verweerster] zich niet als een goed werknemer heeft gedragen is door [verweerster] gemotiveerd bestreden, en volgt niet uit voormelde beslaglegging. Die stelling komt daarom niet vast te staan en er bestaat geen aanleiding om die stelling aannemelijk te oordelen.
4.5
De slotsom luidt dat het verzoek van [verzoeker] zal worden afgewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een andersluidend oordeel kunnen dragen.
4.6 [
Verzoeker] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5 ad Afl. 1.250,-- per punt).

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
5.1
wijst af het door [verzoeker] verzochte;
5.2
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde;
5.3
verleent [verweerster] toestemming om kosteloos te procederen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op dinsdag 27 september 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.